Graft, van der | 1377

v.d. Brandeler p 15

Achternamenindex

schepen van Amsterdam: Willem Jansz van de Graft [bij Wagenaar: van der Graef], wapen: in zilver 3 (2,1) roode water blâzen; 1477: de in 1477 tot schepen gekozen Jan Willemsz van de Graft voerde een gelijk wapen

Amstel, van |

Butkens: Trophées de Brabant dl II boek III p 154

Achternamenindex

van Amstel voerde als wapen een dwarsbalk met een St Andrieskruis over alles heen. Zo ook de van Wassenaer's en de heren van Asch uit Grimbergen, Willem van Grimbergen heer van Asch en Godefroy heer van Cruiningen

Haeften, van | 1376

Van Spaen Inl III 286/Navorscher jg 1877 p 512

Achternamenindex

Giselbert (van Tuyl) zoon van Johan van Haeften, gehuwd met Elisabeth van Tuyl Ghiselbertsdochter, in 1376 beleend met de kerkgift te Tuil en 2 morgen land te Haren, die de naam van zijn moeder aannam, maar het wapen an Haeften voerde

Bochoven, van | 1652

Navorscher jg 1874 p 254; Navorscher jg 1876 p 490

Achternamenindex

wapenbord met de kwartieren Boekhoven, van der Woude, de Greve, van der Hagen. Een ander kwartierbord van Hermanus van Boekhoven, die trouwde een dame welke voerde: zilver met een geschulpt zwart kruis; …: Jean de la Grandière x Kunera Cornelia van Bokhoven

Spiker | 1393-1394

Rek Rentmeester Noordholland 1394 fol 2v p 41, p 150

Achternamenindex

rentmeester van Woerden: "mynsheren dyc die heren Aernt Spiker besteedde te maken, doe hi rentemeester was, coste 3 £ "; heer Arent was rentmeester van Noordholland van 1383-1389-11-30 en voerde het beheer over de aan de grafelijkheid vervallen goederen van heer Jan Aleman

Wyffliet, van | 1527

Ned Heraut jg IV p 135

Achternamenindex

schepen van Breda: Aernt Maesz van Wychvliet, zegel: 2 vijfpuntige sterren, de ene in het 2e kwartier de andere in de punt, en een rechter schildhoek waarin een beurtelings gekanteelde dwarsbalk; gelijk wapen voerde: Gheryt Vreric, schepen te Etten, 1413 en Jan Pauwels Meusz, schepen te Rijsbergen, 1548

Heyden, van der | 1564-1566

Grote Raad Mechelen Beroepen uit Holland dl VII dossier 602

Achternamenindex

Daniel van der Heyden was opgevoed door Appolonia van Zwieten, vrouw van mr Cornelis Bartholomei. Na de dood van haar man voerde zij een aantal processen met Daniel, deze eiste een aandeel in de tienden van grond te Stompwijk. Het Hof stelde hem in het ongelijk. In 1564 ging hij met zijn broer Laureys, die uitlandig was, in appel bij de Grote Raad; 1564-12-24: in het ongelijk gesteld en tot proceskosten veroordeeld

Bochoven, van | 1471-1496

Taxandria jg 4 p 189, jg 6 p 168; Inv Oud Arch Zinneloozenhuis Den Bosch no 132

Achternamenindex

Willem van Bockhoven Nicolaesz, schepen van den Bosch, 1471, 1486, 1487-03-17, 1491, 1496. In 1481 kwam hij door erfenis in het bezit van het goed de Nemelaer met de visserij in Haaren, de pacht te Oisterwyk, Haaren, Helvoirt en Esch. Zijn zoon Nicolaes, die ook schepen is geweest (1511, 1516, 1526), volgde in 1511 in dit leen op. Waarschijnlijk is Willem omstreeks dat jaar overleden. Hij voerde het wapen van Arkel

Maet, van der | 1435-10-30

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 128v

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: jvr Foijse, die vrouw van Ghysbert van der Maet was, draagt over: ½ van de slage, gelegen in de Slage, belend landwaarts: jvr Belye, vrouw van Vrederic van den Voerde en Lubbert Symonsz, zeewaarts: Heijnric van Endhoven erfgenamen; vervolgens wordt Johan Willemsz, burger tot Amersfoort, ermee beleend; 1435 op Alre Heyligen avond: maakt Johan Willems uit dit goed tot lijftocht voor zijn vrouw Gerbrigh Evert Botsdochter, 6 g.g. oude Vrancr schilden

mannen: die oude Jan die Coninck, Goessen Bosch Willemsz; Goessen Bosch Willemsz en Goesen van Schawyck

Culemborg, van | 1371~

Van Mieris III p 264

Achternamenindex

geschil tussen Machteld vrouwe van Raephorst en heer Gheryt van Culemborg als voogd van zijn vrouw Baerte van Egmond over de gift door Machteld van een capelrie in de kerk van Aarlanderveen, gesticht door wijlen heer Willem van Oudshoorn. Machteld beweerde de leenvolger te zijn van haar broer Willem van Oudshoorn; Gheryt voerde aan dat Willem de capelrie gesticht had als ambachtsheer en patroon van Aarlanderveen, na zijn dood aan de grafelijkheid vervallen; de hertog beslist dat de giften bij toerbeurt gedaan moeten worden