14 resultaten

Swieten, van~ | 1394-06-25

R.A.H. 46 fol 127/Reg Albrecht V fol 128
Achternamenindex

hertog Albrecht oorkondt dat Herman Willemsz "onse meesterknaep van onser herbergen" tot lijftocht heeft gemaakt aan zijn vrouw jvr Beatrijs, de mindere helft van een halve tiende die hij in leen houdt, in de Lage Waert, waarvan de zoon van zijn broer Willem Symon Vrederixz de andere helft in leen houdt; de hele tiende behoorde vroeger aan Huge van Leyden

Boschuysen, van | 1411-06-18

Arch Kloosters Leiden regest 250
Achternamenindex

Willem Symon Vrederixz erkent voor schepenen van Leiden verkocht te hebben aan Bairtout van Assendelft Gherydsz een zate land, genaamd Ruuschen woninghe, groot meer dan 18 morgen, aan de Duersweteringhe in Leiderdorp en daarbij het land dat Andries Jan Bacssoen van hem en zijn ouders te leen hield, waarna Harman Willemsz, Jacop die bastaard van Egmonde en Jorgel Arlewijnsz met hem hiervoor vrijwaring beloven en bij afneming een schadevergoeding van 365 Eng nobels

Hogendorp, van | 1598-12-31

G.A. Amsterdam Not Arch 24 fol 332/Notaris Jacob Ghysberts
Achternamenindex

testament van Simon van Hogendorp en Judith Arentsdochter, poorteresse dezer stede: hij legateert aan de kinderen van zijn broer Albert de helft van een huis in St Jacobsstraat, gekomen van Cornelis Barentsz, kistemaker, de andere helft legateert hij aan zijn broer Pieter en zijn zuster Neeltje, of hun nakomelingen, elk een kwart; Neeltje krijgt met haar innocente zoon Jan Vrederixz 50 gld per jaar, zolang ze leven, mits ze geen schulden maakt

Zael | 1432-01-22 (1431)

Navorscher jg 1917 p 216
Achternamenindex

schepenen van Nieuwer Amstel oorkonden dat Lijsebet Wolfs met haar voogd Andries Vrederixz en de broers Heyn Zael Claesz, Wouter Claesz en Egbert Egbert Claesz "horen vier vierendelen ghelijc men naest conde ghecrighen" heeft verkocht aan het klooster St Margaretha te Amsterdam, nl land en huisinge hen aangekomen bij dode van Jutte vrouw van wijlen meester Willem Willemsz, liggende te Nyer Amstel boven de Weteringhe, "in der sate dair der Regulierencloester beneden op staet"