18 resultaten

Groesbeek, van | 1569-05-17

Recht Arch Hoorn 4577 fol 305v
Achternamenindex

voor schepenen van Hoorn kwam Symon van Groesbeeck, coopman tot Utrecht, ende verclaerde hij comparant dat volgende zeeckere sententie interlocutoir alhier bij scepenen gewesen tusschen hem comparant ende Mary Gerrit Brallersdochter, om welcke sententie interlocatoir te volcomen verclaerde hij comparant tot Hoorn gecomen te zijn waertoe die voorn. Mary Gerets haer nyet heeft willen verstaen deur absentie van Pieter Wiggersz burgermeester deser stede, ende voor alle onnutte costen te emteren, soe heeft hy comparant mits desen geconstitueert ende machtich gemaeckt d'ersame Jan Gerretsz van Vollenhoven, notaris publiek van myn Here de deken van Westvrieslant, ende mr Ellert Warwijc, procureur deser stede, tesamen ende elc bysonder om de voornoemde sententie te volcoemen, ende dies achtervolgende van zyn t wegen met den selven Marije te veraccorderen

Splinter | 1473-03-13

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 297v, 298
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Jacop Splintersz droeg op ½ van een camp land gelegen aan de Torfwech in het Overveen in het kerspel van Zoes, waarvan de andere helft aan de nakomelingen van Reijer Snijer toebehoort, belend landwaarts: Rutger Jacobsz erfgenamen, zeewaarts: Pouwels van Opburen, Jacob aangekomen na dode van zijn moeder Nelle, "die Peter Willemssoens wijff was ende Reijer Snijers wijff te wesen plach. Welcke camp lants onse hofgoet ende kuermede goet geweest is tot desen dage toe", nu tot erftijnsgoed gemaakt is aan Aernt Allertsz, tijns: 1 goede Johannes braspennick, jaarlijks te betalen in onsen hove tot Emminclaer bij Amersfoort; 1473 des Sonnendages na Egidii: draagt Aernt Alertsz deze helft over aan Ysack Rijcoutsz, als erftijns; "dit heeft Thonijs Jansz t Amersfoort"

tijnsgenoten: Geryt van Ryn, Tyman Mouwer van Heersell

Herlaer, van | 1635-12-13

G.A. Alkmaar Fam Arch Vladeracken Port 8 omslag b
Achternamenindex

wij Pieter Adriaensz Heiligendach, ghewesene substituut baillyu ende schoudt tot Egmont Binnen ende den Hoeve, ende jegenwoordich schoudt tot Wimmenum, Eddeck Claesz van Sanen, schout tot Egmont op Zee, ende Heyndreck Jansz, wonende te Egmont Binnen, hebben eendrachtelicken ten versoeke van de weduwe en kinderen van Loeff van Heerlaer, verclaert dat wij verscheyden malen hebben gepacht ende tesamen mede gepacht de grave ofte heere excysen van de Hoeve, sulcx dat verpacht wert bij de Heren, neffens hare andere tienden ende goederen, op idere tonne bier, die bij hoore ingesetenen werd ingeleyt, 4 stuyvers boven de lasten die bij de Heeren Staten daer op zijn ghestelt. Van welcke 4 st Loeff van Haerlaer nooijt heeft betaelt, maar hem als een eedel man daervan exempt gehouden, gelyck oock nog jegenwoordich doet syne weduwe, gheduerende onse pachtinge. Noch hebben oock niet van iemant hooren seggen dat Harlaer oijt heeft betaelt gehat etc

P. Ariansz Heiligedach, Heindrick Jansen, Eddick van Sanen

Ruijchrock | 1493-03-29 (1492)

R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Zeeland fol 19v/Navorscher jg 1893 p 514/Reg Finis MP Caput Zeeland fol 11
Achternamenindex

Max. en Philips oorkonden dat onse geminde heer Jan Ruychrock van den Werve, ridder, den stadhouder te kennen gegeven heeft hoe dat hij suppliant levende heeft twee bastaard dochteren als Catheryne en Claera, gewonnen en geprocreert bij Aechte Jacobsdochter, "ten tijden van der procratie een lopen en ongehylickte deerne". Als hij hun niets vermaakt zullen zij na zijn dood in armoede moeten leven "uijt welcke armoede dickwyle groote sorge ende last van lyve en ziele pleecht te comen, t welck hij suppliant sonderlings in dit stuck nae zijn vermoghen gaerne verhoeden soude". Hij verzoekt nu consent om hen uit zijn lenen en eigen goederen te mogen voorzien. Om getrouwe diensten geven zij hem hiertoe consent om aan elk van hen beiden 10£ gr Vls sjaars te maken. De eene zuster op de andere te erven, en bij gebreke aan oir weer op de suppliant. Niettegenstaande dat beide bastaarden staande huwelijk van de suppliant geprocreert zijn

Bekesteyn, van | 1615-02-04

Ms Opstraeten v.d. Molen III fol 1125
Achternamenindex

ten versoecke van mijn neeff joncheer Cornelis van Beeckesteyn verclaere ick mr Herebert van der Wiele, out omtrent 74 jaeren, mij kennelijck ende wel indachtich te sijn, dat ick myn ouders ende mijn oud oom Wouter van Beeckesteijn sal. tot diversche reijsen hebbe horen seggen ende vermanen van de sware lasten daerinne sijn overgrootvader Jan van Beeckesteyn sal, gecomen was door dien hij van die van Haerlem gesonden was in t leger daer die van Haerlem ende Leyden gecampeert lagen tegen vrou Jacoba op te Goudsche sluijse, alwaar hij gevangen werden ende worden gerantsoenneert op de heft van sijn goederen daertoe hij staet ende inventaris moste leveren ende terstond de ½ van de waerde van dien in gereden gelde moste opbrengen, dat hij ut sijn eijgen coste betalen, alsoo hij in perikel van sijn leven was. Van welcke gevangenisse ende rantsoen hij noijt enige verseth en conde gecrijgen daerdoor hy ende sijn kinderen die hij wel tot acht ofte negen naliet hier gedecorasieert waren ende bleven omdat sij door dit verlies ende andere haer staet niet en mochten voeren sulcx haer moesten verminderen. Al het welck. Herbert Stalpert v.d. Wiel

Does, van der | 1569-05-07

R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Kennemerland fol 53/Coll Aanw 520 K fol 33/Egmond (Brederode)
Achternamenindex

koning Philips beleent jhr Adriaen van der Does, schiltknape, baljuw van Schieland, na dode van zijn oom Warnart van der Does, schiltknape, hem aangekomen van zijn vrouw jvr Elisabeth Dever van Minden, met: 1) 14 geersen land in de ban van Heemskerk, genaamd "Cuypersven", belend oost: het gemeen land, zuid: Jan Raet, west: Frans Velserman, noord: Joost Vuytten Hage kind; 2) een sate lands gelegen tot Heemskerk, met huijsinge, belend west: Barthoud van der Dussen [lees = Huessen], zuid: Halmerbeecke langes [Hekmeerbeek]; 3) 2 ackers te Heemskerk, strekkende aan de Kijserenwech [Beijferdenweg], tot aan de Burghsloot, belend noord: Dirc Haeskens en Willem Claesz, west: Claes Heijnricsz; 4) den cingel en de groote boomgaert mit zijnen graften gelegen tot Eemskerck [= Reewijk], zoals Geije voors [! = Gheye die Vriese] die te gebruiken plach, van ouds belend noord: heer Wouter van Heemskerck mit den lande dat hier voortijts Jan van Pruyssen heer Gerytsz van Eemskerck van heer Wouter voirs. te leen hield, en voorts alom belend mit lande van Jan van Pruysen; 5) een camp lands in den Poel, geheten "Oolandts camp", vanouds belend zuid: die here van Bredae [Brederode of Breda?], noord: die Poel. Welcke 3 percelen gelegen zijn tot Eemskerk, alles te houden tot een onversterfelijk erfleen; 6) 2 ackeren lands te Heemskerk, oost: een boomgaard gecomen van wijlen Joost van Minnen, zuid: die Veerwech, west: wijlen Joost van Minnen, noord: die Beeck, leen van Brederode, tot een onversterfelijk erfleen

Heemskerk

Brederode, van | 1617

R.A.H. Coll Aanw 459 p 27
Achternamenindex

memorie van heer Hendrik van Brederode over het zogenaamde huwelijk van Reynout III: de voorverhaelde heer Henrick van Brederode uytlandich soo gesturven zynde, trouwde zijn weduwe daaernaer wederom voor haar tweede man den Palsgrave op den Ryn, den grootvader van dien geene die daer naer hem liet kroonen Koninck van Bemen [= Bohemen] die selve mede gesturven zynde zonder kynderen by haer gehadt te hebben, is die selve weduwe wederom afgekomen in Hollant, metterwoon in den landen van Brederode, op het huys te Kleef, daer geleegen, in welcke goederen en heerlijkheden sij by haeren eersten man gelyftocht, terwijlen sy daer woenden is dickwijls te Vyanen gecomen, in dien tyt dat myn vaders moeder noch leefden, ende en lyet nooyt tot elcken reys, als sy te Vyanen quam mijn vaders moeder aan te spreecken als mede in t lest liggende in haer sieckbedde daerse daernaer oock van quam te sterven. Reynalt haren soon, myn vader, tot syn jaren gecomen zynde troude na zyn moeders doot joffr. Josyna van Arckel geheten Asperen, enige dochter van heer Johan van Arckele here van Vuren. Deze adellyke joffrouwe myn moeder sal. ged. is comen te overlyden in t lest van t jaar op Sainte Lucienavond 1601 op den huyse van den heere van Roen haer neve die daer was. Naerlatende myn vader, haren man, 10 levendige kinderen, 7 sonen en 3 dochters, welke soonen meest in de oorloge van Duytsland syn gebleven, den 4 zoon Henrick den scriver deses, oudt geworden synde 27 jaren naer dat hij eenige jaren in Vranckrijk hadde geweest in den dienst van den Coninck onder syn garde van daer comende in t beginsel van t jaar 1617 werden anno 1618 in t lest van Augustus van den heere van Brederode gebenificeert met het drostambt der stad Ameyde en hoogheemraad van Alblasserwaard

Bekesteyn, van | 1530-01-07 (5)

Ms op Straeten v.d. Molen dl III fol 719 t/m 730, verkorte versie
Achternamenindex

testament Margriet van Bekesteyn: Henric van Berkenrode ontvangt nomine uxoris (Erkenraet): 1) een losrente van 2 £ 3 sc 4 penn sjaers op de stad Haerlem sprekende op Dirc van Bekesteyn, brief dd. 01-09-1517; 2) losrente van 15 R gld sjaers op Haerlem, de penn. 16 op Haerlem, sprekende op Dirc van Bekesteyn, d.d. 01-11-1485; 3) rente van 4 £ Vl. sjaers op de vleysexcijs binnen Haerlem ter losse den penning 18, sprekende op die voors. weduwe van Bekesteyn, d.d. 31-10-1522; 4) ½ van de rietbroucke en utergorsse van Spickenisse ende Brabant daer ut gaet tot een erfhuer 10 R gld sjaers, daer en boven geltet vrij gelt 39 R gld sjaers mijn deel; 5) 48 gemeten lants leggende in Scuddebeurs, gebruict bij de weduwe van Beije Wollebrantsz om 60 R gld sjaers; 6)2 erfpachtbrieven van 14 hont sjaers, daer men of betaelt 21 en 21 st woorden (?) goutgulden, sprekende op sekere hofstede en erve gelegen in Alblas, facit 14 R gld en 16 st sjaers; 7) twee morgen in Assendelft, welke zijn 2 gaerden ende bruict Willem Clorisz om 6 R gld 10 st sjaers; 8) 1¼ gaerde in Assendelft, bruict Lysbeth Claes weduwe om 3 R gld en 5 st sjaers; 9) 2¼ gaerde in Assendelft, bruict Claes Martsz en Jan Martsz om 7 R gld 3en 14 st sjaers; 10) 4¼ gaerden land in Assendelft, bruict Claes Jacobsz Banninck om 9 R gld sjaers; 11) ¾ morgen gebruict Henrick Enghebrechtsz om 30 st sjaers; 12) 13 gaerden in Assendelft, bruict Henric Gerritsz om 34 R gld sjaers; 13) een huis en erve, beijde saetland en weylant gelegen aen geen syde van de Heemste (Heuster) beeck [bij de Regulieren buiten Haarlem], bruijct Jan Henricxz om 42 R gld sjaars; 14) ½ van die Overwerff, groot 7 geersen, gelegen tot Utgeest, bruict Dirc Bruijnsz om 12 R gld sjaers; 15) 5½ made in Wessanen, en bruict Claes Jan Dirc Gerritsz om 14 R gld sjaers; 16) 1 morgen geheten die Werff mede in Wessanen, ende bruyct Marten Jan Yewijnsz om 5 R gld en 15 st sjaers; 17) een stuck weylants en 4 ackeren weijlant, daeraf 1 acker leengoet is, welcke acker behoort toe Wouter van Bekesteyn ende dit leyt nu all in een stuk lants in de ban van Castricum; 18) 2 ackeren saetlants dat men ploecht somtijts in 2 ackeren ende somtijts in 3 ackeren, leggen omtrent Limmervoerde, bruict Nanne Gerritsz om 16 R gld en 5 st jaers; 19) 6 geersen lants in de ban van Limmen, ende bruyct Claes Jacobsz Kaij? om 5 R gld en 5 st sjaers, belast met een oortje tins die de huerman betaelt; 20) een losrente den penn. 16 van 1 £ gr Vl. sjaars op de 5 grote steden van Holland, sprekende op St Michielskl. binnen Haerlem, dd. 25-04-1528; 21) losrente van 1 £ 10 penn. Vl. sjaers den penn. 16 op de voors. 5 grote steden, sprekende op Dirc Dircsz weduwe, 1528-04-27; 22) stuk hoylants gelegen in Heemskerk, groot 5 geersen en bruijct Dirc Gerritsz om 4 R gld sjaers, belast met 1 oortje tins, die de huerman betaelt; 23) twee stucken weylants gelegen bij t Manpadt ende bruijct Bartelmeus Petersz om 4 R gld 15 st sjaers; 24) 4 percelen saetlants gelegen in de ban van Aeckersloot; 25) 1 geersen lants in de ban van Graft. Ende sijn tesamen groot 1 morgen 2 voeten, bruijct Dirck Claesz om 6 R gld 10 st sjaers

Haarlem en Heemstede