15 resultaten
Berkenrode, van | 1473-06-19
Inv Arch Kerkvoogdij 186 St Bavo Haarlem regest 258/Cartul Zeven Getijden Haarlem fol 62
Achternamenindex
Pelgrim Garbrantsz verklaart aan Jan van Berkenrode een jaarlijkse erfpacht van 1 Vrancr croon van goud op een stuk land in de ban van Crommenye verkocht te hebben. Brief bezegeld door Louwe Vredericsz, schout van Westzaenden (1473-09-26, 1427-10-05)
Krommenie
Assendelft, van | 1317-1323
Rek Hen Huis dl II p 446, 445
Achternamenindex
rekeningen van Willem ver Baertenz, rentmeester van Jan van Beaumont: dit is ontvangen van boetes, sedert het baljuwschap van Coene: in Westzaenden van boeten: - Willem van Assendelf 40 sc van een boete, die hij zelf ontvangen had; - Crommenye: Willaem van Aessendelf van enen biistern calve 12 s - noch van enen biisteren stiere 8 sc. - in die Wiich: -Coliin veren Baertenz 40 sc van vechten jegens Croner
Oosterwijk, van | 1450-01-16
R.A.H. Coll Aanw 102 Kennemerland fol 8
Achternamenindex
hertog Philips beleent Jan Reynersz met 3 maden land in het ambacht van Westzaenden, buitendijks, waarvan 1 mat gelegen is in gemengde "vuer" in 14 maden samen met de erfgenamen van Coen van Oisterwijk, het andere mat is gelegen in 12 maden land waarvan de helft toebehoordt aan de erfgenamen van heer Coen, gelegen in Symon Ymmensoirt, hem aangekomen bij dode van zijn broer Dirck Reyner Bairtoutsz.z.
Dullaert | 1334-01-24
Inv Arch Kerkvoogdij Haerlem St Bavo no 213 regest no 7
Achternamenindex
Beatrijs vrouw van Jan veren Baertenz geeft met toestemming van haar man de kapel in de kerk van Haerlem, door hen gesticht, aan haar neef Hughen den Muus, na hun dood te komen op de deken van het OLVr gilde te Haerlem en op de capellanen die dan hebben zullen "veren Baerten cappelrie" (vgl 1325-09-02 en 03)
bezegeld: Janne van Petten, provisor en deken van Kennemerland, Gheeryt Dullaerd en Jacob van Westzaenden
Haarlem
Dalem, van | 1371
Holl Leenkamer 111 fol 118v, fol 180v, no 46 fol 52, fol 43
Achternamenindex
Sophia van Dalem: wie haar vader is staat niet vast. Zij kan een dochter zijn van Jan van Dalem rentmeester van graaf Jan van Bloys, of een jongere zuster van deze Jan en dan een dochter van Floris van Dalem, heer van Dalen. Jan van Chatillon verwekte bij haar o.a. Margriet en Jan van Dorp. Sophia werd door Jan van Chatillon uitgehuwelijkt aan Jan Berwoutsz (van Zaenden) "onsen man" (zegt Jan van Chatillon) vóór zaterdag na Catharinendach 1371. Deze Jan Berwoutsz moet dood zijn vóór 1375, waarna Sophia hertrouwt met Gooswijn (de) Sloeijer. Zaterdag na Catharinadach 1371 wanneer graaf Jan, op verzoek van Jan Berwoutsz, Sophia van Dalem die nu zijn vrouw is, beleent met leengoed in Westzaenden; 1378-02-12: aan Sophia opgedragen. Jan Berwoutsz stierf kinderloos en Guy van Chatillon bevestigt de rechten der kinderen van Sophia en beleent Jan de bastaard, onsen neve, de zoon van Sophia (van Blois van Treslong) waarna Jan dit goed in onderleen geeft aan Goesijn de Sloeijer, nu gehuwd met Jans moeder. Zie ook rekening Jan Tolnaar 1373-1375 als rentmeester van Bloys waarin een post in de week ingaande 19 november 1375, waarin aan Fije Sloyers wijf 5 vaten hoppenbiers worden geschonken. M.i. dus Sophia van Dalem x 1. 1371 Jan Berwoutsz van Zaenden x 2. voor 1375 Goossen Hoijer. Zij leeft nog juni 1383