59 resultaten
Bot | 1472-02-13
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 207, 233v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Peter Bot Volkenz als voogd van zijn zoon Volken Bot wordt na dode van Volkens oudevader Wouter Scade beleend met ½ hoeve veen in het gericht van Zoes in de Grote Slage, belend zeewaarts: Henric Goijertsz en erfgenamen van Roelof van Baern, noordwaarts: Gosen Willemsz en Gysbert Woutersz erfgenamen; Volken Bot wordt beleend tot een goed onversterfelijk erfleen, en Peter doet hulde voor zijn zoon; 1483-02-21: Bernt Scade beleend, na dode van zijn neef Volken Bot Petersz; in margine: "dese ½ hoeve veen heeft nu Jacob Schaij, in libro abbatis Mathei de Goch"
mannen: Evert Heze en Tyman Mouwer van Heersel; 1483: Evert van Heese, Henric van Ryngenberghe
Bot | 1472-02-14
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 204v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: (doorgehaald: "desen brieff was te onrecht bepaelt") Peter Bot Volkenz als voogd van zijn zoon Volken Bot wordt na dode van Volkens oudevader Wouter Scade beleend met ½ hoeve veen in het gericht van Zoes in de Grote Slage, belend aan beide zijden: Jacob Peter Lambertsz.z, strekkende tot aan Hezerveen toe; vervolgens wordt Peter tbv zijn zoon Volken beleend
mannen: Evert van Heeze, Tyman Mouwer van Heersel
Bot | 1472-09-27
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 207, 225v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Evertgen, vrouw van Jan van der Maet, draagt op de helft van een stuk erf gelegen tot Zoes, onderdeylt met haar zuster Geertrude, dat haar vader Willem van Doem van de abdij in leen hield, belend boven: Aernt van Drije, beneden: de heren van Oudmunster; vervolgens wordt Volken Both Peter Bothsz ermee beleend, sterft Volken voor hij mondig is, dan komt dit leen op Evertgen terug; 1482-06-01: Evertgen wordt na dode van Volcken Bot Petersz, van wie zij oude moeder was, beleend, Meeus Verborch doet hulde en eed voor haar
mannen: Gerit Bot Volkenz, Evert van Heze; 1482: Geryt van Rijn, Henric Ryngenberge
Bot | 1472-09-27
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 442v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Volken Bot Petersz maakt met Peter Bot Volkensz, Gerijt Bot Volkensz, Beernt Scaeij en Kosijn Roelfosz, zijn magen van zijn vier vierendelen, tot lijftocht voor Evertgen, vrouw van Jan van der Maet, de rechte rotgraft van den Snorren Veen, dat Volken in leen houdt
mannen: Evert van Heze, Gerrit Bot Volkenz
Bot | 1472-06-06
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 296, 296v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Aelbert Dier als gemachtigde van Herman Andries Botsz wordt na dode van diens oudevader Lambert Pijl, beleend met: 1) 8 schaerweijen in de Kriecxkamp, strekkende uit de Eem tot aan de Bisschopswech, noord: Beert Ricout Willemsz.dochter met ⅓ deel van dezelfde kamp, zuid: die schut en Peter Willemsz, 2) Gerbrant Noijdenz husinge, hofstede en berch, boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Evert van den Doem, strekkende van de Brinck tot aan de overen wech, 3) land boven de overen wech, geheten "dat Brede", boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Evert van den Doem, 4) een dwarsstuk, 1½ scepel land, boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Jan Stuep Ricoutsz, 5) aen die Schoenberch 10 schepel land, aan de Bareweg gelegen [Baernseweg], boven: Goede Scilt, beneden: Evert van den Doem, 6) ½ scepel land in Zindelberch, boven: Wouter Mors, beneden: Geryt Rutger Gerytsz, 7) 1½ scepel land in Heeckacker, boven: Henric Cuper, beneden: nakomelingen van de heren van Abcoude, en het engelant dat hij heeft in het kerspel van Zoes; Herman ontvangt dit alles tot een goed onversterfelijk erfleen
mannen: Geryt van Rijn, Peter Dier, Jan Zaell
Bot | 1475-10-07
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 227v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Herman Andries Botsz droeg op: 1) Garbrant Noijdenz husinge, hofstede en berch, met getimmerte, belend boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Evert van den Doem, strekkende van de Brinck tot aan de overen wech, 2) land boven de overen wech, geheten "die Brede", boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Evert van Doem, 3) een dwarsstuk, 1½ scepel land, boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Jan Stuep Ricoutsz, 4) aen die Schoenberch 10 schepel land, aan de Barrelweg [Baernseweg], boven: Gode Scilt, beneden: Evert van den Doem, 5) ½ scepel land in Zindewech, boven: Wouter Mors, beneden: Geryt Rutger Gerytsz, 6) 1½ scepel land in Hoeck acker, boven: Henric Cuper, beneden: nakomelingen van de heren van Abcoude, en voorts het engelant dat hij heeft in het kerspel van Zoes; vervolgens wordt Pieter Andries Botsz hiermee beleend, behalve de lijftocht voor Bert Lambert Pijls weduwe; hulde doet Herman Andries Botsz tot Peter mondig is
mannen: Herman Berntsz, Johan van Helmont
Bot | 1483-02-24
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 235
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Aermgert Evert Bot Henricsz wijf met haar man Evert wordt na dode van haar broer Henric Bot Petersz beleend, mede namens haar zuster Dibburch (die in een geestelijke vergadering is en daar professie gedaan heeft), met: 1) ½ van ½ van 7 vierdel veen in Herserveen, van der ouder graften aen Heeser sant toe, belend boven: die Zoessche venen en (ook beneden) Aelbrechts erfgenamen van Baren, 2) de helft van een stuk land geheten Oeverveen, gelegen in Zoeserkerspel, strekkende van de Hoijwech op tot die Eme toe, belend zuid: Rijcout Rijcoutsz, noord: Jan die Goeijer, 3) stuk land ook Oeverveen geheten, zuid: Jan Walravens nakomelingen, noord: Evert van Doems nakomelingen, 4) ½ van een stuk veen in Zoeserveen, strekkende van den harden lande westwaarts tot Hoeserveen, zuid: Henric Gijsbertsz en Geryt Rutgersz van Hilhorst, noord: Henrick van Xanten; vervolgens worden beide zusters hiermee beleend [datering onjuist: St Katherinenavond viel op vrijdag, er staat Manendages]
mannen: Claes Jacobsz, Aelbert Dier
Bot | 1485-07-04
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 238
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Geryt Bot Folkensz wordt als voogd van zijn dochter Kerstyne Gerit Bot Folkenszdochter beleend, na dode van haar moeder Margriet Heinric Botter Goijerstzdochter, met ½ van 2½ vierdel veen in Heserveen, belend oost: Willem Hangoedenz, west: Lysbeth van Weede; "versocht Geryt Both hoir vader tot behouf Dyrck synre dochter, apud dominum Guillelmus fol 125"; "ontfangen Christina Willem Aerntsdochter bij opdracht Dirck Dircksz ut in libro abbatis Wilhelmi de nova ecclesia fol 158"; Gerrit Bot Volkensz als voogd van zijn zoon Folken Bot Gerritsz, wordt na dode van diens moeder Lysbeth Andries Botsdochter, beleend met ½ van een stuk land geheten Stalbrenck, gelegen tot Zoest, landwaarts: Jacob Jansz, zeewaarts: Goyert Jacobsz en Evert Jacobsz erfgenamen. Dit heeft ontfangen Cors Meynsz
mannen: jonghe Vrederic van der Zevender, Willem van Dam Petersz
Merwede, van der | 1358
De Raadt II p 239, 473, I p 303
Achternamenindex
Rodolphe die Koc, chevalier, caution de Guillaume de Bot van der Merwede; Jean van der Merwede, écuyer, fils de Florent, caution pour Guillaume Bot van der Merwede; Willem die Bot van der Marwede déclare être marié à Nelle, fille de sire Gisbert Koc van Nederrijnen; Jean de Bot, écuyer, fils de Henri, se porte caution pour Willem die Bot van der Merwede, l'acte l'appelle: Jan Heinric Botssoen, knape