5526 resultaten
Duker | 1326
Leenregisters Kennemerland/Craandijk bl 314
Achternamenindex
Wouter van Rollant maakt de hofstede van Rolland tot duwarie aan zijn vrouw Geertruud; 1329: Willem de bastaard van Holland wordt gegeven de hofstat die van Peter van Rolland was. Noch wordt dit goet gegeven Willem die Coster; 1356-08-10: Hertog Willem bevestigt de lijftocht door Willem van Spaernenwoude gemaakt op Geertruid Gerrit Dukersdochter. Willem van Spaernenwoude, misschien ook Willem de Coster schijnt dezelfde te zijn als de bastaard van Holland en getrouwd met de weduwe van Wouter van Rolland
Looz, van | 1307, 1315
De Raadt II p 377/Diest no 9
Achternamenindex
Marie de Looz dame de Diest, femme de Gerard seigneur de Dies burgrave d'Amers
Duker, de | 1282-11<
De Fremery no 228
Achternamenindex
lenen ten tijde van Floris V: no 239) Jan de Duker te Waremunde het land daar hij op woont 10 £
Delen | 1554~- 1563
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl I dossier 69/6 sub C/2
Achternamenindex
Coenraed Delen, gezworen landmeter van Delfland: opmeting van de landerijen in de ring van Papendrecht
Hoerde, van | 1574-07-23
Navorscher 1897 p 385/Depeches prins Willem I
Achternamenindex
jhr Diemen van Hoerde, jhr N van Assensteyn en Stensel van Namsloo tot commissarissen-generaal in Duitsland gesteld
Dieden, van | 1508-12-13
Kroniek Hist Gen Utrecht jg 1846 p 270
Achternamenindex
Rutger van Dieden, officiaal en proost van Arnhem, verklaring
Drunen, van | 1755-05-05
Inv Arch Bennebroek no 258 p 110
Achternamenindex
Martinus van Drunen, predikant te Bennebroek, beklaagt zich bij Willem de Bruyn heer van Benenbroek, dat zijn overbuurman Leendert van Keulen, hospes in de Zwarte Hond, het aangenaamste gezicht uit de pastorie, ziende over de Bennebroekerlaan, door het plaatsen van een schut weggenomen heeft, en verzoekt dat Leendert van Keulen gelast wordt het bedoelde schut op de hoogte als het vroeger was te doen verkleinen
Delden, van | 1140~
Oorkbk Sticht Utrecht no 380
Achternamenindex
Esic van Busdorf, proost van Paderborn, verklaart dat Lubbert van Delden een mansus met een jaarlijkse opbrengst van 3 sol van hem ontvangen heeft, op voorwaarde dat Lubbert zichzelf en zijn goederen aan de Dom van Paderborn heeft opgedragen. Bevestigd door bisschop Bernard van Paderborn in tegenwoordigheid van Ludolphus, broer van Lubbert van Delden en van Hermannus de Lippia