21249 resultaten

Deu | 1495-1508

Balen: Dordrecht p 301-305
Achternamenindex

Raad in Dordrecht: Cornelis Deu Gysbrechtsz, stierf 1508, in zijn plaats kwam Jan van Slingeland Ottenz

Haerlem, van | 1394

Rek Rentmeester Noordholland 1394 fol 44v
Achternamenindex

rekening rentmeester Noordholland: item bi Roelen de vleyshouwer, Dirc van Haerlem c.s. 2 dage en Jan Willemsz 1 dag t fleys -- onder schoongemaect ende een put gescoten daer men die pensen in scoonmaect ende Wermbout Pieter, sinen soon, van cley te halen daer men die oven int slachthuis mede leemde ende toe leechde, tesamen 3 £ 8sc

Heemskerk, van | 1418-01-02 (1417)

Van Mieris IV bl 444
Achternamenindex

"Jacob etc laten weten heren Gheryt van Heemskerc, hoe dat wij onse huys tot Heemskerc, dat ghi van ons houdt, eens bi onsen getrouwen den heere van Brederode dair God die ziel of hebbe, hebben doen eyschen ons te openen, als dair toebehoirt, dair ons weygerinck of ghesciet is, dez wij niet vermoet en hadden. Ombieden u noch, ende manen u ander werven, dat ghi ons of dengenen dien wijs van onser wegen machtigen, ende dairtoe utscicken sullen, onse vorsz slot opent, ende doet openene, so ghi sculdich zijt te doen, opdat ons geen noot en doe anderen raet dair op te hebben. Hier of uwe bescreve antwoirde bi densen bode.."

Duvel | 1363-1364

Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex

Claes Duvel: afterstal van 1362 van Burhem (Vronen) 19sc 9d (811 fol 2v); 1359-1360 (807 fol 9v), 1360-1361 (808 fol 16v), 1361-1362 (809 fol 12v), 1362-1363 (810 fol 7v): land te Vronen 5 £ 6sc 7d; 1366-1367: (812 fol 3v, 11, 16) Claes Duvels wijf, afterstal van 1362, 6sc, land te Vronen 5£ 6sc 2d 2x

Dyvel | 1337-1340

Grafelijk Rek I p 264
Achternamenindex

afterstallen van de smaltienden in Amstelland, te Muden: Jan Dyvel en Melis 56sc 4d; van de tins in Amstelland, in Muden: 3 £ 7sc 6d; van de corentiende in Amstelland, van de oostzijde van Muden: Claes Lepelaer, van de westzijde: Volmer Jansz en Daem Ghenenz 3£, in Keveren: Gerrit Wilding 6£, in Muderveen: Lambrecht Aerntsz 16sc

Dyvel | 1337-1340

Grafelijk Rek I p 268
Achternamenindex

afterstallen van de marcttollen te Muden 20sc; 1342-1343: afterstallen van 1341 te Muden: Dirc Jacobsz van sire misdaet 5 £ 19sc 4d; innemen baljuwschap in Muden: Dirc Rolle, van lanttughe 8sc, Jan Dyvel van wantalen 6sc 8d, Jan Dyer van vechten 6sc, Gheret Alidez, van vechten 5sc 10d

Doos | 1356-1357

G.A.Amsterdam fam Arch Bicker 719 fol 69
Achternamenindex

stamreeks Meyndert Bartelmeusz Doos, schepen van Amsterdam

Brederode, van | 1408

Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex

Willem van Brederode: van de tienden van Medenblic, Zuder-, Noirder-, heer Hughencooch, afterstal van 1405, 100 £ (839 fol 3v); (fol 26v) afterstal van 1406 van de Medembliker Zuder- en Nordercoech 100 £; 1407: (838 fol 8v) van idem en van de tienden van heer Hughencooch 60£; 1427: (857 fol 31) "doe Joncheer Willem van Brederode tot Medenblick en in Wieringen was daer hij gevangen wert, doe sende Huwet (?) die castellein van der Nyenborch 21 gewapende op die Nyenborch om dat te helpen bewaren, die daer lagen 4 dagen, voor hun cost 9£"

Dalem, van | 1658-07-20

J. le Roux: Recueil de la Noblesse p 311
Achternamenindex

Matthien van Dalem, capitaine de Cavalerie, seigneur en partie de la terre Demy au duché de Luxembourg, fut annobli par lettres patentes le 1658-07-20

Herlaer, van | 1348~ (1345-1351)

Van Mieris II p 759/Matthaeus Chron Egm p 222, 223
Achternamenindex

twist over de tienden van Cole, Boekelsdyc en Bloemertsdyc met de abt van Egmond, die beweerde dat deze tienden als een recht leen aan hem vervallen waren bij de dood van de vrouwe van Rotterdam heer Dirk Boekelsdochter. Zij huwde met heer Simon van Teylinge die belening verzocht aan abt Hugo Mensenz (1326-1345); "daerna doe Haer Symon doot bleef, versochte sijn wijf die tiende, daer veel goede luden over waren, voor Haer Willaem van Rolland, die doe abt was, dies hij haer niet doen en woude"; "Daerna na sij Haer Gerrid van Harlaer te manne, die t oock mede aen Haer Willem van Rolland versochte" zonder resultaat; "Doe seyde Haer Gerrid van Harlaer dat elck man nam, dat hem besciten mochte. Daerna en versocht sij dat goet niet, also langhe alse levede, maer bleef daer in sitten met gewelt.... etc"