Dove | 1174-10-03

v.d. Bergh I no 149

Achternamenindex

graaf Floris III verklaart zich de enige advocaat van Egmond in het geschil tussen het klooster van Egmond en Dodo Berwoudsz

Baldwinus frater comitis, Albuinus et Hugo Capellani, Luso medicus, Florentius de Voern et frater ejus Theodericus, Isbrandus de Harlem et frater eius Gerardus, Simon Galo et frater eius Nicolaus, Wilhelmus de Theylingen, Albertus Baniart, Costinus de Mule, Gerbrandus et frater eius Eylgerus, Everhardus, Theodericus, Alardus Ovo en Hugo de Ackersloot

Dove | 1206-1226

v.d. Bergh I no 377/Bijdr Hist Gen jg 1914 bl 38

Achternamenindex

Lubbert, abt van Egmond, ruilt land gelegen onder Assendelft, met Willem de Ekthorp

Ysbrandus de Haerlem, Theodericus de Alsmar [Alkmer], Isbrandus de Hecmund, Alardus et Florentius fraters eius, Nicolaus et Nicolaus, fratres, filii Nicholai de Heylichloe, Wilhelmus de Ovo [Willem Dove?], Ysbrandus Loef; Isbrandus presbyter, Gregorius, Heinricus, Wilhelmus, Walterus, Isbrandus, Igerus et alii fratres nostrae congregationis; sacerdotes: Bartholomeus de Berghen, Ambrosius de Scoorle

Dove | 1251-01-20 (1250)

v.d. Bergh I no 535

Achternamenindex

Symon miles de Harlem beleent Jacobus de Hilckebroeke, oppidanus in Harlem met het land dat Theodericus filius domini Allaerdi Dove dicti quondam possidet. Datum apud Harlem, vgl 1331-04-01

Haarlem

Dove | 1274

v.d. Bergh II no 282

Achternamenindex

graaf Floris V bevestigt de abdij Leeuwenhorst in haar bezit

presentibus: Theodericus de Thelingen, Clara de Nordeke cum omni familia sua, Florentio de Tolne, Baldwino de Nordeke, Th. De Waremonde; sigilladomini Th. De Theilinge predicti , Symon de Harlem, W. de Brederoede, Johannes Persyn, Arnold de Hemskerke

Dove | 1327-07-26

Ons Voorgeslacht 04-1986 p 308/Bijdr Hist Gen jg 1901 p 248/Reg EL fol 66r

Achternamenindex

huis en hofstede, waar de leenman op woont, binnen de gracht in Akersloot: Dove Willem Dovenz bij dode van zijn vader, die hield van Jan van Bergen; 1346-06-01: Dove Willem Doven in Akersloot, met de werf, belend noord: Thybaut ver Clarenz, west: Dove Willem Dovenz; 1390: Reynier Dovenz met de ledige hand; 1396-01-05: Dove Reiniersz bij dode van zijn vader Reinier Dovenz; 1401-04-23: Claes Symonsz krijgt na dode van Dove Reinersz dit leen ten eigen. Topografische aanduiding: 1390: in het zuideind van Molenbuurt

Dove | 1338-05-24

Kroniek Egmond p 265/Huiszittend Leven dl II p 112

Achternamenindex

stierf Wilhelmus dictus Ove, presbyter in Outorp, schonk 10 sc per jaar

Dove | 1345

Grafelijke Rek Holland II p 520

Achternamenindex

uitgaven rentmeester van Kennemerland: in Akersloot, van arbeid: Gheryt die Vriese, 3 weken, Jan Gheyenz, Willem Niesenz, Spiering Niesenz, Jan die Witte, Wouter, Jans broeder, Oeve van Akersloot

Dove | 1379-06-23

Gen Herald Tentoonstelling Rijsmuseum 08-1933/Orig Kon Oud Genootschap

Achternamenindex

uitspraak van Jan, abt van Egmond, Symon priester en cureit van Wormer en Gheret Voghel, priester en cureit van Sassenheim in een geschil tussen Reynaer Jansz en Reynaer Doevensz over de begeving van een capelanie in de kerk te Akersloot; zegel van Reynier Jansz: een ster

Akersloot

Dove | 1405-02-15

Rechtspraak Graaf van Holland II p 204, 207

Achternamenindex

gaf mijn heer geleide aan Reinier Doevenz e.a. behalve voor Haarlem, verlengd op 1405-03-24 en 04-17. [Er staat: Rynkyn Doevenz; van Rietwijk?]; 1406-02-14: hertog Willem bepaalt het zoengeld voor de doodslag op Symon van Zaenden op 2700 £ waarvan Reyntgen Doevenz 300 £ betalen zal

Boekel/Bokel | 1323-12-11

Reg Rotterdam en Schieland no 317

Achternamenindex

Adolf bisschop van Luik, verklaart dat voor hem terecht zittende in de tuin van zijn paleis te Luik, verscheen heer Johans de Chierf, ridder, die een brief deed lezen dat Johans del Donc, die van den bisschop van Luik de tienden der kerk van Ramesdonck met toebehoren in leen hield, huwde met Maha (Machteld) tevoren vrouw van Leo de Tule en moeder van Jehan le Voweit (Voogd), bij welke vrouw Johan del Donc een dochter (Machteld) verwekte, die haar vader en moeder overleefde en voor wie Williames de Uter Nesse, broer van Johan del Donc, als voogd dit leen ontving, dat deze dochter is overleden en Johan del Donc geen andere kinderen had, waarop Johan le Vouweis het gezegde leen heeft verzocht, dat hiertegen Thieris Boecle, heeft aangevoerd dat dit leen op hem was vervallen omdat hij een bloedverwant was van genoemde Johan del Donc, zijnde hij toch diens broeders zoon, en dat na lezing van deze brief, overeenkomstig het gevoelen van Johan le Chierf vonnis is gewezen ten gusnte van Johan le Voweis

Uytternesse