31464 resultaten

Diert | 1470-09-20

Bijdr Bisdom Haerlem IV p 261
Achternamenindex

Aelbrecht Ottenzvan Egmond schenkt land aan de pastoor te Heemskerk om daarvoor memorie te houden voor hem en zijn familie: "In den eersten de helft van een hoeff lants legghende in den ban Heemskerck bij der Duyn, twisken cyen voer Baert Jan Michielzoons huys, daer lenden off zijn: an t westeynde die grote cye, an die noertzijde Dirc Gherytsz, ant oesteynd die grote cye ende an die zuytzijde Aeff Michiel Diertsdochter. Item noch in denzelven ban voirseyt die helft van de 1 ½ hoeff legghende bij der Duyn bijnoerden den ouden dyck, twisschen cyen, daer lenden off sijn Dirc Mathysz an die zuytzyde ende Aeff Michiel Diertsdochter an de noertzijde. Item noch in denzelven van voorseyt bij der Duyn die helft van een stucke lants twisschen cyen, bijzuden den ouden dijck ende is gheheten "dat block" daer lenden off zijn an die zuytzijde Aeff Michiel Diertsdochter ende an die noertzijde Dirck Michielsz"

Dorcout | 1380-1390

Codex Dipl Neerl serie 2 dl 2 p 206
Achternamenindex

klachten van de heer van Vianen tegen de heer van Arkel: "item soe is ghecomen meyster Aernt Dorcout, reyntmeister des heren van Arkel, ende dat siin brodighe ghesinne is, ende anders een deel ondersaten des heren van Arkel, die die kerke in Heicoep ende een deel der huse afscieten, ende sloeghen daer doot 2 man ende ene man al lam, ende namen daer Peter Martiinssoen ende een deel miinre ondersaten laken ende ander goet, eer sij ontseyde vyant waren"

Witte, (de) | 1315

Van Mieris II p 140
Achternamenindex

"also dat om dese vryheden te hebben die voorsz luyden onse dycken sullen besorgen, alsoo dat di van Werckendam ende die van Houweningen den dyck, die hoort toe tot Geert die Witten lande, ende een deel van 't slijck, dat hem aencoemt, ende die bij Giessenmonde den dijk bij Robbertshouve met een deel van 't slijck die hem aencoemt"

Wilde, de | 1424~

Rechtspraak Graaf van Holland dl II p 60, 61/Memoriale XVI ingeschoven in fol 142
Achternamenindex

vervolg II: "item een ander clage als dat Aernt voirn. gecomen is met vergadering van mannen ende heeft Jan Jacob, mynen oem, daer hij een scout van Alcmair was, ter doot gequetst over een vrede die binnen 4 uren gemaect was, dair hij van die quetsinge doot gebleven is en mynen lieven genadigen heer van Bourgongien en synen Hogen Raet niet en ontsiet van der groter misdaet die hij daer an misdaen heeft. Ende lieve heer Roelant [van Uytkerke], want dese Aernt die Wilde veel andere feyten gedaen heeft, die men u wel onderwysen sal, soe bid ic u vriendelic om God ende om genade, dat ghij dese saken wilt berechten want ic dez niemant te clagen en weet dan u, want ghij ruwairt van dese lande van myns genad. heren wegen ghesett sijt"

Does, van der | 1563-08-12 (07)

Holl Leenkamer no 274 Repert Egmond fol 210, 216v, 217
Achternamenindex

Werner van der Does doet hulde voor zijn vrouw Elisabeth Dever van Minnen, die door de heer van Brederode beleend wordt met 2 ackeren aan de Veerweg te Heemskerk; 1565-03-29: na dode van zijn vrouw wordt hijzelf beleend; 1569-05-07: na dode van Warnaer wordt dit leen blijkens diens testament gemaakt aan Adriaen van der Does, die hem "mijn oom" noemt. Vervolgens op Jan van der Does, daarna Steven van der Does

1e zijtak

Arkel, van | 1381

A.R.A. Graf Rekenkamer 2146, los inliggend/Rentmeestersrekeningen van Arkel 1417-1418
Achternamenindex

"Wij Otte here van Arkel, richter, borghermeijsters ende scepen van Ghorinchem doen cond allen luden dat wi ghegheven hebben ende gheven Wouter van Delf ende Dirc sinen zoen den toern die staet teijnden der Corenbrugghen, ende gheheiten is Dumensteijn, hem beiden te ghebruiken also langhe als si leven zullen, of enich van hem beiden levet, in deser manieren, waert dattet die poert van Ghorinchem te doen hadde van open oerloghes weghen, so souden die poerteren van Ghorinchem verburen ende besighen tot hoerrre nutscap alse solanghe alse open oerloghe waer. In .... des briefs bezeghelt met onser poerten zeghel van Ghorinchem. Vermeld wordt... Des had mijn genedige Here selichge gedachten [d.w.z. hertog Willem] Wouter daer ouer gegeven 1111 M steens van den ouden huze tot Gorinchem, dair Wouter een deel steens of wech had ende den anderen tegens hem quit gecoft so men tot Gorinchem aen der grafte ende opten huze vermetselen moest ende men anders en genen gurigen en conde 3 Eng nob".

Byland, van | 1373, 1393, 1395

De Raadt I p 255/Düss Clèves Mark no 413, 580, 581
Achternamenindex

Othon van Bijlant scelle un acte de son frère Gerard, qui à pris en fermage, du comte de Clèves, zinen Kijfweert, op 't gene zide des Waels, beneden sinen halve deen Heyn van den Dike plach to bouwen; 1393: Henri van Bylant, canoine de Cambrai; 1395: Jean van Bilant scelle des acte du duc de Gueldre; 1395: Othon van Bylant, se porte garant pour le duc de Geldre

Zaenden, van | 1404-03-11

G.A. Alkmaar Klooster Oude Hof no 15 (in dorso no 4)/naar Vangassen no 255 p 134
Achternamenindex

Claes van Saenden Willemsz erkent dat "den baghinen den eyghendom toebehoirt van der muere en van den erve daer die muer op staet die strect twischen den baghynhove ende der hofstede die hair Gheryt van Delf zijn broeder ruemede metter doot mar dat die timmering die hair Gheryt op ter muer hadde doen timmeren sal blijven staen ende dat men in der tymmering gheen op en vensteren houden en sal thegen den baghynhove"

Mathenesse, van | 1424-12-15

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 340v, 341
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: "alle degenen etc doe ic verstaen Adryaen van Matenesse dat mi bi gecomen is hoe Vrancken rechte leenvolgers van Ghestel die tienden tot Heiligersberge gelegen tusschen Scarpendrecht ende Louwerssloet versuemt hebben 4 jaer lang an den abt van St Pouwels te Utrecht also als sie de voirs. tiende van der abdie hielden. En ic dat van den abt voirs also oec verstaen heb dat sie dese voirs tiende na inhout des briefs hierna volgende versuemt hebben, houdende van woirde tot woirde als hierna beschreven staat"; volgt de leenbrief van 1366-08-13; abt Gheryt van Damassche verklaart: "dair wij Jan van Ghestel des voirs Vrancken leenvolger een weet of hebben doen doen als recht is van 4 jaer pacht die ons daer aen ontbraken ende want hi noch nyemant en quam die ons daeraf voldaen hadde, so sijn die tienden vrij an ons en onser abdie gecomen"; de abt verkoopt deze tienden nu aan Adriaen van Matenesse voor 15 scatponden en 4 jaar achterstallige pacht, en hij wordt ermee beleend

Diest, van | 1232, 1235

De Raadt I p 381
Achternamenindex

Arnoldus de Diest scelle avec Jean dit Brine de Diest, frère de Gerard de Diest, tous deux fils de Gerard; 1236: Johannes dictus Briene, dominus de Nederlintre, de l'aveu de sa mère donne à l'abbesse du Val des Vierges; 1272: Johannes dictus Brien dominus de Inferiori Lintere scelle un acte de Gerardus de Binckem dominus de Lintere superiori; 1282: Aelis de Diestre dame de Cysoing, femme d'Helliu sire de Cysoing ber de Flandre; 1286: Arnould de Diest et sa femme Elisabeth; 1286, 1289: Gerardus de Diest filius Arnoldi de Diest, castellani antwerpiensis et Elyzabeth uxoris sue