22502 resultaten

Arkel, van | 1514-10-20

Nyhoff: Gedenkw VI 2, p 819 no 1312/Liber XI der veertien Registers fol 149,150
Achternamenindex

hertog Karel van Gelre als landvorst en leenheer, doet uitspraak in de geschillen tussen Gerit van Arkel heer van Hoekelom en Reino van Dort, aangaande zekere goederen onder de gerigtsbanken van Tuil en Deil

Cock, de | 1409-07-11, 08-08

Reg Rotterdam en Schieland no 1760, 1763
Achternamenindex

schepenen in Rotterdam: 1409 Claes van Delft, schout, Jacob Dirc Spitsz, Heynric van der Dune, Dirc Willem Cockenz, Claes Hobbenz; 08-08: Claes van Delf, schout, Jacob Dirc Spitsz, Heynric van der Duun, Dirc Wille Willem Koxs, Dirc Jacobsz

Does, van der | 1375-02-12

Arch Delftse Statenkloosters p 70 regest 184
Achternamenindex

schout en gezworenen in der abdissen recht van Rynsburg oorkonden, dat heer Dirc Martijnsz, priester, heeft gekocht van Pieter Wende een rente an 19 schell Holl jaarlijks uit een huis en erf. In dorso staat, dat na de dood van Machteld van Delf de kerk van deze rente 9 en het klooster 10 sch jaarlijks zal ontvangen voor de memorie voor jvr Clemens van der Does, alles met consent van de proost van Koningsveld

hoofdtak

Wyffliet, van | 1374

De Raadt IV p 65
Achternamenindex

leen van Philippe [?] van Tudekem: "drie dachwant lants liggende bynnen den byvange van Tuydekem ende den wijndt van eenre wintmoelen op een halff buender eygens, dat driessch is, dair die voorscreven wintmoelen opgestaen heeft, liggende tusschen die erven wijlen Petes Wyfflet aen deen zyde, ende wijlen Jans van der Borch erve, aen dandere, streckende mitten eenen eynde aan die heerstrate van Wezemale te Herent weert gaende"

Doom | 1468-11-03

Coll Aanw 240 fol 1381v
Achternamenindex

Jacob Doom, Cornelis Sanne Meijntges, Dirck Willemsz, drapeniers te 's Hage e.a.: proces tegen de schout daar zij geen eigen ramen bezitten

Deys | 1390-01-03

Codex Dipl Neerl serie 2 dl 2 p 225
Achternamenindex

Willem van Heteren en Peter Otte blijven Ghysbert heer van Vianen en den Goye borg, op een boete van 200 gld Geld, dat Johan Deys Korstiaensz binnen 13 dagen dood of levend binnen Vianen zal komen

Dele | 1410~

Leenregister Culemborg fol 29v
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Claes Delenz 4 hont land gelegen ter Weijde ten man goede; heergewade ½ jaar rente

Dole | 1419-11-17

Leenregister Culemborg fol 86v
Achternamenindex

Hubert heer te Kulenborg ter Lecke en te Eckoye beleent Kerstant Roelenz met zijn lenen o.a. 11 morgen in het ambacht van der Weteringe [Wateringen] strekkende noordwaarts aan de banweg, zuidwaarts aan de banwetering geheten die Zweet, belend boven: Kerstant Roelenz, beneden: Jan Dolenz

Hamelenberge, van | 1467-05-09

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 196
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Gysbert de Wolff van Hamelenberch draagt op tbv zijn zoon Dirc van Hamelenberch, alle lijftocht die hij had aan ⅓ deel, onderdeylt van 4 campen land, gelegen tot Zoes bij den goede te Hamelenberch, geheten: de Stocmaet, de Nijecamp, de Oude Weyde, de Hoetmaet, die Dirc in leen houdt; zijn dochters Mechtelt, Korstijn en Cornelis, die hij heeft bij zijn vrouw Angniese Gerytsdochter van Hensbeeck, met Jan van Lewen en Jacob Henricsz als mombers, afstand tbv van hun broer Dirc, elk van 1 Eng nobel per jaar rente uit dit leengoed; vervolgens draagt Dirc van Hamelenberch dit leen van ½ van ⅓ deel van deze 4 campen, over tbv Pouwels van Malsen, die ermee beleend wordt; "Pouwels is doot ende dit heeft ontfangen Jan sijn soen"; op dezelfde dag wordt met de andere helft van ⅓ deel van deze vier campen beleend Aernt Knoep, na opdracht van Dirc van Hamelenburch

mannen: Henrick de Wit, Jan van der Anxter, Tyman Mouwer van Heersel

Zaenden, van | 1404-03-11

G.A. Alkmaar Klooster Oude Hof no 15 (in dorso no 4)/naar Vangassen no 255 p 134
Achternamenindex

Claes van Saenden Willemsz erkent dat "den baghinen den eyghendom toebehoirt van der muere en van den erve daer die muer op staet die strect twischen den baghynhove ende der hofstede die hair Gheryt van Delf zijn broeder ruemede metter doot mar dat die timmering die hair Gheryt op ter muer hadde doen timmeren sal blijven staen ende dat men in der tymmering gheen op en vensteren houden en sal thegen den baghynhove"