22972 resultaten

Dul | 1428

Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex

jonge Jan Dul, de leydecker, van Haarlem: hij geeft uit voor loot, leyen, leynagelen, soudys (?) cost en arbeitsloon aan de toren van het huis Middelburch 59 £ 11sc 9d (858 fol 2); 1435: (865 fol 11v) werkt aan het huis te Middelburch, Jan Dul; van 1435-1436 (866 fol 12) tot en met 1451-1452 (882 fol 20v): Jan Dul als voren

Dure | 1360-1361

Rek Rentmeester Kennemerland 808 fol 19v
Achternamenindex

Heynric Durenz: van de stalen, de haven en de sloot te Enchusen 14 £; Reyndse Durenz: van de Gangael, het coergelt en sciptolle te Enghusen 16 £

Dros | 1613

V.R.O.A. 1920 I p 705/Arch Stolwijk no 508
Achternamenindex

Pieter Cornelisz Dros, schout van Haestrecht, zegel: 3 (2, 1) posthoorns, helmteken: een klaverblad tussen een vlucht

Daus | 1293-08-14

v.d. Bergh II no 855
Achternamenindex

schepenen van den Briel: Heneman heer Gillisz, Hughe Tierixs, Gerard Lugersz, Jacob heer Coppert Hughensz, Simon van Vlaardingen, Pieter Daus, Hendrik ver Badelogensz, de bastaard, Pieter die Corte, Hughe die Koper

Wassenaer, van | 1418-01-08

R.A.H. Coll Aanw 84 fol 23v
Achternamenindex

gravin Jacoba beveelt heer Henrick van Wassenaer, houtvester van Haarlemmerhout en Willem van Brederode, "dat si onse dune after Tetrode ende Aelbrechtsberge sullen doen bepoten als hun dat nutste ende oirbaerlicser dunken sal ende so wes dat costen sal te bepoten daer sel toe gelden enen ygelicke die geland is tusschen Breedsloot ende den dunen"

Arkel, van | 1379-02-18

Rek Bisdom Utrecht 1378-1573 I p 167
Achternamenindex

rekening van de bisschop van Utrecht, 1378-1379: "item des vridaghes na St Valentijnsdach doe had mijn heer ghewaent, dat die greve van Bloys, die vrouwe van Arkel ende anders veel vrouwen ghecomen soude hebben t Utrecht, ende hebben horen Vastelavont daer ghehouden"

Mathenesse, van | 1424-12-15

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 340v, 341
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: "alle degenen etc doe ic verstaen Adryaen van Matenesse dat mi bi gecomen is hoe Vrancken rechte leenvolgers van Ghestel die tienden tot Heiligersberge gelegen tusschen Scarpendrecht ende Louwerssloet versuemt hebben 4 jaer lang an den abt van St Pouwels te Utrecht also als sie de voirs. tiende van der abdie hielden. En ic dat van den abt voirs also oec verstaen heb dat sie dese voirs tiende na inhout des briefs hierna volgende versuemt hebben, houdende van woirde tot woirde als hierna beschreven staat"; volgt de leenbrief van 1366-08-13; abt Gheryt van Damassche verklaart: "dair wij Jan van Ghestel des voirs Vrancken leenvolger een weet of hebben doen doen als recht is van 4 jaer pacht die ons daer aen ontbraken ende want hi noch nyemant en quam die ons daeraf voldaen hadde, so sijn die tienden vrij an ons en onser abdie gecomen"; de abt verkoopt deze tienden nu aan Adriaen van Matenesse voor 15 scatponden en 4 jaar achterstallige pacht, en hij wordt ermee beleend

Beresteyn, van~ | 1438-09-15

G.A. Amsterdam Arch Gasthuizen no 396
Achternamenindex

voor schepenen van Amsterdam compareerden Duve Ghijsbert Jacobsz vrouw met Ghijsbert Jacobsz, haar man en voogd, en Jacob Jacobsz, zoon van Duve met zijn voogd Jan Scoirt Jansz die screenmaker, dat zij verkocht hebben aan Jan Symonsz 1/6 deel van 1/8 deel van het erf dat Jacob Jansz met Tyman Heynricsz placht toe te behoren en te bewonen, gelegen in de Calverstrate tussen de steeg geheten Ruysch Claessoensstege aan de zuidzijde en Gerrit Heynricxz erf op de noordzijde, strekkende van de halve strate tot aan de Aemstel toe. "In allen schijn alst dair gelegen is ende zijt mitten convents kinderen ter Lely [=oude nonnenconvent] binnen der voorn stede gemeen hadden "

Heemskerk, van | 1418-01-02 (1417)

Van Mieris IV bl 444
Achternamenindex

"Jacob etc laten weten heren Gheryt van Heemskerc, hoe dat wij onse huys tot Heemskerc, dat ghi van ons houdt, eens bi onsen getrouwen den heere van Brederode dair God die ziel of hebbe, hebben doen eyschen ons te openen, als dair toebehoirt, dair ons weygerinck of ghesciet is, dez wij niet vermoet en hadden. Ombieden u noch, ende manen u ander werven, dat ghi ons of dengenen dien wijs van onser wegen machtigen, ende dairtoe utscicken sullen, onse vorsz slot opent, ende doet openene, so ghi sculdich zijt te doen, opdat ons geen noot en doe anderen raet dair op te hebben. Hier of uwe bescreve antwoirde bi densen bode.."

Padberg, van | 1372

De Raadt I p 326/Düss Jul Berg no 871
Achternamenindex

Vollmar von Brenken, donne eyne alden unversegeden hantfrede Ludeken Westudde to hant mines heren des greven van den Berge, vier dage kuntlich vor up te segende to Bilenvelde, vor Fredericke von Patberg van deme Ingenhus etc