13554 resultaten

Dyvel | 1337-1340

Grafelijk Rek I p 264
Achternamenindex

afterstallen van de smaltienden in Amstelland, te Muden: Jan Dyvel en Melis 56sc 4d; van de tins in Amstelland, in Muden: 3 £ 7sc 6d; van de corentiende in Amstelland, van de oostzijde van Muden: Claes Lepelaer, van de westzijde: Volmer Jansz en Daem Ghenenz 3£, in Keveren: Gerrit Wilding 6£, in Muderveen: Lambrecht Aerntsz 16sc

Dyvel | 1337-1340

Grafelijk Rek I p 268
Achternamenindex

afterstallen van de marcttollen te Muden 20sc; 1342-1343: afterstallen van 1341 te Muden: Dirc Jacobsz van sire misdaet 5 £ 19sc 4d; innemen baljuwschap in Muden: Dirc Rolle, van lanttughe 8sc, Jan Dyvel van wantalen 6sc 8d, Jan Dyer van vechten 6sc, Gheret Alidez, van vechten 5sc 10d

Zaemslach, van | 1330

De Raadt III p 294/Chap Notre Dame, à Courtrai; CCB Acquits de Lille 1.42
Achternamenindex

Philippe van Zaemschlacht, chevalier; 1431-1435: Jehan de Saemslach donne au bailli de Bruges des quittances relatives aux gages de Denis del Porte, chapelain du duc de Bourgogne, dans son hotel à Bruges

Witte, (de) | 1315

Van Mieris II p 140
Achternamenindex

"also dat om dese vryheden te hebben die voorsz luyden onse dycken sullen besorgen, alsoo dat di van Werckendam ende die van Houweningen den dyck, die hoort toe tot Geert die Witten lande, ende een deel van 't slijck, dat hem aencoemt, ende die bij Giessenmonde den dijk bij Robbertshouve met een deel van 't slijck die hem aencoemt"

Dijk, van | 1392~

De Raadt I p 382/Urk Cleve-Mark 1368-1396 no 288 p 188
Achternamenindex

Arnould sire de Wachtendonck, frère de Gerard sire de Dyck [mannen van de hertog van Gulik], aura à payer des rents viagères à dame Isabelle van Endelstorpe dame zer Dicke et de Wickrath, et à la soeur de Gerard Catherine van der Dicke dame de Alpem [De Raadt geeft geen datum]; [Isabella von Engelstorf (in de tekst: Engelstorp) herrin zu Dyck und Wickrath. Arnold von Wachtendonc zal haar zolang zij leeft 100 oude schilden per jaar uitreiken]

Wachtendonc, van | 1392~

De Raadt I p 382/Cleve Mark 1368-1396 no 288 p 188
Achternamenindex

Arnould sire de Wachtendonck, frère de Gerard sire de Dyck [mannen van de hertog van Gulik], aura à payer des rents viagères à dame Isabelle van Endelstorpe dame zer Dicke et de Wickrath, et à la soeur de Gerard Catherine van der Dicke dame de Alpem [De Raadt geeft geen datum]; [Isabella von Engelstorf (in de tekst: Engelstorp) herrin zu Dyck und Wickrath. Arnold von Wachtendonc zal haar zolang zij leeft 100 oude schilden per jaar uitreiken]

Monemento, van | 1370-01-03

De Raadt II p 502/Chartes Ducs de Brabant
Achternamenindex

Thierry van Monemunt, chevalier, déclare le duc de Brabant indemnes des dommages que lui et sa soeur, dame Ysabeau van den Gruythuyse ont subis

Endelsdorp, van | 1392-10-02

De Raadt I p 382/Urkunden Cleve-Mark 1368-1396 no 288 p 188
Achternamenindex

Arnould sire de Wachtendonck, frère de Gerard sire de Dyck [mannen van de hertog van Gulik], aura à payer des rents viagères à dame Isabelle van Endelstorpe dame zer Dicke et de Wickrath, et à la soeur de Gerard Catherine van der Dicke dame de Alpem [De Raadt geeft geen datum]. [Isabella von Engelstorf (in de tekst: Engelstorp) herrin zu Dyck und Wickrath. Arnold von Wachtendonc zal haar zolang zij leeft 100 oude schilden per jaar uitreiken uit de tol te Kaiserswerth]

Gruijthuijse, van den | 1370-01-03

De Raadt II p 502/Chartes des Ducs de Brabant
Achternamenindex

Thierry van Monemunt, chevalier, déclare le duc et la duchesse de Brabant indemnes des dommages que lui et sa soeur, dame Ysabeau van den Gruythuyse, ont subis

Dorcout | 1380-1390

Codex Dipl Neerl serie 2 dl 2 p 206
Achternamenindex

klachten van de heer van Vianen tegen de heer van Arkel: "item soe is ghecomen meyster Aernt Dorcout, reyntmeister des heren van Arkel, ende dat siin brodighe ghesinne is, ende anders een deel ondersaten des heren van Arkel, die die kerke in Heicoep ende een deel der huse afscieten, ende sloeghen daer doot 2 man ende ene man al lam, ende namen daer Peter Martiinssoen ende een deel miinre ondersaten laken ende ander goet, eer sij ontseyde vyant waren"