14369 resultaten
Dyvel | 1337-1340
Grafelijk Rek I p 268
Achternamenindex
afterstallen van de marcttollen te Muden 20sc; 1342-1343: afterstallen van 1341 te Muden: Dirc Jacobsz van sire misdaet 5 £ 19sc 4d; innemen baljuwschap in Muden: Dirc Rolle, van lanttughe 8sc, Jan Dyvel van wantalen 6sc 8d, Jan Dyer van vechten 6sc, Gheret Alidez, van vechten 5sc 10d
Delf | 1311-02-05
Cartul Marienweerd no 137
Achternamenindex
Rodolphus dictus Delf de Driel verkoopt voor 100 £: - land, Ghere genoemd, te Afterdike, tussen Jacobus de Veltdriel en tussen land geheten Dijparc; - 7 jugera boven Pulssteghe te Driel tussen Gerardus Beyer en Wilhelmus Pinacker aan Henricus Fey junior de Bomel; tegen betaling van 4£ per jaar krijgt hij het land weer in erfpacht
borgen: Nicholaus Moront en Alardus zoon van Gerardus Loy de Driele; schepenen in Santbomel: Johannes Weryn en Petrus Moliart
Doos | 1356-1357
G.A.Amsterdam fam Arch Bicker 719 fol 69
Achternamenindex
stamreeks Meyndert Bartelmeusz Doos, schepen van Amsterdam
Dijk, van | 1392~
De Raadt I p 382/Urk Cleve-Mark 1368-1396 no 288 p 188
Achternamenindex
Arnould sire de Wachtendonck, frère de Gerard sire de Dyck [mannen van de hertog van Gulik], aura à payer des rents viagères à dame Isabelle van Endelstorpe dame zer Dicke et de Wickrath, et à la soeur de Gerard Catherine van der Dicke dame de Alpem [De Raadt geeft geen datum]; [Isabella von Engelstorf (in de tekst: Engelstorp) herrin zu Dyck und Wickrath. Arnold von Wachtendonc zal haar zolang zij leeft 100 oude schilden per jaar uitreiken]
Wachtendonc, van | 1392~
De Raadt I p 382/Cleve Mark 1368-1396 no 288 p 188
Achternamenindex
Arnould sire de Wachtendonck, frère de Gerard sire de Dyck [mannen van de hertog van Gulik], aura à payer des rents viagères à dame Isabelle van Endelstorpe dame zer Dicke et de Wickrath, et à la soeur de Gerard Catherine van der Dicke dame de Alpem [De Raadt geeft geen datum]; [Isabella von Engelstorf (in de tekst: Engelstorp) herrin zu Dyck und Wickrath. Arnold von Wachtendonc zal haar zolang zij leeft 100 oude schilden per jaar uitreiken]
Monemento, van | 1370-01-03
De Raadt II p 502/Chartes Ducs de Brabant
Achternamenindex
Thierry van Monemunt, chevalier, déclare le duc de Brabant indemnes des dommages que lui et sa soeur, dame Ysabeau van den Gruythuyse ont subis
Endelsdorp, van | 1392-10-02
De Raadt I p 382/Urkunden Cleve-Mark 1368-1396 no 288 p 188
Achternamenindex
Arnould sire de Wachtendonck, frère de Gerard sire de Dyck [mannen van de hertog van Gulik], aura à payer des rents viagères à dame Isabelle van Endelstorpe dame zer Dicke et de Wickrath, et à la soeur de Gerard Catherine van der Dicke dame de Alpem [De Raadt geeft geen datum]. [Isabella von Engelstorf (in de tekst: Engelstorp) herrin zu Dyck und Wickrath. Arnold von Wachtendonc zal haar zolang zij leeft 100 oude schilden per jaar uitreiken uit de tol te Kaiserswerth]
Does, van der | 1563-08-12 (07)
Holl Leenkamer no 274 Repert Egmond fol 210, 216v, 217
Achternamenindex
Werner van der Does doet hulde voor zijn vrouw Elisabeth Dever van Minnen, die door de heer van Brederode beleend wordt met 2 ackeren aan de Veerweg te Heemskerk; 1565-03-29: na dode van zijn vrouw wordt hijzelf beleend; 1569-05-07: na dode van Warnaer wordt dit leen blijkens diens testament gemaakt aan Adriaen van der Does, die hem "mijn oom" noemt. Vervolgens op Jan van der Does, daarna Steven van der Does
1e zijtak
Gruijthuijse, van den | 1370-01-03
De Raadt II p 502/Chartes des Ducs de Brabant
Achternamenindex
Thierry van Monemunt, chevalier, déclare le duc et la duchesse de Brabant indemnes des dommages que lui et sa soeur, dame Ysabeau van den Gruythuyse, ont subis
Dorcout | 1380-1390
Codex Dipl Neerl serie 2 dl 2 p 206
Achternamenindex
klachten van de heer van Vianen tegen de heer van Arkel: "item soe is ghecomen meyster Aernt Dorcout, reyntmeister des heren van Arkel, ende dat siin brodighe ghesinne is, ende anders een deel ondersaten des heren van Arkel, die die kerke in Heicoep ende een deel der huse afscieten, ende sloeghen daer doot 2 man ende ene man al lam, ende namen daer Peter Martiinssoen ende een deel miinre ondersaten laken ende ander goet, eer sij ontseyde vyant waren"