28165 resultaten

Dyvel | 1337-1340

Grafelijk Rek I p 268
Achternamenindex

afterstallen van de marcttollen te Muden 20sc; 1342-1343: afterstallen van 1341 te Muden: Dirc Jacobsz van sire misdaet 5 £ 19sc 4d; innemen baljuwschap in Muden: Dirc Rolle, van lanttughe 8sc, Jan Dyvel van wantalen 6sc 8d, Jan Dyer van vechten 6sc, Gheret Alidez, van vechten 5sc 10d

Teylingen, van~ | 1410-07-13

Wapenheraut jg 1904 p 271
Achternamenindex

"doe quam Herman van Afferden weder, so hi in den lande van Gelre gesent was, mit Ghyskin Fey ende mit meer gesellen ende namen Symon Teylinc ut der meynte after Lederdam (…) ende reden doir Reynoy, duer Besde ende duer den lande van Gelre bi Oechten over ende voert tot Afferden dair si II mergen vercoften.."

Boekel/Bokel | 1323-12-11

Reg Rotterdam en Schieland no 317
Achternamenindex

Adolf bisschop van Luik, verklaart dat voor hem terecht zittende in de tuin van zijn paleis te Luik, verscheen heer Johans de Chierf, ridder, die een brief deed lezen dat Johans del Donc, die van den bisschop van Luik de tienden der kerk van Ramesdonck met toebehoren in leen hield, huwde met Maha (Machteld) tevoren vrouw van Leo de Tule en moeder van Jehan le Voweit (Voogd), bij welke vrouw Johan del Donc een dochter (Machteld) verwekte, die haar vader en moeder overleefde en voor wie Williames de Uter Nesse, broer van Johan del Donc, als voogd dit leen ontving, dat deze dochter is overleden en Johan del Donc geen andere kinderen had, waarop Johan le Vouweis het gezegde leen heeft verzocht, dat hiertegen Thieris Boecle, heeft aangevoerd dat dit leen op hem was vervallen omdat hij een bloedverwant was van genoemde Johan del Donc, zijnde hij toch diens broeders zoon, en dat na lezing van deze brief, overeenkomstig het gevoelen van Johan le Chierf vonnis is gewezen ten gusnte van Johan le Voweis

Uytternesse

Dalem, van | 1484-01-16 (1483)

R.A.H. Coll Aanw 108 Caput Zeeland fol 5/Reg Max. Philips fol 5
Achternamenindex

Max. en Philips belenen Cornelis Pietersz van Dalem, na dode van zijn vader Pieter Cornelisz van Dalem met 1/24 deel van de heerlijkheid van het land van Vosmair, tot een onversterfelijk erfleen, behalve het 1/24 deel van de tienden van Oude Vosmaer, dat in deze belening niet begrepen is, na overgifte van Pieter in zijn leven onlangs gedaan, mee beleend is Anthonis Jansz van Wissekerke. Daar Cornelis nog onmondig is doet zijn oom en voogd Jacob van Dalem hulde voor hem; 1494-10-15: doet hij zelf de eed

Baer, van | 1356~

dr v Veen: Reg Lenen Bannerheerlijkheid Baer p 9
Achternamenindex

een tiende te Dyer [Dieren], geheten der Nevelinge tiende: Ricolt van Baer [het andere afschrift heeft: Nycolae van Baer, misschien heeft deze afschrijver R gelezen in plaats van N; in verband met de verwantschap met de "van Ochtens" is de naam Ricolt te verklaren]

Jode, de | 1468-07-24

Coll Aanw 240 fol 986, 1003, 1019v, 1073
Achternamenindex

de jvr van Hardinxvelt en haar zoon Aernt contra Aernt van der Duijn (opschrift: Daem); 1468-07-27: Aernt die Juede contra Daem van der Duyn over het veer te Hardinxvelt door Aernt geerfd van zijn oude vader heer Arent van Gent; idem 1468-07-28 en 1468-08-11

Does, van der | 1427

Stadsrekening Leiden I p 161, 162
Achternamenindex

dit zijn degenen die geld geleend hebben tot de reijse voir die Eem: Heynric van der Does 5 scilde, Dirc van der Does 5 scilde

1e zijtak

Doens | 1500~1600

Batavia Illustrata bl 1170
Achternamenindex

genoemd: Pieter Doens, zoon Hugo Doens x Digna Stalpert van der Wiele

Dalem, van | 1561-09-09

R.A.H. Coll Aanw 132 Caput Zeeland fol 157, 158
Achternamenindex

Philips beleent jonker Cornelis van Dalem, na dode van zijn vader jonker Pieter van Dalem met: 1) 1/24 deel van Vosmaer, behalve de tiende van Oude Vosmaer; 2) 1/24 deel van de tienden van Oude Vosmaer. Eodem die transporteert Cornelis de helft van dit leen aan zijn broer jonker Lodewijk van Dalem

Bergh, van den | 1469-12-30

Arch Huis Bergh Reg Brieven 243
Achternamenindex

de heer van den Bergh schrijft aan heer Derck van der Horst, ridder, maarschalk, dat hij Daem [Adam] Schaep heeft ondervraagd, waaruit bleek, dat deze tot een conferentie bereid was, en deelt mede te betreuren dat dit plan niet is aangenomen door de tegenpartij