28618 resultaten

Stecke | 1470~

Quellen Stift Xanten p 501, 504
Achternamenindex

Stiftshöfe in Rindern: achter Ryneren tussen der lantweren end den dorp Ryneren een stuck land, daer die alde straet doer geet, gelegen mitter eenre syde lanx lant dat Roesselen, end dat nu is Wilhelmus van Ophuysen, ende mitter ander eynde allanx Goessen Stecken land"; Goessen Steck of zijn zuster, belending aldaar

Zaemslach, van | 1330

De Raadt III p 294/Chap Notre Dame, à Courtrai; CCB Acquits de Lille 1.42
Achternamenindex

Philippe van Zaemschlacht, chevalier; 1431-1435: Jehan de Saemslach donne au bailli de Bruges des quittances relatives aux gages de Denis del Porte, chapelain du duc de Bourgogne, dans son hotel à Bruges

Zeelander, de | 1415-06-23

Van Mieris IV p 340
Achternamenindex

hertog Albrecht doet op enige punten nader uitspraak over de doodslag op Simon van Zaenden te Haarlem; "overeede" zullen doen van Simons dood, o.a. Claes Zeelander; als Claes en Dirc Symons bastaarden gekomen zijn en overede gedaan hebben, zullen zij elk uit de zoen 50 £ ontvangen en Willem Hagen, Simons bastaardzoon 25 £. Weigeren zij dit te doen dan zal dit geld bijven bij Claes van Ruyven tot zij zich bereid verklaard hebben. "Item die voirzoen zal hebben Claes Zeelander met een deel van Symons magen, die daer cost om gedaen hebben. Item die machzoen sal men smaldeelen, is dats die mage niet eens en worden, bi Vranc van Zenden, Dirc Wyntgensz, Jan van Sparnwoude, Claes Zeelander"

Cock, de | 1409-07-11, 08-08

Reg Rotterdam en Schieland no 1760, 1763
Achternamenindex

schepenen in Rotterdam: 1409 Claes van Delft, schout, Jacob Dirc Spitsz, Heynric van der Dune, Dirc Willem Cockenz, Claes Hobbenz; 08-08: Claes van Delf, schout, Jacob Dirc Spitsz, Heynric van der Duun, Dirc Wille Willem Koxs, Dirc Jacobsz

Wyffliet, van | 1374

De Raadt IV p 65
Achternamenindex

leen van Philippe [?] van Tudekem: "drie dachwant lants liggende bynnen den byvange van Tuydekem ende den wijndt van eenre wintmoelen op een halff buender eygens, dat driessch is, dair die voorscreven wintmoelen opgestaen heeft, liggende tusschen die erven wijlen Petes Wyfflet aen deen zyde, ende wijlen Jans van der Borch erve, aen dandere, streckende mitten eenen eynde aan die heerstrate van Wezemale te Herent weert gaende"

Arkel, van | 1381

A.R.A. Graf Rekenkamer 2146, los inliggend/Rentmeestersrekeningen van Arkel 1417-1418
Achternamenindex

"Wij Otte here van Arkel, richter, borghermeijsters ende scepen van Ghorinchem doen cond allen luden dat wi ghegheven hebben ende gheven Wouter van Delf ende Dirc sinen zoen den toern die staet teijnden der Corenbrugghen, ende gheheiten is Dumensteijn, hem beiden te ghebruiken also langhe als si leven zullen, of enich van hem beiden levet, in deser manieren, waert dattet die poert van Ghorinchem te doen hadde van open oerloghes weghen, so souden die poerteren van Ghorinchem verburen ende besighen tot hoerrre nutscap alse solanghe alse open oerloghe waer. In .... des briefs bezeghelt met onser poerten zeghel van Ghorinchem. Vermeld wordt... Des had mijn genedige Here selichge gedachten [d.w.z. hertog Willem] Wouter daer ouer gegeven 1111 M steens van den ouden huze tot Gorinchem, dair Wouter een deel steens of wech had ende den anderen tegens hem quit gecoft so men tot Gorinchem aen der grafte ende opten huze vermetselen moest ende men anders en genen gurigen en conde 3 Eng nob".

Mathenesse, van | 1424-12-15

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 340v, 341
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: "alle degenen etc doe ic verstaen Adryaen van Matenesse dat mi bi gecomen is hoe Vrancken rechte leenvolgers van Ghestel die tienden tot Heiligersberge gelegen tusschen Scarpendrecht ende Louwerssloet versuemt hebben 4 jaer lang an den abt van St Pouwels te Utrecht also als sie de voirs. tiende van der abdie hielden. En ic dat van den abt voirs also oec verstaen heb dat sie dese voirs tiende na inhout des briefs hierna volgende versuemt hebben, houdende van woirde tot woirde als hierna beschreven staat"; volgt de leenbrief van 1366-08-13; abt Gheryt van Damassche verklaart: "dair wij Jan van Ghestel des voirs Vrancken leenvolger een weet of hebben doen doen als recht is van 4 jaer pacht die ons daer aen ontbraken ende want hi noch nyemant en quam die ons daeraf voldaen hadde, so sijn die tienden vrij an ons en onser abdie gecomen"; de abt verkoopt deze tienden nu aan Adriaen van Matenesse voor 15 scatponden en 4 jaar achterstallige pacht, en hij wordt ermee beleend

Hert, de | 1344-08-20 - 1345-05-26

Rek Hen Huis II p 117
Achternamenindex

ontvangsten rentmeester van Noordholland: item beval mijn here mid sinen openen brieve te innen tghelt van den weghe tusken Ryswyc enter Haghe, dairt after stond, ende die vaert dair mede te doen delven; dair of ontfenc Gheret van her Claes den Hert 38 £ 6 sc 8d, maken in paumente 42 £ 11 sc 10 d

Hagen | 1352-12-09

A.R.A. Leenkamer 32 copieen fol 28/Reg EL 25 fol 18v
Achternamenindex

"Ick Symon Hagen, poerter in Haerlem, make condt allen luden, dat ick getuucht hebbe in tiegenwooridicheden mijns liefs heeren Hertoge Willems van Beyeren etc, dat ¼ deel van dien cogge die voor Lusenborch bi Sceveningen brack des vridachs voor St Martynsdach in den winter, ende geheten was "God beraet", ende ¼ deel van wande ende van vrachte van dien cogge was en is Wonninge Elsteden van Hamburch en waer daer gebreck aen, of dat Woninge voers meer aen hem toge van den aengecomenen goede uyt dien cogge dan hem met rechte van dien ¼ deel toebehoerde, dat lant (?= sou't) Symon voers minen lieven heer voers te beteren met 200 goede scilde. In oerconde desen brieve besegelt met minen segele. Ende ick Wonninc voers, want Symon, mijn trouwe vrient, dese voerg. tuge ende loefte om mine vordering en bede gedaen heeft, soe love ick hem in goede trouwen daer scadeloes of te houden"; volgen de merken die op de zakken voorkomen. Verder heeft Wonninge betaalt aan Heynric Jansz, rentmeester van Aemsterland van ¼ deel van t hout van de cogge 3 £ 5 sc en van den gewande 4 £ 8sc, maakt 7£ 13sc

Haarlem

Herlaer, van | 1348~ (1345-1351)

Van Mieris II p 759/Matthaeus Chron Egm p 222, 223
Achternamenindex

twist over de tienden van Cole, Boekelsdyc en Bloemertsdyc met de abt van Egmond, die beweerde dat deze tienden als een recht leen aan hem vervallen waren bij de dood van de vrouwe van Rotterdam heer Dirk Boekelsdochter. Zij huwde met heer Simon van Teylinge die belening verzocht aan abt Hugo Mensenz (1326-1345); "daerna doe Haer Symon doot bleef, versochte sijn wijf die tiende, daer veel goede luden over waren, voor Haer Willaem van Rolland, die doe abt was, dies hij haer niet doen en woude"; "Daerna na sij Haer Gerrid van Harlaer te manne, die t oock mede aen Haer Willem van Rolland versochte" zonder resultaat; "Doe seyde Haer Gerrid van Harlaer dat elck man nam, dat hem besciten mochte. Daerna en versocht sij dat goet niet, also langhe alse levede, maer bleef daer in sitten met gewelt.... etc"