27977 resultaten

Diert | 1470-09-20

Bijdr Bisdom Haerlem IV p 261
Achternamenindex

Aelbrecht Ottenzvan Egmond schenkt land aan de pastoor te Heemskerk om daarvoor memorie te houden voor hem en zijn familie: "In den eersten de helft van een hoeff lants legghende in den ban Heemskerck bij der Duyn, twisken cyen voer Baert Jan Michielzoons huys, daer lenden off zijn: an t westeynde die grote cye, an die noertzijde Dirc Gherytsz, ant oesteynd die grote cye ende an die zuytzijde Aeff Michiel Diertsdochter. Item noch in denzelven ban voirseyt die helft van de 1 ½ hoeff legghende bij der Duyn bijnoerden den ouden dyck, twisschen cyen, daer lenden off sijn Dirc Mathysz an die zuytzyde ende Aeff Michiel Diertsdochter an de noertzijde. Item noch in denzelven van voorseyt bij der Duyn die helft van een stucke lants twisschen cyen, bijzuden den ouden dijck ende is gheheten "dat block" daer lenden off zijn an die zuytzijde Aeff Michiel Diertsdochter ende an die noertzijde Dirck Michielsz"

Boekel/Bokel | 1323-12-11

Reg Rotterdam en Schieland no 317
Achternamenindex

Adolf bisschop van Luik, verklaart dat voor hem terecht zittende in de tuin van zijn paleis te Luik, verscheen heer Johans de Chierf, ridder, die een brief deed lezen dat Johans del Donc, die van den bisschop van Luik de tienden der kerk van Ramesdonck met toebehoren in leen hield, huwde met Maha (Machteld) tevoren vrouw van Leo de Tule en moeder van Jehan le Voweit (Voogd), bij welke vrouw Johan del Donc een dochter (Machteld) verwekte, die haar vader en moeder overleefde en voor wie Williames de Uter Nesse, broer van Johan del Donc, als voogd dit leen ontving, dat deze dochter is overleden en Johan del Donc geen andere kinderen had, waarop Johan le Vouweis het gezegde leen heeft verzocht, dat hiertegen Thieris Boecle, heeft aangevoerd dat dit leen op hem was vervallen omdat hij een bloedverwant was van genoemde Johan del Donc, zijnde hij toch diens broeders zoon, en dat na lezing van deze brief, overeenkomstig het gevoelen van Johan le Chierf vonnis is gewezen ten gusnte van Johan le Voweis

Uytternesse

Cuyk, van | 1343-11-11

Van Mieris II p 680
Achternamenindex

"Ic oorconde ende tughe ver Hasetiaen vrouwe van Raephorst, als dat die Borchgrave Dirc ende ver Justine Haren Hughen des Gouwersdochter rechte eerste lid waren als in maechschap, bij deser redenen als hierna beschreven staet: want heren Dirc die Borchgrave van Leyden een broeder was te Kuucq, die [nl heer Dirk] des Borchgraven Dircx die leste was sijn oudevader was [dwz deze 1e heer Dirk was grootvader van heer Dirk die nu pas overleden was]. Ende heren Hughe van Heenvliet, dat hi deser ver Justinen oudevader was. Ende dat die Borchgrave Dirc die broeder was te Kuucq ende Haren Hughe van Heenvliet waren suster kynder ende broeder" [dwz kinderen van een zuster en een broer, dus volle neven]

Does, van der | 1400-09-24

Arch Abdij Egmond Inv no 605
Achternamenindex

Dirc van Rollant oorkondt dat hij de abt van Egmond heeft opgedragen en wederom van hem in leen ontvangen "alle lienrecht ende toeseggen dat ic hebbe an dat ⅓ deel der rottienden die wileneer Pieter van Rollant, myn oudoem, daer God die ziel of hebben moet, te liene helt van den Godshuus voirs, ende mij nu opbestorven is van Dirc Dircxz van der Does, minen neve, leste besitter van desen liengoede". Dirk van Rolland draagt op alle leengoederen, op het ⅓ deel van de rottiende na, die zijn oudoom Pieter van Rolland eertijds bezeten heeft en die hem van zijn neef Dirc Dircsz van der Does aanbestorven zijn; 1317-05-23: de abt van Egmond beleend Machteld dochter van Dirk van Rolland met de rottiende die haar vader in leen hield van de abt, te versterven op zoons of dochters

Dorcout | 1380-1390

Codex Dipl Neerl serie 2 dl 2 p 206
Achternamenindex

klachten van de heer van Vianen tegen de heer van Arkel: "item soe is ghecomen meyster Aernt Dorcout, reyntmeister des heren van Arkel, ende dat siin brodighe ghesinne is, ende anders een deel ondersaten des heren van Arkel, die die kerke in Heicoep ende een deel der huse afscieten, ende sloeghen daer doot 2 man ende ene man al lam, ende namen daer Peter Martiinssoen ende een deel miinre ondersaten laken ende ander goet, eer sij ontseyde vyant waren"

Donk, van der | 1514-05-09

Ons Voorgeslacht 06-1986 p 528
Achternamenindex

leen van Vianen: [welk leen ?] Hendrik van der Donk voor Maria, dochter van Henric die Wilde, bij dode van haar moeder Jutte; 1517-04-28: Hendrik van der Donk voor Maria de Wilde tekomen op haar neef Jan van Heteren Bertoutsz of Dirkje Jansdochter; 1537-03-03: Cornelis van Zandwijc Swedersz voor Maria de Wilde na dode van Henric van der Donc

Alpen, van | 1392~

De Raadt I p 382
Achternamenindex

Arnould heer van Wachtendonck, frère de Gerard heer van Dyck, aura à payer des rentes viagères à dame Isabelle van Endelstorpe, dame van der Dicke et de Wickrath, et à la soeur de Gerard: Catharine van der Dicke, dame de Alpen

Duyn, van der | 1366-01-15

Kroniek Egmond p 249, 252/Dagregister/ Cartul Egmond 1378 p 94, ms B IV p 75
Achternamenindex

stierf Margareta van den Dune, die aan het klooster 5 £ besprak en op ons kerkhof begraven is; 1370-02-16: stierf Nicolaes, zoon van Margaretha van der Duyn, die 5 £ besproken heeft

Dorp, van |

Batavia Illustrata bl 1074, 940, 921, Wapenheraut jg II: 161
Achternamenindex

genoemd: Cornelis van Dorp, Delft x 1580 .. Van Roon. Maria van Dorp x Adriaan Duyk. Arent van Dorp kocht ± 1565 de heerlijkheid Tol van Jacob Copier die zich in 1567 naar het buitenland begaf. Anna Maria van Dorp, van Maasdam, geboren Den Haag 1688-08-06, gestorven aldaar 1749-01-06, x 1753-11-22 jhr Adam Adriaen van der Duyn, vrijheer van 's Gravenmoer, heer van Maasdam

Wilde, de | 1424~

Rechtspraak Graaf van Holland dl II p 60, 61/Memoriale XVI ingeschoven in fol 142
Achternamenindex

vervolg II: "item een ander clage als dat Aernt voirn. gecomen is met vergadering van mannen ende heeft Jan Jacob, mynen oem, daer hij een scout van Alcmair was, ter doot gequetst over een vrede die binnen 4 uren gemaect was, dair hij van die quetsinge doot gebleven is en mynen lieven genadigen heer van Bourgongien en synen Hogen Raet niet en ontsiet van der groter misdaet die hij daer an misdaen heeft. Ende lieve heer Roelant [van Uytkerke], want dese Aernt die Wilde veel andere feyten gedaen heeft, die men u wel onderwysen sal, soe bid ic u vriendelic om God ende om genade, dat ghij dese saken wilt berechten want ic dez niemant te clagen en weet dan u, want ghij ruwairt van dese lande van myns genad. heren wegen ghesett sijt"