30 resultaten
Ravesteyn, van | 1487
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl II dossier 188
Achternamenindex
de heer en vrouwe van Ravestein bezitten de heerlijkheid Sommelsdijk, met enige schorren vóór de dijk waardoor deze tegen het zeewater beschermd wordt; buiten hun medeweten had Cornelis Gillisz een schor in de haven van Dirksland bedijkt en in bezit genomen en zijn zoons, o.a. Adriaen Cornelisz, hadden deze nu door een dam verboden met de dijk van Melissant, waardoor Sommelsdijk met grote schade bedreigd werd
Slingeland, van | 1441-04-21
R.A.H. Coll Aanw 101 fol 3, 100 ZH fol 1/Van Mieris Vervolg p 23
Achternamenindex
hertog Philips beleent Jan Reynoutsz met het ambacht van Puttershoeck van der Zijdwind, hem aangekomen van zijn broer Sarijs Reynoudsz; daar Jan onmondig is, dragen zijn voogden zijn oom Aernt Sarijsz en Jacob Pietersz, schepenen in Dordrecht, het goed dat nog niet voldoende bedijkt is, weer op tbv Dirck van Slingeland Ottenz, die vervolgens beleend wordt; jvr Marije Jansdochter van Aerssen scheldt haar lijftocht op dit goed kwijt
Gemont, van | 1395-10-13
Nibbelink regest no 94, 98, 110/R.G.P. 182 p 315 Rek Rentmeester Zuidholland fol 2/Reg Rotterdam en Schieland no 1339
Achternamenindex
hertog Albrecht geeft aan Arent van Gemont het veer tussen Dordrecht en Zwijndrecht "om scade die hij om shertog wille geleden had", voor de tijd van 6 jaar, tenzij de Riederwaard binnen die tijd mocht worden bedijkt; 1399-01-01 (1398): hij ontvangt het voor zijn leven, onder hetzelfde voorbehoud; 1404-07-15: hertog Albrecht geeft het veer tussen Dordrecht en Zwijndrecht aan de weduwe van Arent van Gemond, Marie Henric Gheraertsdochter
Bruheze, van | 1566-12-27
R.A.Arnhem Recht Arch Heerlijkheid Ammerzoden 242
Achternamenindex
schepenen van Ammerzoden getuigen dat Jan Holl Heinricsz promisit Gillis Jansz tbv Roberta de Bever (in de kant Roberta van Beveren), weduwe van Robbert van Brauhesen 6 gouden gld te heffen uit het huis en hofstad daar Jan Holl voors op woont, belend: de heer van Ammersoyen, Goessen Brant. Verder uit 2 morgen land op de Stroacker, ongescheiden en niet bedijkt, daar Willem Teuwen de wederhelft van heeft, losbaar met 100 g.gld
Hodenpijl, van | 1468-01-19
Coll Aanw 238 fol 163, 187, 393v, 240 fol 1010v, 1088, 1091, 1098v/Mem Hof van Holland
Achternamenindex
Jan van Hodenpijl, eiser, contra de erfgenamen van Pieter Robbrechtsz, uitstel verleend (238 fol 163); 1468-01-27: (fol 187) uitstel'1468-03-14: uitstel (fol 393v); 1468-03-21: is van plan landen te bedijken te Maasland; 1468-07-27: zelfde proces (240 fol 1010v) en 1468-08-11: als heer van Haemstede, idem (fol 1088, 1091); 1468-08-11: contra de erfgenamen van Jan Sonck [er staat: Souck] inzake bedijkt land aan de Maasdijk (fol 1098v)
Schagen, van | 1456-01-02
Van Mieris Vervolg p 90, 91, p 118
Achternamenindex
hertog Philips geeft aan heer Willem bastaard van Holland, vrijheid een polder van omtrent 300 morgen grenzende aan zijn heerlijkheid in de Zijpe, te bedijken en die landen aan de heerlijkheid van Schagen te hechten en samen in leen te houden; 1456-03-02: idem; 1463-05-03: de hertog bevestigt het erfdeel van de heer van Schagen aan zijn jongste zoon Willem toegelegd had, nl van een stuk land door hemzelf bedijkt van 300 morgen
Gaasbeek, van | 1393-03-28
Reg Rotterdam en Schieland no 1246/Reg Putten en Strijen met houten borden fol 132
Achternamenindex
Zweder heer van Gaasbeek, Putten en Strijen verklaart, nu de uiterdijk, geheten den Oordt, in 's Gravenambacht aan hem vervallen is tengevolge van de overstroming, waarbij Riederwaert is verloren gegaan, met het oog op de grote schade geleden door hen, aan wie deze Oordt tevoren toebehoorde, deze in eigendom gegeven te hebben aan de in het stuk genoemde personenen, elk voor een deel, met bepaling dat die van Poortegael zoden daaruit mogen halen om hun dijk te maken, en het ingeval Riederwaert weer bedijkt werd, deze voornoemde Oordt in dezelfde rechtstoestand zal komen als voorheen
Slingeland, van | 1454-03-31
R.A.H. Coll Aanw 102 ZH fol 58, 75/R.A.H. Coll Aanw 53 Caput Zeeland fol 151v, 152/Reg Nov Vass Afd II Zeeland/Van Mieris Vervolg p 91
Achternamenindex
beleend met de helft van het ambacht van Puttershoek van der Zytwinde, met dagelijks gerecht, alle visserijen, vloeterijen, korfstekingen, vogelrijen, riethuren, soetvelde en land, bedijkt en onbedijkt, met timmeringe, telinge, winde, veren, met koren- en smaltiende: mr Jan van Slingelant Dircsz, hem aangekomen van zijn vader; 1456-02-05 (1455): mr Jan van Slingeland geeft zijn 3 broers Otte, Sarijs en Pieter en 2 zusters Geertruijd en Adrijaen, elk iets van dit leen in achterleen: van de 70 morgen geeft hij er 66 aan zijn broers en zusters (1456-02-07 gedateerd in Coll Aanw 102 ZH fol 75)
Noorde, van | 1501-09-17
Grote Raad Mechelen Geëxtendeerde Sententiën 1966 p 361
Achternamenindex
Claes van Noorde contra Dirc Oem van Wyngaarden en Elisabeth weduwe van Gerrrit van Hammersteyn; eerste aanleg: stukken bedijkt en onbedijkt land van eiser bij Barendrecht waren na de jonker Fransen oorlog verbeurd verklaard en door verweerders in bezit genomen, ondanks gratieverlening weigeren verweerders de goederen terug te geven; Dirc zou zijn deel gekocht hebben van de dijkgraaf, die het land verkocht had om de bedijkingskosten te kunnen innen. Elisabeth zou een vordering hebben op eiser wegens niet betaalde renten; op grond van het gratie-tractaat is het land aan eiser toegewezen, geen uitspraak over de andere vorderingen (vgl 1502-09-09)
Oem van Wyngaarden | 1501-09-17
Grote Raad Mechelen Geëxtendeerde Sententiën 1966 p 361
Achternamenindex
Claes van Noorde contra Dirc Oem van Wyngaarden en Elisabeth weduwe van Gerrit van Hamersteyn, eerste aanleg, stukken bedijkt en onbedijkt land van eiser bij Barendrecht waren na de jonker Franssenoorlog verbeurd verklaard en door verweerders in bezit genomen. Ondanks de gratieverlening weigeren verweerders de goederen terug te geven. Dirc zou zijn deel gekocht hebben van de dijkgraaf die het land verkocht had om de bedijkingskosten te betalen. Elisabeth zou een vordering hebben op eiser wegens niet betaalde renten; op grond van het gratie-tractaat is het land aan eiser toegewezen. Geen uitspraak over de andere vorderingen (vgl 1502-09-09)