28 resultaten

Assendelft, van | 1455-11-04

Inv Arch Nassau Domeinraad dl I/Repert op de Lenen van de Leck en Polanen no 121, 122, p 43, 44
Achternamenindex

leen no 121) Gerrit van Assendelft beleend met de Assumburg en 4 geersen land in de marsch van Smeetscamp, een stuk land geheten Frederiks venen, een grote croft zaailand vóór Assumburch, groot 4 ½ morgen 305 roeden 6 voet, waarin begrepen de 3 ackers geheten de oude laen, na dode van zijn vader Dirck; 1570-09-13: Floris van Assendelft na dode van zijn neef Nicolaes heer van Assendelft, behoudens vruchtgebruik voor diens weduwe Wilhelmina van Haeften; 1756: mr Cornelis Deutz van Assendelft

Heemskerk

Dalem, van | 1484-01-16 (1483)

R.A.H. Coll Aanw 108 Caput Zeeland fol 5/Reg Max. Philips fol 5
Achternamenindex

Max. en Philips belenen Cornelis Pietersz van Dalem, na dode van zijn vader Pieter Cornelisz van Dalem met 1/24 deel van de heerlijkheid van het land van Vosmair, tot een onversterfelijk erfleen, behalve het 1/24 deel van de tienden van Oude Vosmaer, dat in deze belening niet begrepen is, na overgifte van Pieter in zijn leven onlangs gedaan, mee beleend is Anthonis Jansz van Wissekerke. Daar Cornelis nog onmondig is doet zijn oom en voogd Jacob van Dalem hulde voor hem; 1494-10-15: doet hij zelf de eed

Lede, van der | 1466-07-17 - 1467-09-30

Rek Rentmeester Lederdam en Scoenrewoert no 2188 fol 7, 1v, 2v, 10
Achternamenindex

uitgaven van erfrenten: de kerk en het kapittel te Gorinchem hebben een jaarrente uit zeker erf en hofstede "begrepen in den slote van Lederdamme, voir die memory van wijlen der Heeren van der Leede"; - Ot de bastaard van Arckel, castellein van het slot te Lederdam, drossaard en rentmeester van het land van der Leede anno 1466; - 2 akker land aan de Westpoort bij het slot te Lederdam, 2 ½ hont, hier niet; - het beleg van Leerdam door Arnt de bastaard van Ysselsteyn en Jacop de bastaard van Borsselen met 350 man duurde 1466-06-17/25, reparatie van het slot, samen 18 £ 5sc

Lienlaer, van | 1466-11-30

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 194
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Aleid, weduwe van Claes van Lijenlaer, Jan Heynric Salenz, Bertholomeus Jacobsz van Lijenlair en Geryt Bertholomeusz van Lijenlair dragen op de erfelijke rente uit de hoeve tot Lijenlaer, "ende Jan Saell dat steenhuijs mitter grafte alse dat daer nu begrepen is. Ende Bartholomeus Jacobsz der malen renth mit allen horen toebehoren hij hadde uuter hoeve tot Lijelaer. Ende Gerrit Bartholomeusz die nijwe heije alse die gelegen leijt, elcx na uytwisinge der leenbrieve"; vervolgens wordt Lambert van Lyenlaer Claesz met al deze goederen beleend, die voortijds van de hoeve tot Lyenlaer gescheiden zijn

mannen: Peter Dijer, Heinrick van Duven

Altena, van | 1461

Codex Dipl Neerl 2e Serie dl 4 afd 2 p 61
Achternamenindex

Jacob graaf van Hornes, heer van Altena, oorkondt dat het klooster Oostbroek land heeft binnen het land van Altena, omtrent de kapel van deme Doerne, ± 130 morgen land, "die dan sender den inbreeck van den lande tot noch met die zee gemeyn hebben gelegen, dieselve mergentailen dan eyns deyls in dese nywe dyckaedge nu begrepen, die mitter hulpe Goidts voertganck hebben moet, incomen sal, incomen sal, uut ende van welcken mergentailen ons ende onssen voirvaederen, heeren van Alten, der voers abt ende convent jaerlix erfrenten te betailen plaegen, ind noch sculdich zijn jairlicks te betailen die summe van 4 goulden engelscen nobelen"

Borre | 1423-04-15

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 461v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de abt oorkondt dat Merten Jan Roelfsz.z en zijn vrouw Beatrix Claes Bannendochter hebben kwijtgescholden aan Jan Borre Claes Bannenz "al alsulke wilkoer verbande ende verzwaringe als Claes Banne oer vader ghedaen ende gemaecht hadde mit onser hant, op die hoeve lants geheten Lienlaer in den kerspel van Loesden in der maelscap van Wede ende van Emmiclaer gelegen, die hi gedaen hadde tot Merten ende syns wijfs behoefs voirs. also onse boec daerof begrepen heeft. Ende wij gheloven hem mede voir onse ende onse nacomelingen nimmer meer Jan Bannen of syn erfgn. kinder, scade of verdriet daer in te doen dat van onser weghen ruren mochte"

mannen: Ghysbert Godscalc en Gheryt Petersz

Amstel, van | 1297-09-29/30, 1297-10-09, 1298-04-26, 1299-10-17

v.d. Bergh II no 1010-1014, no 1028 en 1093
Achternamenindex

overeenkomst tussen graaf Jan I en bisschop Willem van Utrecht over het beheer van de goederen van Ghisebrecht van Amstel in het Sticht Utrecht; 09-30: graaf Jan belooft de bisschop niet te zoenen met de moordenaars van zijn vader. Willem belooft graaf Jan de moordenaars van zijn vader uit het land te houden; 10-09: de bisschop van Utrecht zweert dat Muiden, Weesp en de goederen aan de Vecht, gelijk in het verdrag tussen hem en graaf Jan over de goederen van Amstel en Woerden gemaakt, begrepen was, aan hem en de kerk van Utrecht behoorden; 1298-04-26: graaf Jan verklaart dat hij vanwege het geschil met de bisschop over Bindelmerebroec [Bylemerpolder in Amstelland] de zaak onderzocht heeft en bevonden heeft dat dit goed zijn wettig eigendom is; 1299-10-17: Jan van Avennes en graaf Jan I verbinden zich benevens de voornaamste steden van Holland en Zeeland, zich nooit te willen verzoenen met de moordenaars van graaf Floris V

Dorp, van | 1486-07-28

Arch Kapittel St Marie op het Hof te 's Hage regest no 347, 454, 455, 456, 461; Arch Kapittel in den Hage regest 424
Achternamenindex

Cornelis van Dorp, ridder, verklaart verkocht te hebben aan zijn neef Symon Jan Mathysz van Dageraert een jaarrente van 10 £ Holl verzekerd op 28 morgen land in het ambacht van Dorp gelegen. Hierbij staat aangetekend dat deze rente gelost is en de penningen gebruikt voor de koop der gorzen van Piershil; 1499-10-14: het Hof van Holland oordeelt dat Cornelis van Dorp en de graaf van Egmond geen recht hebben op zekere landerijen buiten het bedijkte land van Putten; 1504-02-11: Aechte van Boschuysen, weduwe van heer Cornelis van Dorp, ridder, en haar zoons Aernt van Dorp, kanunnik in den Hage, en Adriaan van Dorp verkopen ⅛ deel van de gorsen van Piershil (bij monde van Jacob van Dorp hadden zij zich eerst verzet) aan hun neef Cornelis van Overstege; 1504-03-19: schepenen in Goudswaert alias den Corendijk oorkonden dat Arien van Dorp mede namens zijn broeder heer Aernt van Dorp, zijnde erfgenamen van heer Cornelis van Dorp, ridder, ⅛ deel van een gors te Piershil heeft overgedragen aan Cornelis van Oversteghe; 1504-04-30: in de door hen aan de graaf van Egmond verkochte gorsen zijn niet begrepen de gorsen nagelaten door wijlen Cornelis van Almond; 1504-11-04: ontvangst van de koopprijs (vgl 1492-07-06, 1502-12-18)