28 resultaten
Heenvliet, van | 1413-03-25
Reg Rotterdam en Schieland no 1870
Achternamenindex
Jacob heer van Gaasbeek verklaart in leen gegeven te hebben aan zijn verwant heer Jan van Heenvliet Hugenz het leengoed hem aanbestorven van zijn moeder, vrouwe Lysbet van Polanen en door haar van hem in leen gehouden, bestaande uit een stuk land, van omtrent 12 morgen met toebehoren, beplant met opgaande bomen, gelegen in het ambacht van Nieuwerkerc, belend oost: Kathrijn Jacob Allairtsz weduwe, west: Fye Roelofsweduwe en door Heyntgen Roelofsz, noord en zuid: Gerrit Hugenz en Heinric Hugenz, Daniel Ghysbrechtsz en Kathriin Jacob Allairtsz weduwe, met regeling van erfopvolging
Polanen, van | 1413-03-25
Reg Rotterdam en Schieland no 1870
Achternamenindex
Jacob heer van Gaasbeek verklaart in leen gegeven te hebben aan zijn verwant heer Jan van Heenvliet Hugenz het leengoed hem aanbestorven van zijn moeder, vrouwe Lysbet van Polanen en door haar van hem in leen gehouden, bestaande uit een stuk land, van omtrent 12 morgen met toebehoren, beplant met opgaande bomen, gelegen in het ambacht van Nieuwerkerc, belend oost: Kathrijn Jacob Allairtsz weduwe, west: Fye Roelofsweduwe en door Heyntgen Roelofsz, noord en zuid: Gerrit Hugenz en Heinric Hugenz, Daniel Ghysbrechtsz en Kathriin Jacob Allairtsz weduwe, met regeling van erfopvolging
Wyffliet, van | 1605-02-19
Versl Rijks Oude Arch 1928 I p 615 regest 51-53/Arch Kasteel Baarlo no 285 regest 51
Achternamenindex
scheiding en deling: Adriaen Wyflet, zoon van wijlen Cornelis, zoon van Berthout Wyflet en Maria de Borchgrave, Joost, zoon van Jan Rossum x Henrica dochter van Berthout en Maria, Herman Gysberts, gevolmachtigde van Everart de Borchgrave heer tot Oirle, als voogd van de kinderen van Hnerix, zoon van Berthout en Maria, uit zijn huwelijk met Margriet van Doerne, Willem Muijckens x Gertruyt dochter van Berthout en Maria, scheiding van de nalatenschap van Maira Borchgrave, mejuffrouw Simborch en Magdalena en Anna Wyflet, dochters van Berthout en Maria, bestaande in een hoeve met woning en ongeveer 6 bunders wei- en akkerland te Teteringen bij Breda (ook 1605-03-07)
Teylingen, van | 1613-03-14
G.A. Amsterdam Not Arch no 376 fol 141/Notaris Nic Jacobs
Achternamenindex
Willem Willemsz, koopman en burger van Amsterdam, als testamentaire voogd van de 3 nagelaten kinderen van Bartholomeus van Teylingen, verklaart dat zij erven van bartel Dircksz en Balich Willemsdochter de eigendom van 14 ponden land gelegen onder de clockslach van Siemarum bij Franeecker in Vrieslande, bestaande uit twee stukken, een stuk hoogland groot omtrent 12 ponden bij de windmolen van Siemarum en een stuk leeg land van 2 ponden gelegen op de Narden en de huising, lange jaren gebruikt door een Symon Jacobsz. Daar een van de kinderen gaat trouwen en dus mondig is, moet het land verdeeld worden en wordt Henrick Jansz, koopman te Franeker, gemachtigd om het land te laten taxeren
Doortoge, van der | 1306-01-28
Reg Rotterdam en Schieland no 179/Ned Leeuw jg 1921 p 364/Reg Hann p 19/Reg EL 1 fol 69, EL 2 fol 57
Achternamenindex
graaf Willem verklaart verkocht te hebben voor 450 £ Holl om ten rechten leen te houden, aan Beatrice dochter van heer Diederic van der Doortoge, ridder, het goed dat haar van haar vader aanbestorven is, bestaande uit 30 morgen ter Doortoghe waarbinnen de hofstede met de woning ligt, het ambacht van Zevenhuizen, zoals haar vader dat bezat met de daarbij behorende visserij en de gruit, het ambacht ten Segwairde en van de tienden uit dit ambacht 20 £ Holl boven de lijftocht, die haar moeder Ermegaerd uit de tienden van het ambacht heeft, de helft van de koopsom te betalen aan heer Gerard van Poelgeest, ridder, die dit geld op deze goedreen te vorderen had en de andere helft aan de graaf, verder de regeling van erfopvolging
Cralingen, van | 1397-09-04
Reg Rotterdam en Schieland no 1394, 1393
Achternamenindex
Jan die Weent, abt van Egmond, verklaart in leen gegeven te hebben aan heer Diderick van der Lecke, ridder, het leengoed, vrij gestorven door het overlijden van zijn schoonvader Odgier van Cralingen, zonder wettige zoon, bestaande uit een korentiende en een smaltiende, gelegen in Ogiersambacht van Cralingen, strekkende aan de oostzijde 10 gaarden buiten de uiterste zool van de oude dijk in 's Gravenambacht, gaande zuidwaarts tot aan de vloeddijk, terwijl tussen de vloeddijk en de weg een watering loopt, die de scheiding vormt tussen deze tiende en het ambacht, dat van de vrouwe van Rotterdam was, de westzijde strekkende tot aan de Lanesloet etc tot de Hem en het noordeinde tot het dorp van Schie; <1397-09-04: Oetzier van Cralingen verklaart ontvangen te hebben van Coert Coertsz van diens eigen goed 3 ½ morgen land gelegen in het ambacht van Maesland
Hooft | 1652-06-06
Inv Arch Bennebroek no 44
Achternamenindex
Samuel Schaum x Lucretia Longuespe,enige dochter en erfgename van Pieter Longuespee verkoopt aan Jan Luyckersz Hooft: 1) de hofstede Duynwyck, gelegen in de heerlijkheid Bennebroek, omtrent de Roode Heller Zandvaart, groot 8 morgen 257 roeden, bestaande uit een weldoortimmerde huisinge, stallinge, wagenhuijs, schuyren en aencleven met de boomgaarden, plantgie, weylandt, elst en ander boomgewassen (meting Hendrik Simonsz Duindam, landmeter, dd 1625-10-13 en 1634-04-19); 2) een huis of opstal mede op de voors. grond staande, omtrent de woning Nollenburch. Twee erfpachten: van 2 gld op 106½ roede, en de andere 10 gld 10st op 700 roeden, noord en oost: de heer van Heemstede en de Swartsenburgerlaan, zuid: het sanderspad van de Rodeheller Santvert en enige erven langs het voors. pad gelegen, den heer van Heemstede toebehorende en in grondpacht uitgegeven, west: de heer van Heemstede met enige erven in grondpacht uitgegeven en de Bennebroekerweg (vgl 1651-05-30)
Rijn, van | 1536-10-07
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl V dossier 473
Achternamenindex
Jan van Ryn, heer van Langen (graafschap Zutphen), Katharina Claes Comans: een horige van hem overlijdt en Jan verkoopt haar erfenis, land te Bodegraven, aan haar kinderen; 1537-1550: proces hierover: haar kinderen maakten aanspraak op haar erfenis en ook het St Elisabethsgasthuis te Haarlem [was zij daarin overleden ?]; 1536-10-07: arbitraal accoord te Bodegraven, verleden voor de schout en scheidsmannen, waaruit blijkt dat de erfgenamen van Katharina Claes comans, nl Claes Claesz, Anthonis Claesz, Jan Claesz, Cornelia Claesdochter, gehuwd met mr Jan Kaga, organist te Leiden, hun natuurlijke zuster Alyd Reyersdochter, uit de erfenis bestaande o.a. uit goederen in de banne van Bodegraven gelegen, hebben uitgekocht tegen 60 Kar gld van 40 gr; 1537-07-17: procuratie van Lucas Jansz, lyndrayer te Haarlem als man van Alyd Reyersdochter, natuurlijke dochter van Katharina Claes comans; 1541-02-02<: akte van verkoop door Jan van Ryn heer van Langen van de nagelaten goederen van Katharina Claes Comans aan bovenstaande erfgenamen; 1548-06-14: akte te Hazelune waarin Jan van Ryn verklaart aan Jan Claesz, Claes Claesz, Anthonis Claesz al de goederen van hun overleden moeder te hebben verkocht
haar kinderen: 1) Claesz, 2) Anthonis Claesz, 3) Jan Claesz, 4) Cornelia Claesdochter x mr Jan Kaga, organist te Leiden, 5) haar natuurlijke dochter Aleid Reyers x Lucas Jansz, lyndrayer te Haarlem