23 resultaten
Wels, van | 1528-1534
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl IV dossier 388
Achternamenindex
Jacob van Wels, poorter van Dordrecht, verkocht op 1528-05-02 aan Jacob van Gelre [van Gelder] een partij huiden voor 48 £ Vls; wanbetaling: veroordeeld te Dordrecht tot betaling, beslag gelegd op verguld vaatwerk dat hij in Den Haag in bewaring gegeven had. Hendrik Garet meende als oudere schuldeiser van Jasper van Gelre betere aanspraken hierop te hebben; de weduwe en erfgenaam van Jacob van Wels
Poelenburg, van | 1475-1477
Grote Raad Mechelen Geëxtendeerde Sententiën 1966 p 418
Achternamenindex
Claes Gerritsz van Poelenburch gedagvaard door broeder Pieter Pietersz en de stad Haarlem; afgifte van een schuldbekentenis; 1484-04-27: vonnis. Hij had voor Syburch, schoonmoeder van broeder Pieter een obligatie van 60 nobels in bewaring genomen ten laste van Johan Gerritsz. toen Johan overleden was, had Claes tbv haar voor de schepenrechtbank van Haerlem een schikking met Johans erven aangegaan. Daarna overleed Syburch, waarna haar schoonzoon broeder Pieter, Claes aansprak tot afgifte van de obligatie; afgewezen door het gerecht van Beverwijk; het hof stelde Claes in het gelijk, waarna broeder Pieter en de magistraat van Haerlem in hoger beroep gingen bij de Grote Raad
Halebeke, van | 1298-06-30
Van Mieris I p 595, 353; De Fremery no 323; Reg Hann p 30/Reg EL 13 no 558
Achternamenindex
Aernould van Halebeke, ridder, oorkondt dat hij "der ghemeene weyde ende aen allen den vervalle dat daer toe behoort oft behooren mach niet meer en hebbe, noch schoudich en ben te hebbene met allen rechte, dan een derdendeel van den legscat. Ende schelde quyte ende vertije met desen voorsz derdendeel van den legscat eeuwelijck alle des rechts ende der talinge, die ick hebbe of hadde an die voorsz gemeene weyde" [Meenreweyde lag volgen Van Mieris bij Poortvliet]; over het bedrag der koopsom fo het restant daarvan ontstond later geschil, 1309-06-29: Willem Bolland, pastoor van der Meenreweyde en schepenen aldaar oorkonden dat heer Pieter van Leyden rentmeester van Zeeland toen aldaar aanbood de koop met 750 £ te voldoen maar Jan van Leenhoute vanwege heer Arnoud 800 £ eisende, gaf her Pieter het geld te Meenreweyde in bewaring, ter beslissing van de graaf