26 resultaten
Bloemendaal, van | 1392-08-01
Ons Voorgeslacht 07-1988 p 271
Achternamenindex
leen van Vianen: no 612) het huis Bloemendaal in de parochie van Lexmond, belend boven: de kinderen van Hubert van Bloemendaal met leen no 625), beneden: Werner Jansz, zoals Jan van Asselt, behalve de achterste kamp in Bloemendaal, groot 9 à 10 hont, naast Hendrik Hendriksz, beleend Hubert van Bloemendaal; 1420-01-11: Imme van Bloemendaal, zoals haar vader Hubert, belend beneden: Gysbert van den Berge; 1422-07-17: Gysbert van Bloemendaal zoals zijn moeder Imme; 1435-11-05: lijftocht van Foyse Rembrands van Cloetinge x Gysbert van Bloemendaal op de halve hoeve genaamd Bloemendaal, die zou liggen in Lakerveld; 1476-03-23: Gysbert van Bloemendaal met 12 morgen, na opdracht uit eigen te komen op zijn zoon Eelgis, of op diens broer Hendrik; 1493-11-11: Willem van Bloemendaal na dode van zijn moeder; 1495-05-03: Jan van Bloemendaal
Brederode, van | 1392-07-17
Ons Voorgeslacht 07-1988 p 277
Achternamenindex
leen van Vianen: no 627) Lexmond 1) de Grote Waard, van de Vresenvoorde en de waard van Hubert Voornsz tot het diep van de Lek, 2) de Waard, strekkende nederwaarts van de waard van Hubert Voornsz tot de haven van Lexmond, belend: Berweerde en Leyningen en de Lek, beleend Johan van Bolgerij, oom van de heer van Vianen, te lossen binnen drie jaar met 400 gld; 1562-03-25: Johan van Wittenhorst, zwager van de heer van Brederode, met het 1e en laatste perceel (waardje naast de Welwaardt, gehuurd door Adriaen Frans Vermey) voor een rente in 1532 gevestigd door Wolfert van Brederode heer van Cloetinge, oom van de leenheer, en gekomen op diens dochter, zijn vrouw voor het leven van de jonker van Reewijk gehuwd met Joost de bastaard van Brederode, een schuld van fl 7371 2st 5d, en de reste van de hele schuld van fl 10000, nl fl 2628 17st 3d is hem betaald
Brederode, van | 1557-09-25
Gelderse lenen: Uitheemse lenen p 44
Achternamenindex
Gerldersche lenen: - Henrick heer tot Brederode, erve van zijn vader Reinolt; -Gertrud van Bronkhorst en Batenborch, vrou tot Vianen, erve van voorn. Henrick, maakt deze lenen bij testament; 1591-12-08: - Walraven heer to Brederode; 1600-06-10: leen op wijlen zijn broeder Floris, oudste zoon van Walraven; 1615-10-18: - Walraven heer vanBrederode, vrijheer van Vianen, burchgraaf van Utrecht etc beleent volgende de voors makinge; 1618-09-08: idem zijn broer Hans Wolphert van Brederode, heer van Cloetinge, Haeften; 1629-03-18, 1637-07-03, 1639-06-12: Hans Wolphart van Brederode erft van zijn broer Walraven; 1657-06-04: - Henrick van Brederode erve van zijn vader Hans Wolphert; 1660-10-30: Wolphart van Brederode, onmondig, erve van zijn broeder Hendrick; 1683-10-02: Hetwich Agnes van Brederode erve van haar broeder Wolphart; 1685-12-24: Carel Emilius borchgrave van Dona, erve van Hetwich van Brederode; 1687-08-13: - Simon Hendrik regerende grave en heer van Lippe vanwege zijn vrouw Amelis van Dona, als oudste dochter van vrouw Sophia Theodora van Brederode, die oudste dochter was van Hans Wolphert van Brederode
Brederode, van | 1653-07-04
R.A.H. Coll Aanw 459
Achternamenindex
testament van Jan Wolphert van Brederode (verkort): I) zijn oudste zoon Henric erft [hij sterft 1657-07-01]: 1) de heerlijkheid Brederode met het huis te Cleef, 2) Viane, Haerlaer, Ameijde en Tienhoven, met het huis Batesteijn, 3) het erfbuurgraafschap van Utrecht, 4) de heerlijkheid Noordeloos, 5) zijn huis in den Hage genaamd Blyenburg aan de Bospoort, leen van Holland, met beschrijving inhoud slaapkamer, 6) al zijn goederen, hij moet wel de begrafenis en schulden betalen, 7) zijn ongetrouwde zusters krijgen alimentatie tot hun huwelijk, elk met camenier; II) zijn tweede zoon, Wolphert krijgt: huis en heerlijkheid Harwynen, huis te Nievelt en de heerlijkheid van Swammerdam, Rheewijk, Cort- en Langer Aer; III) zijn derde zoon Floris Aelbert Belgicus krijgt de heerlijkheid Cloetinge in het land van der Goes, de heerlijkheid van Haeften en Hellouw, de koeywaert onder Aelst, met verdeling van meubelen, servies, o.a. door de prins van Oranje geschonken. Zijn drie getrouwde dochters krijgen hun bruidschat van fl 20000, de 6 ongetrouwde dochter idem op hun huwelijksdag, met jaarlijkse uitkering van fl 500; ook worden executeurs testamentair benoemd. Testament geopend 1655-09-06. Zijn 2e vrouw heet Loyse Christine van Solms, zuster van Amelia
executeurs: Jacob van Wassenaer heer van Obdam, mr Johan de Wit, na zijn evt overlijden jhr casyn van Bemmel, jhr Godart Adriaen van Rheede heer tot Amerongen
Leyden, van | 1316-11-10 (09)
Van Mieris II p 174, 175
Achternamenindex
testament van Pieter van Leiden, kanunnik van St Pieter te Utrecht en pastoor van Soeterwoude: genoemd worden zijn kerken te Benschop en Zoeterwoude; - hij sticht 4 kapellen in de St Pieterskerk te Leiden voor 50 £; - Coningsvelt krijgt 20 sc Tourn, waarvan Aechte van Leyden 5sc krijgt; - klooster Loosduinen, 20 sc, waarvan Margirete van Walcheren 5sc per jaar krijgt; - zijn neef Arnoud de Smit krijgt zijn woonhuis te Leiden; - de begijnen te Leiden, 5 sc per jaar, Bertrade en zijn nicht Thete resp 40sc en 3 £ per jaar; - heer Henrick Spiker 4£; - zijn neef Philips Heinricz een nap met een voet; - het leen van de graaf aan zijn broers en zusters; - zijn huis te Zoeterwoude aan de papelijke provende aldaar
executeurs: zijn neven Henrick Spiker, Jan van Cloetinge, Jan Rutgersz, pape van de Westerkerke in Wolfertsdijk, zijn neef Philips Henricsz, zijn zwager Gerrit Alewijnsz; bezegeld door: graaf Willem, de abt van Middelburg, zijn broer Jan van Leyden, zijn zwager Geraert Alewynsz, zijn neef Philips Heinzone
Noris | 1538-1540
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl V dossier 425
Achternamenindex
Jan Anthonisz Noris te Bergen op Zoom contra heer Adriaen Cornelisz te Cloetinge als gemachtigde van mr Adriaen de la Deuse van Oudenaerde, magister artuum, wonende te Leuven. Circa 1487 droeg Cornelis Huygez zijn deel van de tienden in Hongersdijk over aan zijn kleinkinderen, nl twee kleindochters en een kleinzoon. Eén van zijn kleindochters was gehuwd met Anthonis Noris. Na haar dood erfde zijn zoon Jan Anthonisz Noris haar deel. Volgens mr Adriaen de la Deuse rustte op deze tienden een rente, die Floris van Saemslach en zijn vrouw Johanna van Voorhoute in 1457 aan Pieter Jansz Coster had verkocht. In november 1530 werd Hongersdyk overstroomd, en rond Kerstmis weer drooggemaakt. Begin 1532 opnieuw overstroomd, en met Kerstmis weer droog, na door de ambachtsheer ter bedijking te zijn uitgegeven. Verarmd door de beide overstromingen waren Jan Anthonisz Noris en zijn vader niet in staat hun aandeel in de op de tienden gevestigde rente aan mr Adriaen de la Deuse te betalen, wiens vrouw enige erfgename was van Pieter Jansz Coster. Met betrekking tot de rente over 1530 en 1531 was er tussen mr Adriaen en Anthonis Noris een proces geweest voor de conservator van de universiteit van Leuven. Toen mr Adriaen in 1538 beslag legde op de tienden, kwam dit geschil voor het gerecht van Hongersdijk. Heer Adriaen Cornelisz kreeg gelijk waarop Jan Anthonisz Noris in beroep ging bij het Hof. Hij beweerde dat de tienden indertijd vrij van elke last door Symon van Moerkerke en Janne van Saemslach aan Cornelis Huygez waren verkocht. Verder beriep hij zich op prescriptie