36 resultaten

Slingeland, van~ | 1263-10-29

v.d. Bergh II no 105
Achternamenindex

Jan heer van Arkel, ridder, geeft aan Otto, cognatus noster [neef], "terram aggeratam que dicitur Sclincland" in leen; van het hooggerecht, teinden van "sterflic goed"en "aper goet" zal heer Jan ⅔ en Otto ⅓ ontvangen; als Otto een mansionem bouwt, zal hij die van heer Jan in leen houden

Holland, van~ | 960~

v.d. Bergh I no 33, p 24b
Achternamenindex

blaffert van St Maarten te Utrecht: in Rothulfvashem (Rijnsburg) ½ totius villae et insuper hereditatis Aldburge, quae quid ibi habuit; Piscatio, quam Gerulfus habuit in extrema parte Rheni fluminis, ⅙ part St Maarten; in Hrotalvashem, dicitur Renasburg, mansi XIII St Martini sunt, de hereditate Radulfi et Aldburge, et mansi jacent binorthan Flieta

Haerlem, van | 1248-10-16

G.A.Heemskerk Dossier/Ratelband: Bibliografie Zuid en Midden Kennemerland p 124/Kort: Inv der heren van Haarlem p VI/Van Foreest: Hof van Holland p 59-61, 69
Achternamenindex

graaf Willem Rooms Koning, draagt het Hofland te Heemskerk over aan Symon van Haerlem en Willem van Egmond [lees: Wouter van Egmond] "curtim nostram in Hemezkerke que vulgariter Hoflant dicitur", als allodium; Symon van Haarlem bouwde zijn versterkte huis te Heemskerk, waarvoor hij het terrein van de graaf in 1248 kocht (Van Foreest)

Groesbeek: volgens mij niet Oud Haerlem maar Meeresteyn

Kessel, van | 1317

De Raadt II p 204, III p 411/Düss Jul Berg no 244; Arnhem Rekenkamer no 436
Achternamenindex

Godefridus Slaterbec inféode au seigneur de Heinsberg sa curtis que de Loen dicitur apud Helden, in zijn wapen: sceau de Johannes de Kessel, militis; 1321: Johannes de Kessel, miles, donne à son fils Mathias, certains revenus à tenir en fief de Heinsberg, wapen idem; 1342: Mathies van Kessel caution de Renaud duc de Gueldre

Amstel, van | 1275-02

Codex Dipl Neerl 2e Serie dl 4 afd 2 p 80
Achternamenindex

Arnoldus van Amstel neemt van het kapittel ten Dom te Utrecht in lijfpacht alle goederen te Achterslote, met de plicht dat de mannen bij Achtersloot "aggerem qui dicitur Achterdik reficere debent suis sumptibus semper et tenere" en elk jaar heemraden te kiezen, ex jurisdiction mei Arnoldi in Benscoep, om met de schout van het kapittel deze dijk te schouwen

zegels van Gysbrecht van Amstel en van Arnold voornoemd

Beusichem, van | 1214

Sloet no 440/Cartul Marienweerd no 28
Achternamenindex

het Duitse huis oorkondt een overeenkomst met de abdij Marienweerd (na een kwestie over het hospitaal te Nijmegen), waarbij de abdij (of het Duitse Huis ? is onduidelijk opgeschreven) ontvangt: 20½ jugeram in Zoelmond, 10 jugera super pratum et 2 jugera in loco ejusdem ville qui dicitur Henge, verder land in Holmunsweerd, Steinworth en Beusichem. Het Duits huis ontvangt het gasthuis in eigendom

getuigen: Constantinus militi de Bergo, de broers Rudolfus, Stephanus, Hubertus de Busenghem, Alhardus de Buren, Godefridus Canthart; Gerhardus canonicus de Bethleem [bij Doetinchem], Wilhelmus prepositus de Bethleem

Elsbroek, van | 1259-02-22

v.d. Bergh I no 51
Achternamenindex

Aleid, voogdes van Holland, bevestigt de abdij Rijnsburg in het bezit der goederen, haar vroeger door gravin Petronella geschonken, benevens de vermengeling met Dirk heer van Teilingen aangegaan. Insuper et terras quondam Lisekine sitas partem in Lisse peratem in Hiltsebroic. Dirk van Teilingen ruilt zijn tienden in Kerkwerve en Rijnsburg voor dit goed, excepto veno in palude quae dicitur Hiltsebroich jacente a nemore de Hillinghem usque Mere

Kinbac | 1143-10-09

Bijdr Hist Gen jg 1914 p 25, 27, 32
Achternamenindex

Wilhelmus cognomento Kinbacke canonicus St Martin in Trajecto 20 solidos in Bindelmarbruch [Bijlmerbroek in Amstelland bij Weesp]; graaf Dirk ontvangt voor de census aan hem verschuldigd door Wilhelmus de Harlem, Maxilla [=kaak]cognomenta terram in agris et pratis fenariis jacentem in parochia Velserebruck, die de graaf in 1143 aan de abdij Egmond schonk; abbas Walterus van Egmond emit in Poelgheest cum sedecim libris et dimidia a Wilhelmo qui dicitur Kinbac terram

Amstel, van | 1188

v.d. Bergh I no 166, 167
Achternamenindex

bisschop Baldwinus vergunt aan die van Hogeland in Walcheren een eigen kerk te stichten afhankelijk van hun moederkerk te Westmonster. In de moederkerk zullen 3 priesters zijn, zoals tot nu toe gewoon is, een vierde zal door de persona in de kapel in Hogeland aangesteld worden. De tienden, die tot nu toe onder de drie verdeeld werden, zullen voortaan tussen hen vieren verdeeld worden. "Fines etiam parrochie dividerent convenientes, et ea pars que occidentalis est vie que dicitur Trenboudeswege dederet in parrochiam capelle"

o.a. Giselbertus de Amestelle, Cristantius dapifer comitis Hollandiae, Theodericus de Vorren

Rijn, van den | 1272-11

Codex Dipl Neerl 2e serie dl 4 afd 2 p 24, 25
Achternamenindex

Jan, bisschop van Utrecht, oorkondt dat de twist tussen het kapittel van St Marie te Utrecht en het klooster Oostbroek over "conservatione et reparatione aggeris juxta Geyne, versus meridiem, in loco qui dicitur Helle, et in locis adjacentibus, coram Gerardo de Reno, milite, judice seu visitatore aggeris, a nobis tunc temporis constituto", in dier voege is beslist dat het klooster Oostbroek tot dat onderhoud verplicht is, hetgeen door de bisschop bevestigd wordt; 1282-08-25: Suedhero maerscalio, Henrico de Reno, zelfde onderwerp

Gheyne was vroeger een buurt onder Eiteren, in 1217 tot stad verheven, behoort nu tot Jutfaas