Zuylen, van | 1422-07-10

Arch Klooster Emaus Land van Steyn Inv no 8 regest 7, 21, 29, 34

Achternamenindex

Dirc van Zulen van der Zevender, ridder, beleent Henric van den Vlyete Ghysbertsz met 22 morgen in het land van Steyn; 1440-12-30: Dirc van Zulen van der Zevender, knape, beleent Heynric van den Vliete Ghysberts met 11 morgen land in het land van Steyn ; 1450-10-10: Dirc van Zulen en van Hermalen, knape, heer ter Zevender beleent Alyt Henricsdochter van de Vliet met deze 11 morgen; 1459-08-06: Dirc van Zulen geeft de prior van de Regulieren in het land van Steyn de 11 morgen in vrij eigendom

1459: zegels van Dirc van Zulen, knape en Alphert van der Mye

Bemmael, van | 1445-03-15

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 289v

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Gheryt van Bemmael en zijn vrouw Alyt dragen over: - 3 acker land in Zoeskerspel, tijnsgoed, dat op die beeck leyt, met alle tymmer als daer op staet, strekkende van de brenck tot aan de Torffwech toe, belend oost: Johan Jan Goutsz met Geryt Haessen acker, west: Ricout Ricoutsz, - 6 veen acker als van ouds daartoe gehoord heeft, belend oost: Nanne Tymensz, west: die veengraft, noord: Jacob Ghysbertsz, zuid: Geryt van Bemmael met vergraven veen; vervolgens ontvangt Goedert Henricsz dit goed tegen een tijns van 1 penn, ieder jaar te betalen in onsen hof tot Emiclaer

tijnsgenoten: Willem Henricsz, Jacob van der Weteringe

Loef | 1410~

Leenregister Culemborg fol 38v, 45, 54v

Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Aernt Loef Henrixsz (andere naam onleesbaar doorgehaald) 5½ morgen gelegen van de Broecstege tot aan die Zoelen, belend boven: Florens van Inghen en Philips bastaard van Culemborg, beneden: Hubert van Culemborg heer van Meere, en dit land was van Jan van Oemeren, gehuldigd door Steven van Oemeren, hulde voor Aernt doet Dirc Stappert Woutersz; - Herman Lambertsz 1 viertel op Parijs, belend boven: zijn broer Hubert Lambertsz, beneden: Heinric Loefsz; - Jan die Buuscher 1 viertel in Ghelikenesse, belendboven: Jacob Loefsz, beneden: Peter Voernsz; - Alnert Vreent 2 akker strekkende van de bandijk in de Lecke, belend boven: Jan Vreentsz kinderen (later: Ponsken van der Woert), beneden: Heinric Loef Ghysbertsz

Loon, van | 1444-07-17

Ons Voorgeslacht jg 17 01-1962 p 103

Achternamenindex

repertorium op de lenen van Honingen: Langerak, 5 morgen van de Lek tot de Breedijk, Laurens Ghysbertsz, de bastaard van Loen, neef van Floris van Kyfhoek, heer van Goudriaen (de leenheer, die het land zelf houdt van de burg en hofstad van Schoenhoven), met lijftocht voor zijn vrouw Maryken Sander Dircsdochter, zonder nageslacht zal het leen komen aan zijn vader Ghysbert van Loen of wettige erfgenamen; 1460-10-27: leen zal vererven in 3 gelijke delen op zijn oudste drie zoons; met verdere vererving o.a. 1529-02-21: Frans van der Moelen, na overdracht door Sander Lourisz, lijftocht voor zijn vrouw Marie Willem Tinnendochter

Grevenbroek, van | 1533-02-22

R.A.H. Coll Aanw 118 fol 209v, 212v, 213; 124 fol 158, 159, 159v/Taxandria jg 16 p 183, jg 20 p 209

Achternamenindex

Cornelis van Bergen heer tot Sevenbergen, Noorden, Nucoop, Noordeloos etc oorkondt dat hij "in seeckere van 4000 Carol gld die ons well betaelt zijn van den vromen ende wijsen heere jonker Dirck van Grevenbroeck heer tot Venloon, denselven Jhr Dirck vercoft heeft een jaerlixe erflosrentebrief van 250 Carol gld, verhypothekeerd op de heerlijkheid Zevenbergen"; 1533-03-29: Dirrick van Grevenbroeck heer van Venloon machtigt Adriaen van Grevenbroeck om deze rente namens hem te ontvangen; 1533-05-27: keizer Karel beleent jhr Dirk van Grevenbroek, hulde doet Adriaen van Grevenbroek, idem 1535-04-02, belening met de heerlijkheid Loon op Zand na dode van zijn moeder Marie van Haestrecht; 1552-09-09: Dirck van Grevenbroeck beleent zijn zoon Florisse van Grevenbroeck, heer van Bockhoven met dit leen, 09-10: Floris machtigt een zekere Dirck Ottenz om deze belening te ontvangen; de belening geschiedt op 1552-09-23

bezegeld door Pieter Gijsbrechtsz, schepen in Venloen; 1552: schepenen in Bockhoven Jan zoon van Jan Jansz en Pieter zoon van Ghysbert Ghysbertsz

Strowijc, van | 1410~

Leenregister Culemborg fol 34

Achternamenindex

leenregister Culemborg: Jan van Strowijck: - Snoijenhoeve en ½ hoeve in Malsenre mate, belend boven: Heynric de Wilde en Beernt de Wilde, beneden: Ghysbert Ghysbertsz; - ½ hoeve in de Bullick, belend boven: Beernt die Wilde en Goessen Volcquins kinderen, beneden: Jorden Vos kinderen; - 3½ morgen in de Nyenslach, belend boven: de heer van Weerdenburch, beneden: Geryt van Voern en Ulent Beernt des Wilden wijf was; het volgende is doorgehaald: Jan van Strowijc en zijn zuster ½ hoeve in Erinchemmermate, belend boven: Ghysbert Heinricsz, beneden: Roelof die Wilde; - ½ hoeve in den Ballic, belend boven: Willem van Wadenoey, beneden: Hube en Neude Gheryts kinderen; - 4 morgen in de Nyenslach en Jan Snoeijen hoeve [al het voorgaande is doorgehaald]

Hilhorst | 1423-11-27

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 285v

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Gherijt Gout als momber van Eest Jan Goutsdochter en met haar vierendelen van maechtalen: Evert Willem Goutsz, Heynric Ghysbertsz, Willam Woutersz en Aernt van Hilhorst, dragen over: - een hofstede tot Zoes, die van Ermgaerts vader Jan Gheryt Hilhorst was, belend zuid: Aernt Hilhorst, noord: Goeswijn Henricsz, - een vierdeel veens in den kerspel van Zoes, dat van Ermgaerts vader Jan geweest is, belend zuid: Ghysbert Scaed Dircsz met zijn broers, noord: jvr Lysbeth van Brandenburch, hof- en tijnsgoed; de abt verleent dit goed vervolgens aan Henric Gysbertsz tbv Wendelmoet, dochter van Aernt Hilhorst, tijns: 2 penn goet gelts sjaars te betalen in onsen hof tot Emminglaer; 1474: dit goed staat op Arnt Hilhorst

tijnsgenoten: Jan Lambertsz, Wouter Aerntsz

Fije | 1410~

Leenregister Culemborg fol 7, 7v, 21, 8, 19

Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Jan H……zoon 5 hont bij de windmolen te Beusinchem, belend boven: Aernt Gerefaesz, beneden: vrouw van Corstijn Jacob Fijenz (later: Claes Jacobsz); - Jacob Dircsz 6 ½ hont bij de windmolen te Beusinchem, belend boven: vrouw van Corstijn Jacob Fyenz, beneden: Ghije van der Weijde; - Reijner Kocs erfgenamen Reijner Kocs hofstede met 8 morgen, belend tussen: de omloop en de vrouw van Jacob Fijenz met haar kinderen; - 8 hont land op Sydervelt: Vrederic Bertout Fyenz.z (na hem Frederick Ghysbertsz, beleend op St Michielsdag anno 1417, na hem: Gijsbert Vredericsz), belend boven: de heren van St Pieter, beneden: Jan Heymansz en Bertout Fijenz (fol 8); - 8 hont land op Zijdervelt, Ghysbert Vredericsz, belend boven: de heren van St Pieter, beneden: Bertout Fijenz en Jan Heynmansz erfgenamen (fol 19)

Loef | 1410~

Leenregister Culemborg fol 9, 11 15v

Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Henric Loef 1 acker lant in Ryswiker Maelscap die Jan Zurmont opdroeg; - Henric Loef een akker, geheten de Weertacker, strekkende van Verniskens weert tot aan de Broecsteghe, belend boven: de heer van Culemborg, beneden: Heinric Loef, en deze akker was van Jan van Oemeren; - Jan Vranckenz 3 ½ morgen in Ryswiker Maelschap, die van Heinric Loef Ghysbertsz waren, geheten de halve Bredestucken, belend beneden: Gelre, boven: Jan Vrient Dircsz, strekkende van de Polre tot aan de Wijfdijc, zoals Heinric Loef hield; - Willem van Boechout 8 ½ morgen in Ryswiker weert aan 4½ akker waarvan 1 akker belend boven: Jan Vrient, beneden: Heinric Loef; - Heinric Loef Ghijsbertsz (vervangen door Steven Loef Heinricsz) 1 hofstat te Rijswijc, 3 ½ morgen, belend boven: Margriete van Boemel, beneden: de vrouwe van Gelre en 1 hofstat over Wijfdijc, 4 ½ morgen, belend boven: Lysbeth Scelen, beneden: de vrouwe van Gelre

Baarn, van | 1453-03-10

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 153v

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Roelof van Baern wordt beleend met zijn venen te tijns en te lene in het gerecht van Zoess, achter Zoesenge in de grote en cleyne Slage, en in Hezer Veen, met alle overganc ter Vuersen wert; vervolgens draagt Roelof op 3½ hoeve veen in Heserveen, belend oost: Reynaer Lambertsz en Goedvaert Heinric Bottersz, west: Peter Hamertvelt en de erfgenamen van Aernt van Amerongen; Reynaer Lambertsz draagt op al zijn recht op ½ vierdel veen, die van Lysbeth van Wede waren in de 3½ hoeve; Roelof draagt op: - ½ hoeve veen in Hezerveen, oost: Peter Hamertvelt en Aernts erfgenamen van Amerongen, west: Peter Hamertvelt, - 8 vierdeel veen in Zoesserveen, in de cleijne slage, belend zuid: Steven van Zuylen van Nyevelt, noord: die gemeen grafte, - 3½ morgen in de cleyne slage, belend zuid: nakomelingen van Heinric van Rijn, noord: Heinric Ghysbertsz, - de helft van ½ hoeve veen in de Grote slag, waarvan Henric Godevaert Bottersz het andere deel heeft, zuid: Jacob Nenninc Petersz, noord: Jacob Scadenz; vervolgens wordt Roelof van Baern met dit alles beleend; "versocht bij Roelof zyn zoon infra fol 191 eodem libro"

Goyert de Coninck, Volken van Baern, onse mannen; Zouwe van Rijn, Jan Mouwer, onse tynsgenoten