34 resultaten
Wilde, de | 1431-09-05
R.A.H. no 57 fol 307v/Reg in Beyeren IX fol 151
Achternamenindex
gravin Jacoba beleent Claes van Malland Jans die Wildenz met: - 7 morgen land in de ban van Meduwe [Meeuwen] in de Laer, - 6 morgen 4 hont in het gericht van Meduwe in de Oestinck, geheten die Bredecamp, - 6 hont land in hetzelfde gericht in de Eetdonck, geheten Willem Biggenbrake, ten erfleen
Herlaer, van | 1500-1521
Coll Aanw 152 fol 301
Achternamenindex
1521-11-14 van de inkomsten van de lenen: Joost van Wyfvliet houdt in leen van Frederik van Herlaer als ambachtsheer van Muylkerk, 4 ½ morgen te Muylkerk, belend oost: de kerk van Dussen en van Meeuwen, west: Wouter Joosten, strekkende van de halve Dussen tot het land van Altena, waard 6 sc per jaar, maakt 4 £ 4sc
getekend: Joost van Wyfvliet
Wyffliet, van | 1341-05-24
Van Mieris II p 650
Achternamenindex
hertog Jan van Brabant oorkondt "dat wij oever een gedraagen zijn met onsen lieven weerden man Jan van Drongelen heer van Eethen ende van Meeuwen alse van eenrehande punden, die hem Jan van Wyflet op die tijt onse borchgrave van Huesden eyschende was, ende seggende dat hij niet schuldigh waar te gebruycken na zijn brieven in die gerechte van Eethen, Meeuwen ende Drongelen, waaraf hem die voers. Jan heeft met goede verscende raaden ..... ende bekendt heeft dat heer Jan van Wyflet, onse borchgraven van Huesden ofte diegene, die na hem borchgrave van onser weghe wesen sal, rechten ende opbueren magh .... in den gerichte van Drongelen vallen, boven 9sc toe; ende daer beneden die roeren hem te berechten sonder argelist. Voert heeft hem bekent de vors. Jan, dat Jan heer van Wyflet, onse Borchgrave ....."
Drongelen, van | 1312
Livre feudataires du Brabant p 134, 165, 199
Achternamenindex
Johannes filius Lamberti de Dronghe, 9 jugera terre in Balomrbosch supra Ensrin infra terram de Heusden; - Johannes de Dronghel minorem justitiam in terra sua. Item 50 libras annuatim supra molendina sita in terra de Heusdenne, 12 libras annuatim propter quas oportet eum custodire forum apud Ghiessen. - Lambert filius Lamberti de Dronghel, 3 jornalia terre vel circiter jacentia apud Meweden [Meeuwen]
Drongelen, van | 1481-05-22
Grote Raad Mechelen Geëxtendeerde Sententiën p 189
Achternamenindex
Robbrecht van Drongelen, drossard en het burengerecht van Eten en Meeuwen contra Adriaen Henric Waelwynsz en de Procureur Generaal van Holland: beroep tegen vonnis van het Hof van Holland, onverlaten vernielden niet alleen het huis van Adriaen maar bewerkstelligden zelfs dat hij veroordeeld werd en dat zijn goederen werden verbeurd verklaard; het Hof vernietigde deze uitspraak, eisers worden beboet en het beroep ongegrond verklaard
Merwede, van der | 1453-10-18
Ned Leeuw jg 1939 p 67 ev/Hollandse Leenkamer 116 Caput Altena fol 4v
Achternamenindex
Odilia van de Merwede wordt beleend met de heerlijkheid van Eethen, Meeuwen en Babilonienbroek en alle gerechten, de lage heerlijkheid van Drongelen, 100 £ per jaar uit de burcht van Meeuwen, een hoeve moer, de hoge en lage heerlijkheid van 's Gravenmoer en Vijftienhoevenmoers, eerder van Luden Henricksz [zgn Hendrik Ludenambacht], de ambachtsheerlijkheid van de Zuydwinde met de gronden van acht hoeven moers achter dit ambacht, erfleen zoals Jan van der Zuytwinde die vroeger had, de ambachtsheerlijkheid en moeren in Zuidholland boven de Zuydwinde (met belendingen), de ambachtsheerlijkheid van Monsterkerk aan beide zijden van de Dussen, het recht vierendeel van de helft in de Grote Waard en nog 15 hoeven en 5 hoeven moers met de ambachtsheerlijkheid in Den Ham te 's Gravenmoer, 5 hoeven en wildernis bij het ambacht van Waspik alle hoven houdende 16 morgen; hulder is Arnt van Wyck van Honsoirde; haar zuster Johanna erfde Burgst
Millink | 1488-08-26
Grote Raad Mechelen Geextend Sententiën 1966 p 219
Achternamenindex
Jan Millinc gedaagd door Arnt Spierinc; beroep tegen het vonnis van het Hof van Holland, aanstelling van drossaard en dijkgraaf door Millinc in de heerlijkheid Eten en Meeuwen, die als bruidschat aan zijn vrouw zijn gegeven; Spierinc stelt dat de ambten al aan hem waren verpacht. Het Hof geeft de ambten in sequestratie aan Medart van Marle ; beroep ongegrond verklaard en zaak teruggewezen aan het Hof van Holland
Heukelom, van | 1452-04-10
Mr Bondam: Reg Leenbrieven Ambachtsheerlijkheid Zuidewijn p 11
Achternamenindex
jvr Odilia van de Merwede, oudste wettige dochter van Dirck van de Merwede heer van Eethen en Meeuwen, en diens bastaardzoons Jan en Claes, komen in presentie van hun vader met bezegeling van deze en van Robrecht van Drongelen Petersz, Antonis van Wifflit en Jan Henricsz van Hoekelem, overeen dat Jan en Claes na hun vaders dood op het Slot te Meewen zullen mogen blijven wonen, mits zij Odilia als het hoofd der familie erkennen
Drongelen, van | 1463-09-07
Ned Leeuw jg 1939 p 68/Grote Raad Mechelen Geëxtendeerde Sententiën 1966 p 22, 66/Hof van Holland no 466 no 10 fol 7v, 30v, no 36 fol 47v, no 57 fol 62v, no 467 no 7 fol 57v en fol 53
Achternamenindex
proces tussen Odilia van de Merwede en Raso van Borchove, namens zijn vrouw Hadewich van Drongelen, haar vader was wijlen Jan van Drongelen heer van Eethen en Meeuwen. Uit zijn eerste huwelijk was een dochter die zijn leengoederen zou erven; in zijn 2e huwelijk met Maria van Schoonhoven had hij als dochter Hadewich; t.b.v. Maria en haar kinderen belastte Jan de heerlijkheid Eethen en Meeuwen met een rente van 200 gld. De dochter uit het eerste huwelijk verkocht vervolgens deze heerlijkheid aan Dirk van de Merwede, vader van voornoemde Odilia. Maria van Schoonhoven overleed rond 1458 en Hadewich erfde de rente, doch Odilia staakte de betalingen toen de heerlijkheid niets meer waard was dan 100 clinckaerts per jaar. Zij had de heerlijkheid overgedragen aan Robbrecht van Drongelen Pietersz, waarvan in de leenregisters niets te vinden was, terwijl zij nog steeds in het bezit ervan was, daarom wordt zij in het ongelijk gesteld en Raso mag de heerlijkheid aanvaarden tegen betaling van 50 Vr Cronen per jaar aan Odilia, maar eerst zal hij zijn achterstallige renten van 1200 gld ontvangen
zie ook 1471-01-18 en 1473-09-15
Merwede, van der | 1463-09-07
Ned Leeuw jg 1939 p 68/Grote Raad Mechelen Sententien 1966 p 22, 66/Hof van Holland no 466 no 10 fol 7v, 30v, no 36 fol 47v, no 57 fol 62v, no 467 no 7 fol 57v en fol 53
Achternamenindex
proces tussen Odilia van de Merwede en Raso van Borchove, namens zijn vrouw Hadewich van Drongelen, haar vader was wijlen Jan van Drongelen heer van Eethen en Meeuwen. Uit zijn eerste huwelijk was een dochter die zijn leengoederen zou erven; in zijn 2e huwelijk met Maria van Schoonhoven had hij als dochter Hadewich. T.b.v. Maria en haar kinderen belastte Jan de heerlijkheid Eethen en Meeuwen met een rente van 200 gld. De dochter uit het eerste huwelijk verkocht vervolgens deze heerlijkheid aan Dirk van de Merwede, vader van voornoemde Odilia. Maria van Schoonhoven overleed rond 1458 en Hadewich erfde de rente, doch Odilia staakte de betalingen toen de heerlijkheid niets meer waard was dan 100 clinckaerts per jaar. Zij had de heerlijkheid overgedragen aan Robbrecht van Drongelen Pietersz, waarvan in de leenregisters niets te vinden was, terwijl zij nog steeds in het bezit ervan was, daarom wordt zij in het ongelijk gesteld en Raso mag de heerlijkheid aanvaarden tegen betaling van 50 Vr Cronen per jaar aan Odilia, maar eerst zal hij zijn achterstallige renten van 1200 gld ontvangen
1471-01-18 (1470) verkoop en verdeling van de heerlijkheden Meeuwen, Eten en Drongelen (p 22); 1473-09-15: gerechtelijke verkoop (p 66)