24 resultaten

Wyffliet, van | 1416-05-18

R.A.H. Coll Aanw 53 fol 251
Achternamenindex

hertog Willem oorkondt dat "Katherijn Floriswijf van Wyfvliet gekomen is voor Peter van Enderveen en Willem van Wendesnesse daar sij van sieckten wegen selve bij ons niet comen mochte", en heeft opgedragen, met Floris van Wyfvliet, haar wettige man en voogd, 16 gaarden land met het huis dat erop staat, gelegen in het ambacht van der Zijdwinde, belend oost: Floris van Wyfvliet, west: Willem van Gend, "streckende van sheren heijde tot aen den oterdijck toe. Om bede wille van sonderlingen vrienden ende nootsaecken wille van schulden", geeft de hertog haar dit land ten vrijen eigen

Borre | 1423-04-15

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 461v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de abt oorkondt dat Merten Jan Roelfsz.z en zijn vrouw Beatrix Claes Bannendochter hebben kwijtgescholden aan Jan Borre Claes Bannenz "al alsulke wilkoer verbande ende verzwaringe als Claes Banne oer vader ghedaen ende gemaecht hadde mit onser hant, op die hoeve lants geheten Lienlaer in den kerspel van Loesden in der maelscap van Wede ende van Emmiclaer gelegen, die hi gedaen hadde tot Merten ende syns wijfs behoefs voirs. also onse boec daerof begrepen heeft. Ende wij gheloven hem mede voir onse ende onse nacomelingen nimmer meer Jan Bannen of syn erfgn. kinder, scade of verdriet daer in te doen dat van onser weghen ruren mochte"

mannen: Ghysbert Godscalc en Gheryt Petersz

Herlaer, van | 1348~ (1345-1351)

Van Mieris II p 759/Matthaeus Chron Egm p 222, 223
Achternamenindex

twist over de tienden van Cole, Boekelsdyc en Bloemertsdyc met de abt van Egmond, die beweerde dat deze tienden als een recht leen aan hem vervallen waren bij de dood van de vrouwe van Rotterdam heer Dirk Boekelsdochter. Zij huwde met heer Simon van Teylinge die belening verzocht aan abt Hugo Mensenz (1326-1345); "daerna doe Haer Symon doot bleef, versochte sijn wijf die tiende, daer veel goede luden over waren, voor Haer Willaem van Rolland, die doe abt was, dies hij haer niet doen en woude"; "Daerna na sij Haer Gerrid van Harlaer te manne, die t oock mede aen Haer Willem van Rolland versochte" zonder resultaat; "Doe seyde Haer Gerrid van Harlaer dat elck man nam, dat hem besciten mochte. Daerna en versocht sij dat goet niet, also langhe alse levede, maer bleef daer in sitten met gewelt.... etc"

Crans | 1530-05-25

R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Arkel p 54v, 52v
Achternamenindex

compareerde in de griffie van den leenhove van Holland Zebe Claas Cransz, "schipsgeselle, seijlende oost ende west, verclarende alsdat hij van nootsaecken waer, alsoot schip daerinne hij verhuijrt was, opsijn reede lach, niet vaceeren en mochte omme t ontfangen alsulcke leen als hem aengecomen was bij dode van zijn vader Claes Crans Zebenz", daarom procuratie geeft aan mr Adriaen Duijck om namens hem te verheffen 8 morgen land in het land van Arkel op de lange Scheijdewijck [er staat Seijdelwech] en deze vervolgens over te dragen tbv Jan Snoeck Jacobsz; 1530-07-13: Karel beleent Zebe Claes Crans Zebenz na dode van zijn vader met 8 morgen land in onsen lande van Arckel op Lange Scheijdewijk [er staat: Schodelwyck]. Als gemachtigde doet mr Andries Duijck de eed voor hem. Vervolgens draagt hij dit leen over tbv Jan Snouck Jacobsz, die ermee wordt beleend. Zijn vader Jacob Snoeck doet de eed voor hem

Zeger van Alveringen, Cornelis Barthouds, Pieter Cobel, leenmannen