41 resultaten
Aa, van der | 1410~
Leenregister Culemborg fol 4, 9 v
Achternamenindex
leenregister Culemborg: - Dirc van Oestrum, ½ hoeve tot Scalcwijck, belend boven: Jacob van der A, belend beneden: Jacob van der A; - Jacob van der A 3½, morgen in den Wale; - jvr Bely (doorgehaald en vervangen door Udele Jacobsdochter van der A) 3½ morgen in den Wale. Hulde doet Bernt Sgeijde van Hidsberge
Bosch | 1462-11-21
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 436v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Goesen Bosch Willemsz en zijn zoon Henric Bosch maken tot lijftocht voor Weyndelmoet Henric Bottersdochter, vrouw van Heynric Bosch, 25 gouden Arnh gld uit een stuk land met hofstede gelegen tot Zoest, belend landwaarts: Dirc van Oestrum, zeewaarts: Geryt van Hilhort, "voert ut alle ander hoir weylant en engelant dat zy in leen houden"
mannen: Henric van Duven, Tyman Mouwer van Heersel
Voss | 1438-05-21
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 67v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Willem van Huekellem beleent broeder Johan Voss, procurator van het klooster van de Carthusers buiten Utrecht, met al het goed dat dit klooster van de abdij in leen houdt, waar tevoren Matheus Gysbertsz (nu overleden) hulde voor gedaan had, nu doet hulde: Arnoldus Byndorp; "item dit heeft nu Claes van Oestrum"; "nunc Peter van Coolenberch"
mannen: Geryt Taets, Gysbert van Hamelenberge
Cosyn | 1410~
Leenregister Culemborg fol 19, 56v, 60v
Achternamenindex
leenregister Culemborg: - Johan Claesz dochter 5 hont land geheten de Korte Stucken, te Waterbuesinchem, belend boven: Zurmont Petersz kinderen, beneden: Kosijn Pauwe Guedekensz; - Ghysbert Cosijnsz 4 ½ morgen te Hauten; - Willem van Oestrum 1 viertel in Scalckwijck, belend boven: die kercke van Scalckwyck, Willem van Mynden op t einde aan de Goyerdyck, Kasyn die Heelt op dat einde tot Schalckwycker wetering waart, beneden: Huge van Honswijck met leen van Culemborg
Eck, van | 1445-10-23
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 290, 275
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Deuken van Eck en zijn vrouw Alijt dragen over "dat oude erff tot Scerpenzeel ende dat getimmert dat daer op staet. Uytgeseyt dat bosch", zoals Willem Lambertsz gebruikt had, en Deuken en zijn voorvaders van de abdij in tijns hielden, belend oost: Jan Ottenz nacomelingen mit Berckhorst ende Rodenwinckel, west: Ot van Scerpenzeel mit den derp van Scerpenzel ende mit Rynesse, noord: Ot voirs. mit sinen bosch, zuid: jonge Egbert die Beer mit Winniclaer; Wouter die Beer ontvangt dit goed tbv zijn vrouw Mergriete van Huekelem, 2 oude groet tijns per jaar, te betalen in onsen wthoff te Heyligenberge; 1457-04-01 (1457-04-16): Wouter die Beer en zijn vrouw Margriet dragen dit goed over tbv Dyrck van Oestrum; "Dit heeft nu Egbert de Beer per resignationem dicti Theoderici tempore domini Joh. Clauwert" en "item ontfenc Wouter de Beer syn soen [doorgehaald de voorgaande 5 woorden] Egbert de Beer door overgift Dyrx van Oestrum", belend west: Otto van Scherpenzeel met den dorp van Scherpenzeel en met Rynes
tijnsgenoten: heer Lambert van Spuel, commelduer te Calenbroec, Goessen Mom, Jacob van de Weteringe; 1457: Gheryt Scaeij, Jan die Wolff
Beer, de | 1459-11-03
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 163v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Johan Clauwert oorkondt dat Rutger die Beer Jacobsz maakt tot lijftocht aan zijn vrouw Ryckelant Henric Ghysbertszdochter 12 Beyers gld per jaar uit een erve geheten "die Scalbrenck" [Soest], belend landwaarts: Ave, vrouw van Jacob Lambertsz, zeewaarts: Henric Jacob Goedenz.z, strekkende van de Brink tot aan de Biscopsweert toe, "mit sulken engelant, veen, hoefslach, tymmert en berch, als dat van outs gelegen is", en Rutger van de abdij in leen houdt
mannen: Dirc van Oestrum, Ghysbert Henricsz
Baarn, van | 1470-01-13
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 197
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Volken van Baern wordt als voogd van zijn neef Roelof van Baern beleend met een vierdel van een hoeve veenland in Heserveen, strekkende van den Sande ter Buerse waart, belend oost: Pieter Willemsz, west: Jut Geryt Kriecs met haar kinderen; Volken geeft q.q. over aan Peter Willemsz en Reyer Snijer en zijn vrouw Nelle, die recht ofgrifte [afgraving] van dit leengoed; ⅓ deel heeft: - Jacop Splintersz na dode van Reijer Snijer (fol 206), - Airt Alertsz na dode van Nelle, vrouw van Reijer Snijer (fol 209), - Willem van Dam als zoon en leenvolger van Peter Willemsz (fol 238)
mannen: Dirc van Oestrum, Alfer Ruysch
Tuer | 1424-09-21
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 61v, 134v, 135v, 152v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: jvr Margriet met haar man Lambert Tueren als voogd draagt over de lijftocht die zij had aan: 1) 4 dachmaet lants gelegen op ter Eme in den kerspel van Zoes, lantwaarts: Gerijt Lambertz, Ghijsbert Hermansz en Jacob Willemsz onderdeylt, zeewaarts: Gherijt Rutgersz en zijn broer Dirck, onderdeylt, 2) een camp lant streckende van den Brinck an Wouter Willamsz maet toe, die Stevens plach te wesen, lantwaarts: Rose Lambert Wotuer Muschenzdochter, zeewaarts: Henric Lambert Vierlinxz kinderen, 3) een hofstede mitten engeland, van den brinck streckende an den overwech, lantwaarts: Jacob van den Doem, zeewaarts: Ghysbert Scael, 4) den Gheer, zeewaarts: Jacob Heijn Zwagersz, lantwaarts: Ghysbert van Hagenouwen, 5) dat waterstuck, zeewaarts: Ghysbert Harmansz, lantwaarts: Wouter Mattenz, 6) den Bramert, zeewaarts: Ghysbert Harmansz, landwaarts: Jacob van den Doem, 7)½ mud lands, zeewaarts: Ghysbert Scael, landwaarts: die heren van Oudmunster, 8) een schepel lants, zeewaarts: Ghijsbert Hilhorst, landwaarts: Jacob van den Doem, 9) een vierdeel veen, zeewaarts: Henric Noten erfgenamen, landwaarts: Jacob van den Doem [1453 in margine: dit vierdel heeft ontfangen overmits een maeck Willem van Oostrum Dircsz (fol 4); mr Aelbert Buer, prior van de Certrosen te Utecht ontvangt älles; "dit heeft nu Peter van Coelenberch, apud dom. Ger. de nova ecclesia fol 292"; "Daerna hebben de Carthuizers dit goet overgegeven ende heeft ontfangen Claes van Oestrum fol 134"; 1440-03-23: broeder Johan Voss van het Carthuizer klooster draagt op al dit goed en Claes van Oestrum wordt beleend, en maakt het tot lijftocht voor zijn vrouw Agniese Willemsdochter van Nyenvelde; 1453-03-04: beleend Dirc van Oestrum na dode van zijn vader Claes
mannen: Gysbert Godscalc, Vrederic van Voerde, Willem van der Meer; 1453: Zoude van Rijn, Gosen Willamsz
Lienlaer, van | 1467-04-25
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 195
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Agniese Godert Jacobszdochter van Lijenlaer met haar man Ludeman Reijersz als voogd, wordt na dode van haar vader beleend met een stuk land in de oude weeer op Zeldert van 1 ½ vierendeel, belend oost: Huge Semmen [?] en Aelbert schoemakers nakomelingen, west: Elias van Wede en Jan Vluggen nakomelingen; "item modo Thomas filius ejus"; volgt nog eens dezelfde leenbrief, onder staat hier: "Thomas ejus filius habet ½ bij overgifte synre moeder"
mannen: Dirc van Oestrum, Gysbert Henricsz, Evert van Heese
Oostrum, van | 1485-07-19
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 307
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Dirc van Oestrum draagt op dat oude erve tot Scherpenzeell en het getimmerte daarop, behalve het bos, zoals Willem Lambertsz vroeger gebruikte en Deuke van Eck en zijn voorvaders van de abdij te tinse gehouden hebben, belend oost: Jan Ottenz nacomelingen myt Berchorst en Roedewinckel, west: Ott van Scherpenzeel met den dorpe van Scherpenzeel ende mit puesse [?], noord: Ott van Scherpenzeel met zijn bos, zuid: jonge Egbert de Beer met Wijminclaer; vervolgens ontvangt Egbert de Beer dit goed tot erftijns, op 2 oude berchsche groten per jaar, tebetalen in onze uthoff te Heyligenberch
tijnsgenoten: Rutger Scaell, Beernt Scaij