Beinhem, van | 1670~1700

Wapenheraut jg I p 39

Achternamenindex

jhr Johan van Beinum, capitein en majoor, later generaal, overleden vóór 1704, x 1685 Anna Adriana van Ommeren vrouwe van Opheusden. Zij hertrouwt jhr Aernt Johan Vygh tot de Snor, weduwnaar van Dorothea van Beynuem, dochter van Jacob van Beynem broer van jhr Johan

Scade | 138.

Ons Voorgeslacht 07/08-1988 p 306

Achternamenindex

leen van Vianen: no 686) ½ hoeve, groot 8 morgen in Outena, Jan van Ommeren bij dode van Gysbert Scade van Overnesse, ter weerszijden: de leenheer; met lijftocht van Aleid weduwe van Gysbert van Overnesse Scadenz; 1392-12-20: Gerrit Koevoet Woutersz bij overdracht door Gerrit van Wijk Ottenz

Ochten, van | 1263-08-23~

Van Spaen III p 386/Sloet no 864/Arch St Marie Origineel

Achternamenindex

heer Ricold van Ochten, ridder, zegelde met Diederik van Emere [van Ommeren], en staat vóór de heren van Hornes [van Hernen], Rothem [Rossem] en Soelen; zij worden alle edele heren genoemd. Zijn zegel vertoont een ridder te paard, op het schild: trois chevrons avec un Lambel en Chef

is dit dezelfde oorkonde?

Overnesse, van | 138.

Ons Voorgeslacht 07/08-1988 p 306

Achternamenindex

leen van Vianen: no 686) ½ hoeve, groot 8 morgen in Outena, Jan van Ommeren bij dode van Gysbert Scade van Overnesse, ter weerszijden: de leenheer; met lijftocht van Aleid weduwe van Gysbert van Overnesse Scadenz; 1392-12-20: Gerrit Koevoet Woutersz bij overdracht door Gerrit van Wijk Ottenz

Buren, van | 1449

Leenregister Gelre 8e stuk Nymegen p 375

Achternamenindex

een camp land van 5 ½ morgen te Ommeren, naast de commandeur van Ingen, 6 ½ oude schild per jaar; - een camp van 7 morgen en 2 hont in de Burenbroeck, in de Meijnt, 5 ½ oude schild per jaar. Tot Zutphense rechten eerst te leen gemaakt door Lambert van Buren, bastaard, in plaats van een gevryt goet, nyet genoomt; eed vernieuwd 1473-09-30

Brakel, van | 1487-07-18

Ons Voorgeslacht 01-1988 p 26

Achternamenindex

leen van Vianen: no 595) 4 morgen in Lakerveld, Arnout van Broekhuizen heer van Brakel, neef van de leenheer; 1496-01-15: Willem van Brakel Staesz; 1561-01-11: Josina van Broekhuizen vrouwe van Brakel, weduwe van Reinier van Aeswijn, nicht van de leenheer, bij verzuim; 1569: Jacob van Ommeren voor Josina van Broekhuizen, hoewel zij niet bezit; 1585-03-07: Reinier van Aeswyn bij dode van zijn moeder Josina, hij is neef van de leenheer

Ingen, van | 1410~

Leenregister Culemborg

Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Herman van Ravenswade 8 hont land in Ravenzwader mate, belend boven: Florens van Ynghen, beneden: Alaert Henricsz (fol 5); - Alaert van Ynghen 4 morgen (fol 33v); - Otte van Wijc 6 morgen land min 1 ½ hont in het nederbroec in de Vredecamp, belend boven: de heer van Buren, Otte die Swerte, Herman Hille, beneden: Florijs van Ynghen; dit leen was Otte overgedragen door Jan van Ommeren (fol 37); - Aernt Loef Henrixsz 5½ morgen gelegen van de Broecstege tot aan die Zoelen, belend boven: Florens van Inghen en Philips bastaard van Culemborg, beneden: Hubert van Culemborg heer van Meere (fol 38v)

Swarte, de | 1410~

Leenregister Culemborg

Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Otte van Wijc 6 morgen min 1 ½ hont in het nederbroec in de Vredecamp, belend boven: de heer van Buren, Otte die Swerte en Bertraet Herman Hillen, beneden: Florens van Ynghen, dit goed was van Jan van Ommeren (fol 37); - Jan Ottenz, dat Gerit de Swerte opdroeg, 1½ morgen in Ravenswadermate, belend boven en beneden: Gerit van Bueren (1415); 1422: door de vrouw van Geryt Henric Diedert Hermansz opgedragen aan Geryt Schade (fol 83v); - Henrick van Ryebeeck Claes Hollenz van der Woerde 9 morgen op Goedbertingervelt, belend boven: Willem Krol, beneden: het gasthuis van Wijck (1415); 1421-09-03: - Mergriete van Riebeck vrouw van Otte de Swerte beleend, zij draagt dit leen op aan Wolter van Zijl (fol 83v)

Wijk, van | 1410~

Leenregister Culemborg

Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Otte van Wijc 6 morgen land min 1 ½ hont in het Nederbroec in de Vredecamp, belend boven: de heer van Buren, Otte die Swerte, Herman Hille, beneden: Florijs van Ynghen; dit leen was Otte overgedragen door Jan van Ommeren (fol 37); - Otte van Wyck Ottenz 4 morgen in Ryswiker maelscap, strekkende van de Broecstege tot aan de Meere, en met 2 akkers tot aan het Graefken, belend boven: Herman Bertradenz en Vrederick de schoenmaker, beneden: Florens van den Werve, met lijftocht voor Otte's vrouw Mechtelt (fol 37); - Ponceynen Aelberts en zijn broer Guedert 4 morgen 2 hont in Rijswiker maelscap, belend boven: Jan Scele, beneden: Sceelken, aan het einde Gerijt van Wijc (fol 37v); - Geryt van Wijc 6½ hont land in Ryswiker maelscap, van de polre tot aan de Wijfdijc, belend boven: Roelof van Boemel, beneden: de vrouwe van Gulick; beleend: Ponciaen Jansz (fol 39)