33 resultaten
Haerlem, van | 1282
J.C.Kort: Inv Arch Heren van Haerlem p 4 no 12
Achternamenindex
akte van bevestiging door graaf Floris V van de belening door Symon van Haerlem, ridder, van Dirk, diens zoon, met tienden, renten en gerecht in de ambachten van Schermer, Graft, Myzen en Ursem, gehouden in recht leen; welk leengoed Dirk van Haarlem opdraagt aan zijn broer Willem, mede bevestigd door 3 andren (vgl 1319-05-21 en 1308-05-02)
Beusichem, van | 1251-12
Brom regest no 1212
Achternamenindex
Hendrik, bisschop van Utrecht, verklaart dat het kapittel van St Pieter te Utrecht 25 morgen land tussen Vechten en Bunnik, die Hubert van Businkhem van hem in leen en Roderic van Overrin in achterleen hield, van de laatste gekocht heeft, en dat hij nu aan het kapittel de eigendom daarvan opdraagt, nadat Roderic hem daarvoor andere goederen in ruil heeft gegeven
Cleve, van | 1330-03-13 (1329)
Reg Hann p 185
Achternamenindex
Gheraerd heer van Hoorne bericht de graaf van Keelf dat hij zich verdragen heeft met zijn oudste zoon heer Willem en deze in zijn Hollandse lenen heeft gezet, terwijl hij aan de graaf van Kleef al de Kleefse lenen in Altena opdraagt; 1330-03-14: graaf Willem bevestigt de lijftocht van 700 £ die door Willem van Hoorne aan zijn vrouw Oede is gemaakt
Moordrecht, van | 1322-08-07
Reg Rotterdam en Schieland no 303, 301
Achternamenindex
Jacob van Moordrecht krijgt verlof om te verkopen: - aan Alewaerde, 7 morgen land in Inkelede in het ambacht van Mordrecht, waarbij Jacob gelijkwaardig goed opdraagt aan de graaf en weer in leen ontvangt; - aan Jan van Delf als vrij eigen, 5 morgen land in het ambacht van Moerdrecht, liggende bij de 6 morgen die heer Jacob verkocht heeft aan Dieric Melysz, in het gerecht van der Goude [Hofland], hiervoor draagt Jacob gelijkwaardig goed op
Bent | 1404-04-18
Ons Voorgeslacht 06-1987 p 336, 344
Achternamenindex
Claes Bent Florisz draagt op uit eigen goed en wordt door de graaf beleend met 2 morgen land in Lekkerkerk in ruil voor ½ hoeve in Schonauwen; 1392-12-14: Claes Bent Floris na dode van zijn vader beleend met ½ hoeve (6 morgen) in Schonauen; 1404-02-09: Claes Bent Florisz ten eigen, omdat hij in de oorlog van Arkel te Gorinchem gevangen was, en hij zal voor Pasen 2 morgen uit eigen opdragen; 1405-04-18: ten eigen aan Claes Bent, die hiervoor opdraagt 2 morgen in Lekkerkerk in Zuidbroec
Pauw | 1380
Ned Adelsboek jg 1916 p 51
Achternamenindex
Jan Paeu Willem die Grebbersz is eigenaar van een stuk land "die Kerchem"genaamd, gelegen onder Zuiderwoude, dat hij aan Wouter van Heemskerk opdraagt en in leen ontvangt (1381-01-08); 1396-05-03: zijn zoon Gerbrant Jansz Pauw wordt ermee beleend na dode van zijn vader; 1414-07-21: na dode van zijn vader wordt Jan Pauw beleend (1436 schepen van Amsterdam, stierf in 1451); 1473-02-10: Jacob Pauw wordt na dode van zijn broer Frederik beleend met die Kerchem; 1478-06-24: het land verkocht in vrij eigendom aan Jacob Pauw
Adrichem, van | 1578-10~
G.A.Haarlem Transportregister 76/25 fol 221
Achternamenindex
schepenen van Haarlem en Syvert Cornelisz Schagen, schout, Albert Centen en Albert Jacobsz, schepenen van Haarlemmerliede, oorkonden dat Wilhelmina Florisdochter van Adrichem opdraagt aan de kinderen van wijlen Harman van der Laen, de helft van ca 12 maden land, gelegen aan elkaar, eens deels binnen de stadsvrijheid, eensdeels in de ban van Haarlemmerliede, belend noord: Henrick van Berkenrode, oost: de kinderen van Livina Fransdochter van Persijn, met Cornelis Jansz den Boer, zuid: Cornelis Jansz den Boer, Marytgen Gerritsdochter, weduwe van Grote Calis en Aechte Pietersdochter, west: de Schalkwijkerweg; deze verkoop is niet doorgegaan en zonder datum geroyeerd
Haarlem
Haerlem, van | 1316-01-21
Leenkamer 37 fol 21v no 140, fol 22 no 142; Leenkamer 433 fol 42/J.C. de Kort: Inv Arch Heren van Haarlem A I 1 en 2, p 3 no (6)
Achternamenindex
akte van bevestiging door graaf Willem III van de afstand gedaan door Hendrik van Diepenheim, zoon van Simon van Haarlem, van zijn aanspraken op het leengoed van zijn broer Willem van Haerlem, ten gunste van Jan van Bergen, met welk goed de graaf Jan van Bergen zal belenen na de dood van Willem van Haarlem; met uitzondering van het goed van vrouwe Catharina [van Dale], Hendriks moeder, met welk goed de graaf Hendrik van Diepenheim, na de dood van Willem van Haerlem zal belenen. Akte van bevestiging van de overeenkomst tussen Willem van Haarlem met zijn vrouw Geertruida en hun neef Jan van Bergen, waarom de graaf de baljuw van Kennemerland opdraagt op de uitvoering toe te zien; 1316-01-24: bevestigd door Jan Persijn
Corf | 1438-09-14>
R.A.H. Coll Aanw 521 fol 237/Reg Egmond 1e dl fol 219v
Achternamenindex
de heer van Egmond vergunt aan Symon Vrederic Dirxz de helft van de voors goederen te verkopen, in plaats waarvan hij opdraagt: 1) de helft van 10 morgen in de ban van Woggenum, onderdeeld van Claes Corff, brief dd 1438-09-14, bezegeld door de schout van Hoorn; 2) het land dat Claes Corff aan zijn zwager Symon Vredericsz heeft overgedragen, gelegen op te Horn, binnen de ban van Harencarspel, in vijf stukken: - de Grote Weyde, groot 16 geersen, waarvan Arent die Wilde toebehoort ¼ en 1/8 deel; - die Werp, 10 geers; - dat vierde (!) is geheten dat Hogelant, groot 16 geersen; - het vijfde is geheten die Horn, 12 geersen, waarvan Symon zelf 5 geersen toebehoord; - (5) het Schapenvelt in de ban van Bergen
Harenkarspel
Corf | 1537-02-06
R.A.H. Coll Aanw 517 fol 75, 75v, 76v/Leenboek Egmond B en D
Achternamenindex
Jacob van Egmond Aelbertsz oorkondt dat hij de graaf van Egmond opdraagt zijn leen in de ban van Backum, een boomgaard die hij gekocht heeft van Soijer Gerritsz, en dat in handen van mr Frans Boot, registermeester van de graaf, tbv Hillebrant Jansz den Otter; hij verzoekt aan Frans Boot of zijn zoon Peter de kwijtschelding mag doen; vgl 1537-03-03, geschreven in dorso van bovenstaande brief; 1537-03-13: Hillebrant den Otter, van Amsterdam, verzoekt dat zijn zoon Dirck Hillebrantsz (oud 40 jaar) met dit leen beleend zal worden; Dirck Hillebrantsz wordt vervolgens met de boomgaard, geheten Havicx thuyn, gelegen beneden het dorp van Backum beleend, belend oost: Pieter Dircsz, noord: Hillebrant den Otter, west: Jacob Meessen, zuid: de Noortweg
leenmannen: Vincent van Teylingen en Jan Jansz; 1537-03-13: mr Jacob de Jonge, Vincent Dammasz