28 resultaten

Ochten, van | 1303-12

Cat Arch Kapittel St Pieter no 340
Achternamenindex

Johannes van Ochten doet afstand tbv de Utrechtse kerk, afstand van 12 hoeven land aldaar, onder beding dat hij en zijn erfgenamen dit land van die kerk ter leen zullen houden met hetzelfde recht als hij de tiende in Pothusen en de goederen in Bunnik gehouden heeft, belend boven: de goederen van Ricoldus Voghet, beneden: de Langhemare

Tuyl, van | 1323-01-07

Cartul Marienweerd no 232, 314
Achternamenindex

Petrus Paulusz dictus Bosinchem koopt voor 100 £ van Ghiselbertus Hac, zoon van Hacco, 6 jugera in de Hyr, in loco dicto Worden, tussen Ghiselbertus de Tuel en Ricoldus Koc; 1328-06-07: Petrus de Bosinchem draagt over voor 100 £ 6 jugera in de Hyr aan Petrus zoon van Johannis [van Tuyl] tbv Marienweerd (vgl 1336-01-03)

Capken | 1328-04-18

Cartul Marienweerd no 308, 309, 311
Achternamenindex

voor schepenen in Santbomel verkopen Ghiselbertus en Symon Hac, zonen van Haconis de Tuel voor 200 £ 9 jugera terre sita in Hyr, in loco dicto opten Worden, tussen Ricoldus Coc en Johannes Kapken en erven van Ghiselbertus de Tuel aan Gerardus servus domini prepositi van Marienweerd; het goed wordt op 04-29 d.a.v. overgedragen aan Marienweerd; no 311: Gerardus famulus domini prepositi de Insula beate Marie

Wilhelmus Hacconis en zijn broer Rodulfus

Cock, de | 1372-1373

De Raadt II p 239, I p 303
Achternamenindex

dominus Ricoldus Cocke succède à Jean Brien dans ses fonctions d'écoutète de Bois le Duc; 1374: Ricauld de Koc, jadis prisonnier à Basweiler sous le sire de Cranendonck; idem Gauthier de Koc en Guillaume de Cok; 1376: Gisbert die Koc, chanone de la Cathédrale d'Utrecht scelle pur Guillaume Darchier, jadis prisonnier à Basweiler; 1384: Ricould de Koc, homme de fief de la duchesse de Brabant

Leyenburg, van | 1357-12-14

Inv Oud Arch Nymeegse Broederschappen regest 7
Achternamenindex

Gerardus de Leijenbergh, burggraaf van Nijmegen, Albertus Rijke en Ricoldus Reymboldsz, schepenen aldaar, oorkonden dat Otto zoon van Johannes de Wusic, ridder, verkoopt een stuk land aan t Cattenpat, aan Heynricus Jordansz de Woerde; Geraruds komt ook voor: 1359-08-18 (regest 9), 1368-05-14 (r 19), 1369-04-15 (r 20), 1357-12-16 (p 412 no 10), 1359-10-19 (p 413 no 13), 1366-11-07 (p 414 no 18), 1367-12-13 (p 415 no 20), 1369-03-12 (p 415 no 22), 1356-06-05: was Henrick van Myerlaer burggraaf

Heeswijk, van | 1338-11-18

Reg Bisschoppen Utrecht no 1244
Achternamenindex

de bisschop verklaart van Arnoud van Ysselsteyn, ridder, 4000 £ Zw Tourn geleend te hebben

ten overstaan van: Henricus de Jutfaes, deken ten Dom, Ricoldus de Haeswijc, proost van St Pieter, Johannes de Slewic, deken van St Marie, Gyselbertus de Everdinghen, proost van Elst, Gyselbertus de Jutfaes, thesaurier ter Dom, Wilhelmsu de Ysselsteyn, proost van St Odilienberg

Ochten, van | 1203-10-01>~

Sloet no 401/Ooorkbk Brabant I no 98 p 163
Achternamenindex

verdrag tussen Hendrik van Brabant en Otto van Gelre, waarbij Otto aan Hendrik afstaat zijn rechten op Megen, de Eniges ("einingen") in de Kempen ("Kempinnia") en zijn allodium te Oosterbeek, dat hij in leen ontvangt

Henricus de Kessel, Rogerus de Merkem, Engelbertus de Horne, Theodericus de Milne, Theodericus advocatus de Hechte, Giselbertus de Bremmet, zijn broer Theodericus, Bartholomeus de Bremmet, Wilhelmus Molsten, Theodericus de Altena, Alardus de Driele, Henricus de Vorste, Ricoldus de Hogte [Ochten], Walterus Spiering, Theodericus de Wighem, Gerardus de Wishem, Lambertus de Monte, Henricus de Bruelo, Willelmus de Brunghorst, Egbertus de Malsen, Walterus de Capele, Warmus de Herde, Arnoldus de Ortten, Theodericus de Alfen, Herimannus de Oie

Alphen, van | 1203-10-01>

Noordbrabantse Charters p 285/Oorkbk Brabant I no 99 p 165
Achternamenindex

verdrag tussen Hendrik I hertog van Brabant en Otto II graaf van Gelderland: de laatste doet afstand van zijn rechten in Megen en van "de eninge" in de Kempen. Burgenses de Silva juxta Orten hebben tolvrijheid door geheel Gelderland; idem aartsbisschop van Keulen en de hertog van Lotharingen [datering onjuist, zie op 1200-11-03]

sigilla nobilium: Henricus comes de Kessele, Rogerus de Merehem, Ingelbertus de Horne, Theodericus de Milne, Theodericus advocatus de Hechte, Giselbertus de Bremmet, Theodericus filius suus, Rutgerus de Bremmet, Wilhelmus Morken, Theodericus de Altena, Alardus de Driele, Henricus de Vorste, Ricoldus de Hoyte, Walterus Spierinc, Theodericus de Wighen, Gerardus de Winshen, Lambertus de Monte, Henricus de Burclo, Wilhelmus de Brunchorst, Egbertus de Malsen, Walterus de Capella, Warnerus de Herte, Arnoldus de Droten, Theodericus de Alfen, Hermannus de Oie. Nomina ministerialicum juratorum: Ingelbertus de O, Franco de Houthem, Hermannus de Kaminata, Theodericus de Rozemonde, Theodericus de Elmet, Reinerus de Tiegele, Gerardus de Strale, Godevaert Gronturat, Reinerus fater suus, Henricus de Hertenvelde, Theodericus Grutere, Henricus de Boningen, Wilhelmus Bobbe, Sibertus Suevus, Stephanus de Plesie, Theodericus Bastert, Theodericus Vollinc, Reinerus, castellanus de Sulenkem, Nicolaes de Vurne, Cristianus et Rudolfus de Arnhem, Theodericus fater comitis, Arnoldus de Arnhem, Helmerich Felix