31 resultaten

Horst, van der | 1490-05-28

Grote Raad Mechelen Geextendeerde Sententiën 1966 p 231
Achternamenindex

Floris van der Horst en Lysbeth Dirc Coenendochter gedaagd door Adriana weduwe van Willem van Oegstgeest; beroep tegen vonnis van het Hof van Holland, dat in een kwestie van leen erfrecht verweerders in het gelijk stelde. Verweerders beroepen zich op een beschikking van hertog Albrecht als ruwaard, met betrekking tot een stuk land te Dirkshorn. Beroep ongegrond verklaard

Oegstgeest, van | 1490-05-28

Grote Raad Mechelen Geëxtendeerde Sententiën 1966 p 231
Achternamenindex

Adriane, weduwe van Willem van Oegstgeest contra Floris van der Horst en Liesbeth Dirc Coenendochter; beroep tegen vonnis van het Hof van Holland, die in een kwestie van leenerfrecht verweerders in het gelijk stelde. Verweerders beriepen zich op een beschikking van hertog Albrecht als ruwaard met betrekking tot een stuk land in Dirkshorn. Beroep ongegrond verklaard

Jonge, de | 1359-12-08

Reg Rotterdam en Schieland no 819, 886
Achternamenindex

hertog Albrecht verklaart, nadat Claes die Meester, zoon van Jan Meester, hem had opgedragen 24 morgen land in Riederambacht met alle toebehoren, als erf en uiterdijk, die hij van hertog Willem in leen hield, belend oost: Henric Melysz, west: Sander Cat [Tacke ?], als ruwaard deze in erfleen gegeven te hebben aan Wouter Woutersz den Wisselair, met regeling van erfopvolging; 1365-12-07: idem

Rolland, van | 1375-08-26

Inv Arch St Marie in Den Haag Regest 55
Achternamenindex

hertog Albrecht, ruwaard, en Margriete hertogin in Beyeren oorkonden, dat zij de jaarrente uit het goed Vroenle verschuldigd aan deken en kapittel van den Haghe, de Canesie, inlossen door het kapittel te begiftigen met zekere tienden, alsmede het veer te Assendelft, hun aangekomen door het overlijden van de vrouwe van Waterland. Voorts met zeker goed dat wijlen Pieter van Rollant van hen hield

Mathenesse, van | 1613-08-03

Kroniek Hist Gen jg 1852 p 284/Arch Mathenesse
Achternamenindex

testament van Florentina van Cuilenburg, weduwe van Johan van Matenesse heer van Matenesse, Riviere, Opmeer. Zij vermaakt aan haar oudste zoon Adriaan de heerlijkheid van Opmeer, en stelt voorts tot erfgenamen aan haar vijf kinderen: Adriaan heer van Matenesse en Opmeer, Johan, domdeken te Utrecht, Karel, ruwaard van Putten, Willem, heer van Rascart en Margaretha vrouw van Herman Valkenaar heer van Duikenburg, Portengen

Heemstede, van | 1382

Van Mieris III p 200
Achternamenindex

Gerrit en Jan van Heemstede, ridders, leveren hertog Albrecht over de brieven en rechten die zij handden: - tot de kastelen van Teylingen en anders; - aan de ambachten van Bleyswijk, Blommersdijk, Beukelsdijk, Lisse en Voorhout met alle toebehoren, tienden en heerlijkheden die heer Gerrit daaraan had. Voor de som van 1600 schilden die zij hem schuldig waren, in mindering van de 2600 schilden, en beloven de overige 1000 gld aan de ruwaard te voldoen

Swieten, van | 1498-12-24

Grote Raad Mechelen Geëxtendeerde Sententiën p 336, 455/Beroepen Holland dl I dossier 8, schrifturen
Achternamenindex

Dirk van Zweeten Aerntsz gedaagd door de Procureur Generaal: beroep tegen het vonnis van het Hof van Holland waarbij het veer te Zwijndrecht dat de grootvader van verweerder als erfelijk leen van hertog Philips de Goede had verkregen, aan verweerder was toegewezen. Thomas Bokelaer, rentmeester van Zuidholland en de Procureur stellen dat hertog Philips het veer, dat tot het domein zou behoren, gegeven had, toen hij nog ruwaard was, waardoor deze schenking ongeldig zou zijn; beroep ongegrond verklaard; 1498-12-24: idem

Leyden, van | 1206-10-14

v.d. Bergh I no 206
Achternamenindex

Philips, markies van Namen, verdeelt, als ruwaard van Vlaanderen, Holland en Zeeland tussen Willem I graaf van Holland en Lodewijk graaf van Loon: het graafschap Holland wordt aan de graaf van Loon toegewezen. Dominus Wilhelmus moet zich verbinden te gaan naar Dordrecht, Flardinghen, Ledam en Harlem, om zijn leenmannen aan te sporen de eed van trouw aan de graaf van Loon af te leggen; 2) genoemd: Scarpenesse, Duvelant, Stavenesse et Drieskize, et hominum domini Hugonis de Ostforne et de Westforne; 17) insulas Scarpenesse, Duvinlant, Stavenesse et Dreeskiere [Dreischor] et castellum de Leda

homines Hollandia: o.a. castellanus de Leda en het castellum de Leda

Voorne, van | 1206-10-14

v.d. Bergh I no 206
Achternamenindex

Philips markies van Namen verdeelt als ruwaard van Vlaanderen, Holland en Zeeland tussen Willem I graaf van Holland en Lodewijk graaf van Loon: 2) assignavit dominus Philippus Scarpeness, Duvelant, Stavenees et Drieskirc et domini Hugonis de Ostforne et de Westforne; 3) tota vero alia terra ex hac parte Moisae, remanet in partem domini Wilhelmi; 4) Hugo de Vorne tenet apud Appenbruech [Abbenbroek] et castellarium de Zelandia, et omne quod tenet infra insulas, quae assignatae sunt domino Wilhelmo tenebit ipse Hugo a domino Willelmo, et inde exipruntur quartuor insulae [Scherpenisse, Duivelant, Stavenisse, Dreischor] supradictae comiti de Los assignatue

Arnulphus comes Ginnarum, Wilhelmus advuocatus Bethuniensis, Joannes castellanus Brugensis, Wilhelmus castellanus S Audomari, Arnulphus de Aldenarda, Theodericus de Beverna, Sigerus castellanus Gandavensis, Walterus Bertoldus, Walterus de Sothenghem, Bernardus de Rosbais, Gerardus de Audemborch, Egidius camerarius Flandriae, Hugo de malo Alneto, Daniel de Curtraico, Egidius de Odenghem

Arkel, van | 1393-05-13

R.A.H. Coll Aanw 46 fol 132v
Achternamenindex

hertog Albrecht oorkondt dat Otto heer van Arkel hem tijdig binnen het jaar nadat hij graaf geworden was, de lenen verzocht heeft, die hij van hem als ruwaard gehouden had en dat hij hem zij het zonder brieven daarmede beleend had "in tegenwoordigheid onser getruwer Rade ende manne Johans van Arckel heer tot Hagestein, ons neven ende des Heren van Huekelem; hij bevestigd deze belening. " Ende watzt onse neve van Arkel tot Hagenstein op dese tijt onse segel te bewaren heeft, soe hebben wij onse heijmelic signet, dat wij selve dragen buten op onsen segel hieraen hangende, gedruckt." Eenzelfde brief voor de Jonckheer van Arckel