24 resultaten
Heukelom, van | 1462-1463
Rek Rentmeester Arkel Heukelom no 2190 fol 12
Achternamenindex
van een camp van 5 morgen die Ott de bastaard van Huekelem in pacht gehad heeft voor één jaar, de morgen voor 28 st, valet 7 £; - van 16 hont die Ott ook in pacht had (fol 4, 6v); - te betalen aan Kerstine vrouw van Lambert Yewenz voor de houdenisse van een kind van de voorschr jonker bastaard, waarvan de moeder Marijke Boumans is (fol 5); andere bijzondere uitgaven: - Jan van Arkel de jonker van Huekelem en de laatste heer van Huekelem geleend "tot sijnre sustentacij ende rechten nootdorft" 8£, die gekort zullen worden op het goed dat hij hoopt te krijgen, tevens kost voor jonker Jan en twee mannen, 22 sc; tevens leende de rentmeester hem 10 sc voor "Marijken Boumans die een kint bij him hadde" (fol 12)
Arkel, van | 1395-04-18
R.A.H. Coll Aanw 46 fol 280
Achternamenindex
hertog Albrecht oorkondt dat Jan van Arkel hem opdroeg de navolgende goederen hem door heer Jacob van den Woude in handen gezet voor 2000 gouden Wilh scilden, die onze voornoemde neef in de hof tot Leijden van onze mannen toegewezen waren in een dingtael tussen hem en Filips van den Dorp voor 2000 g Wilh schild. en hij aan heer Jacob van den Woude geleend had: 1)41 morgen in het land van Woerden en Bertelmeus die Riselaer in huerwaer heeft; 2) het land dat heer Jacob te Naeldwijc bezat en hem aankwam van jvr Katherine sijnre sweger; 3) 34 £ Holl per jaar in Monsterambacht en van de heer van Asperen was; 4) 3 morgen in Vrijbanne en van Jan Boggen was; 5) 6 morgen in Ryswykerambacht en van de zoon van Dirc Pieter Katherinen was. Jan van Arkel wordt ermee beleend
Heukelom, van | 1479-02-28
R.A.H. Coll Aanw 108 Arkel fol 41, 43, no 86 fol 44/Reg Max. en Philippus II Arkel fol 13v
Achternamenindex
Maximiliaan oorkondt dat zijn vasal Ott van Arkel en van Huekelum hem te kennen heeft gegeven dat zijn voorouders deze naaste 200 jaren de heerlijkheid van Heukelom bezeten hebben, doch dat het aan zijn vader Johan van Arkel heer van Heukelom ontnomen was, aangezien hij gedagvaard was voor de Raad van hertog Philips "om dies wille dat hij quade munten solde hebben doen slaen in sijnre heerlycheijt", en een vrijgeleide begeerd had, hetgeen hem geweigerd was, waarna de heerlijkheid verbeurd verklaard was. Hertog Karel had zich met kracht van de heerlijkheid meester gemaakt, zodat zij 15 jaren daarvan beroofd waren. Otto krijgt de heerlijkheid terug, uit gratie en omdat zijn vader Johan liggende op zijn sterfbed voor het H Sacrament gezworen had nooit valse munt in zijn heerlijkheid geslagen te hebben; 1486-06-11: brief bevestigd (fol 43); 1487-01-12: Otto maakt aan zijn vrouw jvr Walraven van Wairdenburch 200 R gld per jaar op dit leen tot lijftocht (no 86 fol 44)
Mekeren, van | 1420-12-03
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 483v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Geheryt van Damassche erkent ontvangen te hebben van Ghysbert van Mekeren, rentmeester van het land van Gelre, de renten "van enen jaer St Martyns misse in den winter laetste verleden, als 12 g.g. oude Vrancr. scilden voer 3 goede vette beren sjaers die ons onse lieve ghenedige here die hertoghe van Ghelre jaerlix sculdich is van onsen ghericht van Lyenden ende van Driel"; 1420-12-06: Ghijsbert van Mekeren, overste rentmeester van het land van Ghelre, oorkondt dat hij kwijt gescholden heeft aan abt en goedshuis St Paulus en Tyman Willamsz "van allen zulken 100 scilden als wij dieselve heren gheloeft hadden int Tyman voirs voor zyn gefenckenisse tot behueff mijns alre liefsten genedichtsen heren s hertogen van Gulick ende van Gelre ende greve van Zutphen. En schelden den voirs. Tyman mede los, ledich en quyt an sijnre gevenckenisse wijtgesacht sijn oirvede die hi noch doen sall" (vgl 1420-11-30) [het geld zal niet werkelijk ontvangen zijn, maar gediend hebben als losprijs voor Tyman]