27 resultaten
Asperen, van | 1503-03-18
Partic Leenkamer Asperen 1 fol 20
Achternamenindex
Rutger van den Boetselaer heer van Asperen beleent Herman Rutgersz met 2 morgen land in de heerlijkheid asperen in Willem Ottenzhoeff tusschen erve die papelicke provende onser Vrouwen altaer erve aen d'een zyde ende Symon Jansz aen die ander zyde. Hulde doet voor hem sijn vader Rutger die bastert, met voorwairden dat mr Dirc Folpertsz pastoer van Ackoy ende Guelt Folpertsdochter mr Dirc voirs suster hoir lijftocht aen dese twee morgen land behouden sullen. Voirt noch synt voirwairden wairt sake dat Herman voirs. storve so soude dit voirs. leen sterven opten naesten Herman die Rutger die bastert bij Margriet sijn echte huysfrou nu in der tyt crigen mocht. Ende waert sake dat sij ghenen soen en crege die men Herman noemde so sou dit voors. leen erven op Ott Rutghersz, sinen broeder
Vuren, van | 1451
Reg Gelderse Leenaktenboeken 11e stuk p 590
Achternamenindex
een camp land te Enspick, de Hoeve geheten [vermoedelijk afsplitsing van de Lange Hoeve], ontvangen door Otto van Vueren Ottenz; 1456: de Lange Hoeve opgedragen door Johan van Beesde tbv Wolter van Beesde; 1465: Griet van Vueren, erve van haar vader, geheten de Lange Hoeve, hulder: Henrick van Tuyl; 1473-10-15: eed vernieuwd, belend Jan Pieck en de gemene stege, hulder Gijsbert van Haeften; 1481-07-09: Otto van Asperen van Vueren Walravensz bepaalt dat de zoons van zijn oom Otte, Johan, Otto en Walraven op elkaar zullen erven, als zij zonder kinderen sterven, wordt zijn nicht Margriet beleend; 1473-10-19: Otto van Tuyl vernieuwd de eed van 6 morgen, de Lange Hoeve geheten, zoals Otte van Vueren van Spyck hield, en 5 morgen 1 hont, dat Otte van Gellinchem hield, gelegen in het kerspel van Renoy in Gerbielscamp
Duvenvoorde, van | 1421-11-04
Ons Voorgeslacht 07-1988 p 249
Achternamenindex
leen van hofstede Wateringe: no 18 bis) in Rijswijk, 5 morgen in 13 morgen, 3 ½ morgen genaamd Jan Arendswoning, 3 morgen 4 hont, 40 gaarden land: Jacob van de Woude, heer van Warmond; 1496-03-10: Jacob van den Woude. Indien zijn beide getrouwde dochters jvr Reynoud en jvr Jacob kinderloos sterven, zal dit leen vererven op Jacob van Matenesse, zoon van zijn derde dochter, die verplicht zal zijn aan diens beide zuster Mary en Margriet en hun nakomelingen renten uit te betalen; 1527-11-04: het testament van zijn ouders Jan van Duvenvoorde x Maria van Mathenesse, bepaalt dat hun zoon jonge Jacob van Duvenvoorde dit leen zal erven; 1553-11-08: Maria van Matenesse vrouwe van Warmond, weduwe van heer Jan van Duyvenvoorde bepaalt bij testament dat haar tweede zoon Jacob van Duvenvoorde dit leen zal erven. Het leen is ten onrechte later geregistreerd als leen van Hontshol
Heemstede, van | 1339-11-19, 1339-11-26
Van Mieris II bl 624, 625; Bronnen Gesch Rotterdam dl IV no 489 p 150
Achternamenindex
Willem de Cuser, neef van graaf Willem, wordt beleend met het huis te Schoten, dat van Arnoud de Wilde was, alles liggende te Schoten, belend zuidzijde: Jacob van Bakenesse, noord: Clays moeder van Bakenesse, oost: de brede weg, west: de veenwateringe., te vererven op de oudste zoon of oudste dochter bij zijn vrouw Machtilde Reyniersdochter van Heemstede. Had hij bij haar geen kinderen, dan zou het goed komen op Willems zoon Coen, en als deze kinderloos zou sterven, op de jongste dochter die Willem had bij jvr Yde Coenendochter van Oesterwijc; 1339-11-27: de lijftocht die Willem de Cuser aan zijn vrouw Machteld gemaakt heeft wordt bevestigd door graaf Willem. 1359-11-27: idem lijftocht voor zijn vrouw Machteld, 50 £ per jaar uit zijn woning te Schoten (20 £) en uit de koren en smaltiende te Waverveen (30£), brengen de tienden te weinig op dan wordt het geld betaald uit het goed in Riederwaard in de ban van Ysselmonde
Jo de Polanen, Ar de Haemstede, G. Rulec, G.G. de Heemstede
Mathenesse, van | 1421-11-04
Ons Voorgeslacht 07-1988 p 249
Achternamenindex
leen van hofstede Wateringe: no 18 bis) in Rijswijk, 5 morgen in 13 morgen, 3 ½ morgen genaamd Jan Arendswoning, 3 morgen 4 hont, 40 gaarden land: Jacob van de Woude, heer van Warmond. 1496-03-10: Jacob van den Woude. Indien zijn beide getrouwde dochters jvr Reynoud x Jan van Rossum] en jvr Jacob [x Gysbrecht van Raaphorst] kinderloos sterven, zal dit leen vererven op Jacob van Matenesse, zoon van zijn derde dochter, die verplicht zal zijn aan diens beide zuster Mary en Margriet en hun nakomelingen renten uit te betalen. 1527-11-04: het testament van zijn ouders Jan van Duvenvoorde x Maria van Mathenesse, bepaalt dat hun zoon jonge Jacob van Duvenvoorde dit leen zal erven. 1553-11-08: Maria van Matenesse vrouwe van Warmond, weduwe van heer Jan van Duyvenvoorde bepaalt bij testament dat haar tweede zoon Jacob van Duvenvoorde dit leen zal erven. Het leen is ten onrechte later geregistreerd als leen van Honts hol
Stoop | 1483-10-24
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 234v, 473, 239
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Evertgen Jan Evertszdochter, weduwe van Jan Stoop, draagt op die rechte halfsceidinge van een hofstede met de helft van een stuk land in Zoeskerspel gelegen, belend zeewaarts: Ricout Ricoutsz, landwaarts: de heer van Abcoude, van de brinck strekkende aan de Torfwech; na haar dood voor de helft te komen op haar kinderen Claes Jan Stopenz en de andere helft op Lysbet Jan Stoependochter, als één van hen sterft, dan erft de ander ook die helft; zij zullen aan elk van de andere 4 kinderen, Egbert Jansz, Cornelia, Agnes en Jacopgen Jansdochters, uitreiken 12 gouden Rijnse gld binnen een jaar na de dood van hun moeder; sterven zij beide dan komt het goed op Egbert en Cornelia, die aan Agnes en Jacopgen elk 12 R gld moeten uitreiken; 1485-10-29: beleend Lysbeth Jan Stoependochter, na dode van haar moeder, en Meyns Roetersz doet hulde en eed voor haar; "modo Neelgen hoir zuster, Volckens huisvrouw van Isselt, in libro abbatis Wilhelmi de novo ecclesia fol 190"; 1485-10-29: beleend Ghysbert Jan Stuepenz, de andere helft; eronder staat: "dit heeft ontfangen Jan Gerytsz per resignationem" en "modo anno 1524 Lucie Willem Beerent Schagendochter, ut in libro abbatis Wilhelmi fol 164"
mannen: Floris van Jutfaes, Wouter van Ynghen; 1485: Vrederic van Sevender, Wouter van der Donc; Ghysbert Jacopsz, Jan Zael
Brederode, van | 1617
R.A.H. Coll Aanw 459 p 27
Achternamenindex
memorie van heer Hendrik van Brederode over het zogenaamde huwelijk van Reynout III: de voorverhaelde heer Henrick van Brederode uytlandich soo gesturven zynde, trouwde zijn weduwe daaernaer wederom voor haar tweede man den Palsgrave op den Ryn, den grootvader van dien geene die daer naer hem liet kroonen Koninck van Bemen [= Bohemen] die selve mede gesturven zynde zonder kynderen by haer gehadt te hebben, is die selve weduwe wederom afgekomen in Hollant, metterwoon in den landen van Brederode, op het huys te Kleef, daer geleegen, in welcke goederen en heerlijkheden sij by haeren eersten man gelyftocht, terwijlen sy daer woenden is dickwijls te Vyanen gecomen, in dien tyt dat myn vaders moeder noch leefden, ende en lyet nooyt tot elcken reys, als sy te Vyanen quam mijn vaders moeder aan te spreecken als mede in t lest liggende in haer sieckbedde daerse daernaer oock van quam te sterven. Reynalt haren soon, myn vader, tot syn jaren gecomen zynde troude na zyn moeders doot joffr. Josyna van Arckel geheten Asperen, enige dochter van heer Johan van Arckele here van Vuren. Deze adellyke joffrouwe myn moeder sal. ged. is comen te overlyden in t lest van t jaar op Sainte Lucienavond 1601 op den huyse van den heere van Roen haer neve die daer was. Naerlatende myn vader, haren man, 10 levendige kinderen, 7 sonen en 3 dochters, welke soonen meest in de oorloge van Duytsland syn gebleven, den 4 zoon Henrick den scriver deses, oudt geworden synde 27 jaren naer dat hij eenige jaren in Vranckrijk hadde geweest in den dienst van den Coninck onder syn garde van daer comende in t beginsel van t jaar 1617 werden anno 1618 in t lest van Augustus van den heere van Brederode gebenificeert met het drostambt der stad Ameyde en hoogheemraad van Alblasserwaard