25 resultaten
Bronkhorst, van | 1625-05-22
Ned Leeuw jg 1913 p 71/Notaris Paets Leiden reg 185
Achternamenindex
Ermgart van Winsen Godtschalxdochter, weduwe van Laurens Verbeeck, wonend te Delft, erfgenaam van Henrica van Woerden van Vliet Gerritsdochter, geassisteerd met Hubrecht Verbeeck, mijn zoon en voogd, "in den laten vinden bij ende om de personen van Johan Stoop in den Hage ende Niclaes van Lijn tot Leyden als resp de ontfanck hebbende van de goederen en de incomen van joncheer Andries van Bronchorst ende joffr Anna van Woerden van Vliet, zijn huysvrou, beyde za", die in hun leven genoten hebben van de lijftocht en vruchtgebruik van de landen van hun moeder Henrica van Woerden van Vliet, te weten in het land van Vooren, in de Oude en Nieuwe Tonge, genaamd Battenvort
Dalem, van | 1541-01/02
Arch Nassau Domeinraad regest 3014
Achternamenindex
Willem van Dongen verzoekt de prins van Oranje een scheiding te laten maken tussen hun beider moeren, daar hij volgens overeenkomst met zijn crediteuren, tot Pinksteren trachten zal zijn moeren te verkopen, hoewel hij wegens het verbod van 's prinsen vader om de moeren die hij te Dongen zelf bezit of aan anderen verkocht heeft, te gebruiken, geen kopers zal kunnen vinden. Voorts verzoekt hij de prins het hem toebehorende ⅓ deel van de warande en van verschillende cijnzen, welke door diens rentmeester met de andere ⅔ gezamenlijk verpacht werden, doch waarvan hij nooit betaling ontvangen heeft, van hem te kopen en hem te doen uit betalen, wat hem over de jaren 1526-1541 toekomt
Drongelen, van | 1463-09-07
Ned Leeuw jg 1939 p 68/Grote Raad Mechelen Geëxtendeerde Sententiën 1966 p 22, 66/Hof van Holland no 466 no 10 fol 7v, 30v, no 36 fol 47v, no 57 fol 62v, no 467 no 7 fol 57v en fol 53
Achternamenindex
proces tussen Odilia van de Merwede en Raso van Borchove, namens zijn vrouw Hadewich van Drongelen, haar vader was wijlen Jan van Drongelen heer van Eethen en Meeuwen. Uit zijn eerste huwelijk was een dochter die zijn leengoederen zou erven; in zijn 2e huwelijk met Maria van Schoonhoven had hij als dochter Hadewich; t.b.v. Maria en haar kinderen belastte Jan de heerlijkheid Eethen en Meeuwen met een rente van 200 gld. De dochter uit het eerste huwelijk verkocht vervolgens deze heerlijkheid aan Dirk van de Merwede, vader van voornoemde Odilia. Maria van Schoonhoven overleed rond 1458 en Hadewich erfde de rente, doch Odilia staakte de betalingen toen de heerlijkheid niets meer waard was dan 100 clinckaerts per jaar. Zij had de heerlijkheid overgedragen aan Robbrecht van Drongelen Pietersz, waarvan in de leenregisters niets te vinden was, terwijl zij nog steeds in het bezit ervan was, daarom wordt zij in het ongelijk gesteld en Raso mag de heerlijkheid aanvaarden tegen betaling van 50 Vr Cronen per jaar aan Odilia, maar eerst zal hij zijn achterstallige renten van 1200 gld ontvangen
zie ook 1471-01-18 en 1473-09-15
Schaep | 1756-05-21
Reg Leenaktenboeken Kwartier Veluwe no 109/1 en 2 p 373
Achternamenindex
afgespleten van het huis Sinderen te Voorst: de Doornenweide, Johan Paulus Beem draagt dit leen op aan Jasper Otto Schaap en Jacob Willem van Beek, die beleend zijn; 1782-01-30: Jasper Otto Schaap en Jacob Willem van Beek voor hen en hun vrouwen Aaltje Hissink en Helena Catharina Lens, verdeling van dit leen: het bovenste deel is toegedeeld aan Van Beek en Lens, Schaap en Hissink krijgen het benedenste deel; 1790-08-10: het benedenste deel van de Doornenweyde: Aaltje Hissink na dode van haar man Jasper Otto Schaap, beleend; 1797-01-25: Antony Lentink, weduwnaar van Aaltje, dochter [?] van Jasper Otto Schaap laat registreren een akte van renuntiatie op 24 januari, "door sijn broeder en suster aan dit leen gedaen en uyt hoofde van dien hetzelve ten sijnen naeme overtekenen"; 1799-09-19: Hendrik Jan Helderman en zijn vrouw Maria Schaap laten regstreren het magescheid dd 1799-08-30: erven dit leen uit de boedel van haar ouders Jasper Otto Schaap en Aaltje Hissink [deze akte is in het leenboek niet te vinden]
Voorst
Merwede, van der | 1463-09-07
Ned Leeuw jg 1939 p 68/Grote Raad Mechelen Sententien 1966 p 22, 66/Hof van Holland no 466 no 10 fol 7v, 30v, no 36 fol 47v, no 57 fol 62v, no 467 no 7 fol 57v en fol 53
Achternamenindex
proces tussen Odilia van de Merwede en Raso van Borchove, namens zijn vrouw Hadewich van Drongelen, haar vader was wijlen Jan van Drongelen heer van Eethen en Meeuwen. Uit zijn eerste huwelijk was een dochter die zijn leengoederen zou erven; in zijn 2e huwelijk met Maria van Schoonhoven had hij als dochter Hadewich. T.b.v. Maria en haar kinderen belastte Jan de heerlijkheid Eethen en Meeuwen met een rente van 200 gld. De dochter uit het eerste huwelijk verkocht vervolgens deze heerlijkheid aan Dirk van de Merwede, vader van voornoemde Odilia. Maria van Schoonhoven overleed rond 1458 en Hadewich erfde de rente, doch Odilia staakte de betalingen toen de heerlijkheid niets meer waard was dan 100 clinckaerts per jaar. Zij had de heerlijkheid overgedragen aan Robbrecht van Drongelen Pietersz, waarvan in de leenregisters niets te vinden was, terwijl zij nog steeds in het bezit ervan was, daarom wordt zij in het ongelijk gesteld en Raso mag de heerlijkheid aanvaarden tegen betaling van 50 Vr Cronen per jaar aan Odilia, maar eerst zal hij zijn achterstallige renten van 1200 gld ontvangen
1471-01-18 (1470) verkoop en verdeling van de heerlijkheden Meeuwen, Eten en Drongelen (p 22); 1473-09-15: gerechtelijke verkoop (p 66)