Loen | 1703-09-28

Arch. Gecommiteerde Raden Noorderquartier Inv 51

Achternamenindex

lijfrenten kantoor Edam: Geert Jans Veen 250 gld ten lijve van Boudewyn Loen, oud 7 jaar, vader Frederick Loen en moeder Grietje Del, fl 22-10-0; 250 gld ten lijve van Jan Loen, oud 5 jaar, ouders als voren

Mulert | 1477-1500

Batavia Illustrata bl 757, 1080, 1070, 1065, 1040, 895, 1203

Achternamenindex

genoemd: edele van Utrecht: Arent Mulaart; Hermanna Mulart x Jan van Voorst, drost van Twente; Anna Mulars x Jasper van Rietwijk; Hessel Mulart uit Overijssel x Jacob Oem; Jan Mulard, van Utrechtx Maria del Rio; Marius Mulaart, drossaard van Horst

Mewe | 1422-12-07

Leenregister Culemborg fol 92

Achternamenindex

leenregister Culemborg 1410~: Gerijt Mewe ⅓ deel van 6 morgen gelegen op Parijs samen met de erfgenamen van Willem van der Lochte, geheten het Wollofslant, belend boven: Heinric Jacopsz en Jutte Coppiers met haar kinderen, beneden: Heinric van Duven

Lochte, van der | 1410~

Leenregister Culemborg fol 38, 72v

Achternamenindex

leen van Culemborg: - Dierick Coppier Jacobsz (vervangen door Willem van der Lochte) ⅓ deel van 6 morgen op Parijs met Hase weduwe van Hughe Hermansz, geheten Volfslant, belend boven: Henric Jacobsz en Jutte Coppers met haar kinderen, beneden: Henric van Duven [Dunen?]; - Jacop Coppier Willem Spierincsz dat Willem opgedragen heeft 4 morgen te Goedbertingen, strekkende van de wetering in de Lecke, belend boven: Willem van der Lochte en Jacob Crafte met leen van Vianen, beneden: Johan van Eck Woltersz met leen van Culenborg, met lijftocht voor Willem Spierinck

Dunen | 1450

Kerkelijke Rek Haarlem fol 2v

Achternamenindex

Gherijt Dircsz Dunen, bi Schoterkapel, 1 Wilh sc van besprec

Duven, van | 1410~

Leenregister Culemborg fol 38, 78v, 108, 109v

Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Dierck Coppier Jacobsz ⅓ deel van 6 morgen op Parijs, geheten Volfslant, met Haze Hugen en haar kinderen, belend boven: Henric Jacopsz en Jutte Coppers en kinderen, beneden: Henric van Duven (dit leen komt vervolgens aan Willem van de Lochte); - Reynalt van Mauderick 1 morgen in der maelschap van Mauderic die Dircks van Duven te wesen placht, belend boven: Reynald van Mauderick met leen van Culemborg en beneden: Geryt uten Weerde Roelofsz.Tijns van Culemborg tot Mauderic op 11-11: - Geryt van Duven van 1 oude weyde en 1 slach op die Weijde en 1 husmate, samen 5 morgen; - Geryt van Duven van husmaten, van 1 oude weyde en van een slage 9 d

Wyhe, van | 1567

Quellen Stift Xanten p 555

Achternamenindex

Jasper van Wyhe her to Echtelt, Alffen (Middelvelt): in dit blok heeft het kapittel ⅔ deel en de pastoor ⅓ deel, uitgezonder 9 morgen, waarvan Jasper van Wyhe van de tienden vooraf ⅓ deel neemt, het kapittel ⅓ deel, de pastoor ⅓ deel; in het blok Neerbroick heeft Jasper van Wyhe 50 morgen waarvan hij alleen de tienden heeft

Zevender, van der | 1556

R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Arkel/ZH ? fol 79v; Coll Aanw 137 Caput Arkel fol 119

Achternamenindex

mr Willem van Sevender heeft de eed vernieuwd voor ⅙ deel in ¼ deel en 1/16 deel in de heerlijkheid Middelharnis en de visserij van Cochem in de Lek;

Drenkwaard, van | 1246-09-16

v.d. Bergh I no 431

Achternamenindex

Nicolaas heer van Putten oorkondt dat Henricus de Hord van hem in rechten leen houdt ¾deel van een land genaamd Zuydhorst, gelegen tussen Scolvliet en Beeninghe, waarvan Hugo de Ghest het 4e deel houdt. Bovendien houdt Henricus ⅔ deel van een land tussen Scolvliet en Westerlike, het 3e deel hiervan houdt Allardus filius Johannis. Na Henrics dood zal dit ⅔ deel komen op Simon, zijn bloedverwant. Bovendien houdt Henricus ¼ deel van de tienden in Drenkwaard en van dit ¼ deel krijgen Hugo de Ghest en Simon het 4e deel en Allard filius Johannis ⅙ deel, maar na Henricus dood zal Henricus consanguineus ejus de tienden in Drenkwaart en 10 roeden land in Scolvliet van de graaf in rechten leen verkrijgen

Biggenkerke, van | 1437-05-08

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 346v, 347, 347v

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de broers Andries en Cornelis, zoons van Bartholomeus van Bigghenkerke voor henzelf, voor hun oudste broer Claes, en voor de jongsten Peter en Wolfaert, worden na dode van hun vader beleend met het ¼ en ⅛ deel en 1/32 deel van ⅛ deel van alinghe die tienden in Biggenkerke, tegen een jaarlijkse pacht van 22 scell Coninx Tourn en 6 epenninck en een goede maaltijd; 1437-05-09: Andries Bartholmeusz van Bigghenkerke draagt over zijn ⅕ deel, een ¼ deel en ⅕ deel in ⅛ deel van ⅛ deel, en ⅕deel in een 1/32 deel in een ⅛ deel van der alinger tiende, die Andries van zijn oudste broer Claas gekocht had, vervolgens wordt Reijnier Willemsz beleend, pacht 4 scell; dezelfde dag draagt Cornelis Bartholomeusz van Biggekerke zijn delen (zie hiervoor) over, en wordt Johan Jan Willemsz.z ermee beleend, pacht 4 scell (vgl 1437-05-09 en 1437-05-11)

mannen: Hugo van Dorsche, Reynier Willamsz; Matheus Gysbertsz, Hugo van Dorschen; Reynier Willamsz, Andries van Biggekerke