4407 resultaten
Diert | 1593
Bijdr Hist Gen dl 34 p 320
Achternamenindex
Willem Diert, Delff, studeert in Orleans; 1581-09-17: jurist te Leiden; 1586-04-18: te Heidelberg
Diert | 1602, 1610, 1617
Bruinvis: Alkmaar no 181, p 11
Achternamenindex
vroedschap te Alkmaar: Jacob Dierten, houtcoper te Alkmaar in 1602; 1610-02-23: herbenoemd; 1617-08-08: begraven
Diert | 1618-10-11
Bruinvis: Alkmaar no 223, p 26
Achternamenindex
Diert Anthonisz, houtcoper benoemd tot vroedschap van Alkmaar, begraven 1620-03-30
Diert | 1659-1663
Bruinvis: Alkmaar no 362, p 24
Achternamenindex
Jacob Dierten Cromhout, 1671-03-02 benoemd tot vroedschap van Alkmaar, stierf 1671-03-07 vóór zijn beediging; tussen 1659-1663: schepen
Does, van der | 1394-09-21
Grafelijke Commissieboeken dl I bl 14
Achternamenindex
"idem van het watergraefscip vanden Vijf ambachten en van t dycgraefscip van 500 roeden dijcs van den Nuwen dijc van den oestende ende van den dike benorder der veren westwaert streckende, die wi nu bi genoegen dien van Vijf ambachten toegeset hebben te diken etc, op Mouwerijn van der Does" (aan wie de hertog C nobel en 700 Dordr gld schuldig is )
hoofdtak
Baer, van | 1356~
dr v Veen: Reg Lenen Bannerheerlijkheid Baer p 9
Achternamenindex
een tiende te Dyer [Dieren], geheten der Nevelinge tiende: Ricolt van Baer [het andere afschrift heeft: Nycolae van Baer, misschien heeft deze afschrijver R gelezen in plaats van N; in verband met de verwantschap met de "van Ochtens" is de naam Ricolt te verklaren]
Does, van der |
Batavia Illustrata bl 745, 750, 753, 758, 922, 940, 1003, 1027, 1050, 1052, 1138
Achternamenindex
genoemd diverse leden van de familie van der Does
Dalem, van | 1431-12-29
Inv Arch Culemborg regest 927
Achternamenindex
richter en schepenen van Culemborg oorkonden dat Otto van Dalum overdraagt aan Heinric Diert Hermansz ¼ deel van 6 morgen op Zogewijck
Zoelen, van | 1386-06-25
Nyhoff: Gedenkw III no 114
Achternamenindex
Brusten van Herwijnen wordt beschuldigd van diverse geweldenarijen: hij heeft de broers Wouter van Soelen, Herman Spijeghel en Heymeric Spyeghel, vrije dienstluden van Gelre, "ontvriet ende sijn eyghen ghemaecht, overmits dat hi hem een oervede aen ghedronghen heeft, daer hi mijns heren heerlicheyt van Gelre onderwonden ende aen ghetast heeft, daer hi kracht ende ghewant aen gedaen heeft, dair hi syn lyf ende goed an verbuert heeft"