16077 resultaten

Pauwestein, van | 1394-1395

R.G.P. 182 p 311 Grafelijke Rekening Holland
Achternamenindex

rekening rentmeester Zuid Holland: Haer Aerntsberghe, landpachten: die jonker van Pawestein, 1 Dord gld maakt 8 sc 10 d, maakt 13 sc 4d

Dorp, van |

Batavia Illustrata bl 1074, 940, 921, Wapenheraut jg II: 161
Achternamenindex

genoemd: Cornelis van Dorp, Delft x 1580 .. Van Roon. Maria van Dorp x Adriaan Duyk. Arent van Dorp kocht ± 1565 de heerlijkheid Tol van Jacob Copier die zich in 1567 naar het buitenland begaf. Anna Maria van Dorp, van Maasdam, geboren Den Haag 1688-08-06, gestorven aldaar 1749-01-06, x 1753-11-22 jhr Adam Adriaen van der Duyn, vrijheer van 's Gravenmoer, heer van Maasdam

Dorp, van | 1350-03/10-22

Reg Rotterdam en Schieland no 622
Achternamenindex

Baerte, dochter van Aernoud van Dorp, draagt op en wordt beleend met - 4 ½ morgen aan die Maselantse weg, - 3 morgen te Maesland, - 9 morgen te Maesland, - 5 morgen in het ambacht van Botten[Bordyc]dyc, belend west: Dieric van der Spange, zuidzijde "strect in die grafte after thuus ten Dorpe". Opschrift: Philips van den Dorpe

Dorp, van | 1544-1545

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl V dossier 446
Achternamenindex

Jan van Dorp Willemsz werd door het Hof aangewezen als één van de drie voogden over de 3 kinderen van wijlen Maria Dircsdochter in leven weduwe van Thomas Cachiopin; hij stelt hiervoor mr Vranck Boot en Jacob van Dorp Willemsz als borgen

Pauw | 1387

Bortet: Delft p 274
Achternamenindex

Jan Pauw Jansz Pauw: "buyten Amsterdam in N-H gaande wandelen, door een haastige schrik zo ontstelt dat een lit zijns lichaams niet roeren en konde"; drie jaar lang reiste hij overal rond tot hij in 1387 door OLVr ter Nood in de Nieuwe Kerk te Delft genezen werd

Duyk |

Batavia Illustrata bl 1148, 751, 932
Achternamenindex

genoemd: Gysen Duyk, ridder, dochter Catharina Duyk; 1466: edelen van Holland Snellard en Willem Duyk; … Duyk x Dirk van der Does

Dorp, van | 1294-05-12

De Fremery no 293
Achternamenindex

het kapittel ten Dom te Utrecht verpacht 146 morgen in de kerspelen van Delft en Schipluiden, vroeger gedeeltelijk gehouden door Arnoud van den Dorpe, ridder van het Duitse huis, voor 13 £ 8 schell en 4 penn per jaar, vrij van lasten, aan zijn zoon Jan van den Dorpe en diens opvolgende erfgenamen, die maar per één persoon mogen opvolgen, waarbij het dubbele van de pachtsom verschuldigd zal zijn; 1320, 1322,1345: Arnoud van den Dorpe; 13.., 1365: Bertha dochter van Arnoud van den Dorpe; 1383: Philips van den Dorpe, zoon en oudste erfgenaam; 1395: Willem van der Veen; 1411-07-25: Beatrijs, bastaarddochter van hertog Willem krijgt de erfpacht na de dood van haar man heer Philips van den Dorpe als lijftocht, na de dood van Philips, als naaste bloedverwant; 1412-10: Andries van Lisse pretendeert de naaste erfgenaam van Philips te zijn; 1412-12-12: Philips die Bloet Hughenz, schout en burgemeester van Delft, behoudens de lijftocht aan Beatrijs, weduwe van heer Philips van den Dorp

Vette, de | 1410~

Leenregister Culemborg fol 80v
Achternamenindex

leenregister Culemborg: Henrick van de Wade Lamberts zoon die hij hadde bij Henricsdochter van Riebeeck, heeft ontvangen wat Roelof die Goijer Henricsz opdroeg: 3) 1 acker in de Hout, belend boven: Jan die Vette, Alyt van Dorn, Claes van Dorn, Kersthen van der Mere, Alyt Zassen en Jutte van den Damme, beneden: de heren van de Werde

Duyk | 1266-02-22

v.d. Bergh II no 132
Achternamenindex

baljuw van Zuidholland, rechter, schepenen en raden van Dordrecht bepalen dat geen poorter aan vreemden mag vergunnen op zijn naam te varen, ter verkorting van 's graven tolrechten

Ripartus, Gerardus Troest, Ghibo zoon van Gertrudis, Rike Everart, Vrodo Godekini zoon van Vroden, Lambertus gener Clawardi, Petrus zoon van Wigerus, Sybrandus gener Johannis, Vrodekinis gener Th. De Mosa, Vader, Allardus, Fredericus en Henricus Sus, Hermannus de Wardis, Willelmus Dukinc, Hugo zoon van Segerardis, Giselbertus Alyenzoon

Duyk | 1278

v.d. Bergh II no 372
Achternamenindex

graaf Floris V geeft zijn gruit te Dordrecht aan de gebroeders Ghise en Willem genaamd Dukinger, poorters van Dordrecht, in leen. Vidimus van 1281

niet opgenomen