21144 resultaten
Dalem, van | 1478-10-01 - 1479-09-30
Rek Rentmeester van het land van Arkel no 2214, fol 45
Achternamenindex
reparaties aan het slot te Gorinchem: "Noch utgeven by den vors here Jacob [bastaard van Brugdamme] om die voge beneden aen die eerste spaedze van den blauwen torn te doen leggen van den blauwen groiten steenen omtrent den zelven torn te voeren liggende, om daer mit defensie te moegen doen tot bewaernisse van den voirn slote. Gegen Jan van Dalem die hierinne geoccupeert heeft 7 ½ dagen tot 4 stuvers per dag, facit 30 sc"
Brederode, van | 1408
Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex
Willem van Brederode: van de tienden van Medenblic, Zuder-, Noirder-, heer Hughencooch, afterstal van 1405, 100 £ (839 fol 3v); (fol 26v) afterstal van 1406 van de Medembliker Zuder- en Nordercoech 100 £; 1407: (838 fol 8v) van idem en van de tienden van heer Hughencooch 60£; 1427: (857 fol 31) "doe Joncheer Willem van Brederode tot Medenblick en in Wieringen was daer hij gevangen wert, doe sende Huwet (?) die castellein van der Nyenborch 21 gewapende op die Nyenborch om dat te helpen bewaren, die daer lagen 4 dagen, voor hun cost 9£"
Heteren, van | 1390-01-03
Codex Dipl Neerl 2e Serie dl 2 p 225
Achternamenindex
Willem van Heteren en Peter Otte blijven Ghysbert heer van Vianen en den Goye borg, op een boete van 200 gld Geld, dat Johan Deys Korstiaensz binnen 13 dagen dood of levend binnen Vianen zal komen
Beresteyn, van~ | 1438-09-15
G.A. Amsterdam Arch Gasthuizen no 396
Achternamenindex
voor schepenen van Amsterdam compareerden Duve Ghijsbert Jacobsz vrouw met Ghijsbert Jacobsz, haar man en voogd, en Jacob Jacobsz, zoon van Duve met zijn voogd Jan Scoirt Jansz die screenmaker, dat zij verkocht hebben aan Jan Symonsz 1/6 deel van 1/8 deel van het erf dat Jacob Jansz met Tyman Heynricsz placht toe te behoren en te bewonen, gelegen in de Calverstrate tussen de steeg geheten Ruysch Claessoensstege aan de zuidzijde en Gerrit Heynricxz erf op de noordzijde, strekkende van de halve strate tot aan de Aemstel toe. "In allen schijn alst dair gelegen is ende zijt mitten convents kinderen ter Lely [=oude nonnenconvent] binnen der voorn stede gemeen hadden "
Mathenesse, van | 1424-12-15
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 340v, 341
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: "alle degenen etc doe ic verstaen Adryaen van Matenesse dat mi bi gecomen is hoe Vrancken rechte leenvolgers van Ghestel die tienden tot Heiligersberge gelegen tusschen Scarpendrecht ende Louwerssloet versuemt hebben 4 jaer lang an den abt van St Pouwels te Utrecht also als sie de voirs. tiende van der abdie hielden. En ic dat van den abt voirs also oec verstaen heb dat sie dese voirs tiende na inhout des briefs hierna volgende versuemt hebben, houdende van woirde tot woirde als hierna beschreven staat"; volgt de leenbrief van 1366-08-13; abt Gheryt van Damassche verklaart: "dair wij Jan van Ghestel des voirs Vrancken leenvolger een weet of hebben doen doen als recht is van 4 jaer pacht die ons daer aen ontbraken ende want hi noch nyemant en quam die ons daeraf voldaen hadde, so sijn die tienden vrij an ons en onser abdie gecomen"; de abt verkoopt deze tienden nu aan Adriaen van Matenesse voor 15 scatponden en 4 jaar achterstallige pacht, en hij wordt ermee beleend
Boekel/Bokel | 1323-12-11
Reg Rotterdam en Schieland no 317
Achternamenindex
Adolf bisschop van Luik, verklaart dat voor hem terecht zittende in de tuin van zijn paleis te Luik, verscheen heer Johans de Chierf, ridder, die een brief deed lezen dat Johans del Donc, die van den bisschop van Luik de tienden der kerk van Ramesdonck met toebehoren in leen hield, huwde met Maha (Machteld) tevoren vrouw van Leo de Tule en moeder van Jehan le Voweit (Voogd), bij welke vrouw Johan del Donc een dochter (Machteld) verwekte, die haar vader en moeder overleefde en voor wie Williames de Uter Nesse, broer van Johan del Donc, als voogd dit leen ontving, dat deze dochter is overleden en Johan del Donc geen andere kinderen had, waarop Johan le Vouweis het gezegde leen heeft verzocht, dat hiertegen Thieris Boecle, heeft aangevoerd dat dit leen op hem was vervallen omdat hij een bloedverwant was van genoemde Johan del Donc, zijnde hij toch diens broeders zoon, en dat na lezing van deze brief, overeenkomstig het gevoelen van Johan le Chierf vonnis is gewezen ten gusnte van Johan le Voweis
Uytternesse
Doem, van | 1466-02-01
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 192, 179v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Wouter Scaeij als voogd van zijn vrouw Evert, wordt na dode van haar vader Willem van den Doem, beleend met ½ van een stuk erf gelegen tot Soes, onderdeylt met haar zuster Geertruyde, vrouw van Jan Taetsen, belend boven: Aernt van Drije, beneden: de heren van Oudemunster, "alse Willam van Doem hoir vader beijde sinen dochteren dat gelijc gemaeckt hadde"; Everts moeder Janna, vrouw van Willam van Doem, behoudt haar lijftocht aan dit goed; dezelfde akte: Jan Taets als voogd van zijn vrouw Geertruijd beleend met ½ van dit erf te Zoes, onderdeijlt met haar zuster Evert (ander fiche heeft: 1476-02-01)
mannen: Jan Camp, Aelbert Botter, Evert Petersz van Heesse
Graet | 1313-10-15
Cartul Marienweerd no 148
Achternamenindex
Henricus de Heessel, zijn vrouw en zoon Hubert verkopen voor 200 £ land te Vrowijk onder Deyl aan Marienweerd; bij deze doorgestoken brief no 113 dd 1301-05-06 verkoopt Rodolphus de Deyl voor 200 £ aan Henricus de Heessel, broer van Nicolaas, 8 jugera in Deyl, boven Vrowijc, tussen Herberen de Reno en Gertrude Boning onder voorwaarde dat Ghiselbertus, zoon van Johannis de Horwinen afstand zal doen van zijn recht op dit land en dat de heer van Kuyc hem de eigendom van dit land zal verschaffen
borgen: Henricus Graet, zoon van heer Wilhelmus, Johannes de Horwinen, commorans Heessel, Hubertus Leuwe de Heessel; schepenen in Santbomel: Petrus Bart en Henricus de Werva
Taets~ | 1482-08-28
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 232v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Gheryt Johan Taessenz [Taetsen soen ?] draagt op al zijn recht dat hij heeft of verkrijgen mag aan ½ van een stuk erf gelegen tot Zoes, zoals Willem van Doem dat van de abdij in leen hield, belend boven: Aernt van Drije, beneden: Oudmunster; vervolgens wordt Evertgen Willem van Doemsdochter met dit leen beleend tot een onversterfelijk erfleen; "dit heeft Lambert Kracht ut in folio sequenti"
mannen: Meeus Verborch, Henric van Ringenberghe