23095 resultaten

Donk, van der | 1386

De Raadt I p 390
Achternamenindex

Jean van der Donc, fils de Jean van der Donc, chevalier, reçoit un acompte sur l'indemnité due à son dit père du chef de la bataille à Basweiler

Arkel, van | 1374

De Raadt I p 390
Achternamenindex

Jean van der Donc, ridder gevangen te Basweiler; 1386: Jean van der Donc, reçoit un acompte sur l'indemnité due à son dit père, du chef de ladite bataille

Wilde, de | 1424~

Rechtspraak Graaf van Holland dl II p 60, 61/Memoriale XVI ingeschoven in fol 142
Achternamenindex

vervolg II: "item een ander clage als dat Aernt voirn. gecomen is met vergadering van mannen ende heeft Jan Jacob, mynen oem, daer hij een scout van Alcmair was, ter doot gequetst over een vrede die binnen 4 uren gemaect was, dair hij van die quetsinge doot gebleven is en mynen lieven genadigen heer van Bourgongien en synen Hogen Raet niet en ontsiet van der groter misdaet die hij daer an misdaen heeft. Ende lieve heer Roelant [van Uytkerke], want dese Aernt die Wilde veel andere feyten gedaen heeft, die men u wel onderwysen sal, soe bid ic u vriendelic om God ende om genade, dat ghij dese saken wilt berechten want ic dez niemant te clagen en weet dan u, want ghij ruwairt van dese lande van myns genad. heren wegen ghesett sijt"

Bergh, van den | 1349

De Raadt I p 303/Düss Jül Berg no 529
Achternamenindex

Wynnemar van Boedelenberch doit une redevance viagère à noble dame Agnès dame d'Angermond jadis comtesse de Berg, van yreme hove uf deme Berghe … den si mir und mynen reychten erven us hait verain, et lui donne engage mijnen zaken hof zu Sermede [Seron] die geheyssen is Benrade

Wilde, de | 1424~

Rechtspraak Graaf van Holland dl II p 60, 61/Memoriale XVI ingeschoven in fol 142
Achternamenindex

"dit syn alsulke punten als Jacob Janse over Aernt den Wilde gheeft: in den ersten als dat hij Jan Jacob, Jacobs voirn. oem, aengevochten heeft tot jonge Everts in t huys, daer een vrede aff gemaict wordt van 14 dagen. Dez is hij binnen 8 dagen nae dat die vrede gemaict was, ghecomen mit vergaderde mannen tot Florys Jan Lambrechtsz in t huijs, ende heeft Gheryt Claisz, mijn oom, en Jan Jacob, mijn oom, over een hantvrede geslagen ende gequetst bynae ter doit, dair die Raede van Hollant mit heren Willem van Egmonde een stilte waerheijt affgeseten hebben, ende die wairheit leit nog bezegelt bi heren Willem van Egmonde. Item up dieselve tijt dat dese saken ghesciet sijn was Gheryt Claesz, mijn oem, een scout van Alcmaer van myns heren wegen van Beyeren" vervolg

Merode, van | 1391

De Raadt II p 468, 469
Achternamenindex

Rikals herre vamme Rode ind zu Vraentze, ni ses fils (Werner, Ryckald en Guillaume), ne porteront, à l'archevêque de Cologne aucun dommage "uysser unsen slossen noch -esten, die wijle ind aslange die kriege werent, den die herre van Colne hait mit deme greven van der Marken ind dem greven van Cleve ind synen kinderen"; Marguerite de Wesemael, mère de Guillaume

Endegeest, van | 1422-02-08

Br vd Gesch Abdij Rijnsburg noot 1 bij regest 669
Achternamenindex

Gillis van Cralinge, baljuw van der Goude, en Ysbrant van Alkemade, baljuw te Oistgeest, doen, in overleg met Aernd van Alkemade, schout te Oistgeest en Pieter Florysz, op verzoek van Willem van den Dam en Machteld Jacobsdochter een arbitrale uitspraak, inhoudende dat het huis op den Ouden Vliet, aan Willem van den Dam vermaakt door zijn tante wijlen Lijsbet van Endegeest, diens vrije eigendom is. 1422-03-20: Lysbeth Jacobs dochter van den Dam staat aan Willem van Dam al haar aanspraken op dit huis af. Nogmaals over dit huis: 1422-05-07 en 1421-07-22, 1422-11-30

abdij Rijnsburg (niet gecoll)

Doem, van | 1466-02-01

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 192, 179v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Wouter Scaeij als voogd van zijn vrouw Evert, wordt na dode van haar vader Willem van den Doem, beleend met ½ van een stuk erf gelegen tot Soes, onderdeylt met haar zuster Geertruyde, vrouw van Jan Taetsen, belend boven: Aernt van Drije, beneden: de heren van Oudemunster, "alse Willam van Doem hoir vader beijde sinen dochteren dat gelijc gemaeckt hadde"; Everts moeder Janna, vrouw van Willam van Doem, behoudt haar lijftocht aan dit goed; dezelfde akte: Jan Taets als voogd van zijn vrouw Geertruijd beleend met ½ van dit erf te Zoes, onderdeijlt met haar zuster Evert (ander fiche heeft: 1476-02-01)

mannen: Jan Camp, Aelbert Botter, Evert Petersz van Heesse

Doem | 1592, 1595, 1598

Velius: Chronyk van Hoorn Schepenen p 27
Achternamenindex

schepen in Hoorn: Jacob Teunisz Doem

Drenkwaard, van | 1556-1557

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VI dossier 528
Achternamenindex

Wouwerick van Drenckwaert, erfwatergraaf van de Overwaard [bij Brandwijk ?], eiste dat Dirckgen Woutersdochter wonende te Brandwijk binnen drie dagen de door hen aangerichte schade, door haar beesten, moest vergoeden en dat hij anders de beesten in beslag zou doen nemen; Wouwerick werd echter door Dirckgen gegijzeld in de herberg de Pauw in 's Hage

1356-10-13: bode van Wouwerick van Drenckwaert: Willem Dircsz