23985 resultaten
Does, van der | 1319-09-11
A.R.A. Copie 23 Leenkamer fol 24v/Reg EL 2 fol 9
Achternamenindex
Dieric van der Does krijgt 2 ½ morgen in het ambacht van Leijderdorp, die Jans kinderen van Meerburch van hem hielden en aan deze Dieric verkochten, belend zuid: Huge van Zueten, noord: Harmans land van Heemstede, oost: Costyns land van der Does, west: Dierics land van der Does; in twee andere akten van diezelfde datum komt Dirc van der Does als belending voor
hoofdtak
Cleve, van | 1394
Rek Rentmeester Noordholland fol 47, p 85, 86
Achternamenindex
gegeven bi Heyntgen van Cleve, cuper en Claes Hofdijc omdat si mit horen ghesellen ende horen paerden myns heren grote busse op te Spoye sleepten doe mense over den huse tot Utermeer [huis ten Bosch] wert vuerde 40 gr, ende die gesellen die se loeden ende sleepten 16sc. Item doe men se van den voirs huse weder gebrocht wert op die Spoye, Cuper en Claes Hofdijc omdat si se weder in t Hof sleepten 40sc, en de die gesellen diese uyten scepe op t lant arbeyden 13sc 4d, facit tesamen 4£ 2sc 8d. item coste die cleyne busse mit drien groten bloken doe si weder van den huse t Utermeer quaemen, in t Hof te slepen 26sc 8d. Ende Claes Reynersz mit hem 22sten dien uyten schepen op te doen en te laden op den buswaghe op ter Spoeyen ende in t hof van den wagen te doen 2£ 13sc 4d, facit tesamen 4£
Hagen | 1352-12-09
A.R.A. Leenkamer 32 copieen fol 28/Reg EL 25 fol 18v
Achternamenindex
"Ick Symon Hagen, poerter in Haerlem, make condt allen luden, dat ick getuucht hebbe in tiegenwooridicheden mijns liefs heeren Hertoge Willems van Beyeren etc, dat ¼ deel van dien cogge die voor Lusenborch bi Sceveningen brack des vridachs voor St Martynsdach in den winter, ende geheten was "God beraet", ende ¼ deel van wande ende van vrachte van dien cogge was en is Wonninge Elsteden van Hamburch en waer daer gebreck aen, of dat Woninge voers meer aen hem toge van den aengecomenen goede uyt dien cogge dan hem met rechte van dien ¼ deel toebehoerde, dat lant (?= sou't) Symon voers minen lieven heer voers te beteren met 200 goede scilde. In oerconde desen brieve besegelt met minen segele. Ende ick Wonninc voers, want Symon, mijn trouwe vrient, dese voerg. tuge ende loefte om mine vordering en bede gedaen heeft, soe love ick hem in goede trouwen daer scadeloes of te houden"; volgen de merken die op de zakken voorkomen. Verder heeft Wonninge betaalt aan Heynric Jansz, rentmeester van Aemsterland van ¼ deel van t hout van de cogge 3 £ 5 sc en van den gewande 4 £ 8sc, maakt 7£ 13sc
Haarlem
Does, van der | 1469-09-23
R.A.H. Coll Aanw 465 fol 25v/Leenregister Brederode (oud) fol 12v
Achternamenindex
Rynolt heer tot Brederode oorkondt dat Fueij van der Does hem heeft opgedragen een camp land van 4 ½ morgen in het ambacht van Leiderdorp, bij de hofstede van der Does, belend tussen de Does wetering en heer Willem Jacobsz, priester, streckende van den lande die Fueij van ons te lene houdende is tot achter an enen camp lant, die geheten is den Derwer. Willem van der Does wordt er vervolgens mee beleend tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een rode sperwer of 5 schell Holl. Mit vorwerden, waert sake dat dit voors. lant ijet becommert waer of belast dat soude Willem voors. voirt mogen verhalen op alsulcke goeden ende landen als Fueij voers. noch van ons te lene hout, sonder enich weer van recht daer tegens te doen of doen doen in eniger manieren hoet genoemt mocht wesen. Item tot welcker tijt Fueij van der Does Willem van der Does voors. vernuecht heeft van alsulcke brieve als Fueij van Willem heeft, soe sellen wij willich wesen Fueyen voors. dit voors. lant wederomme te belenen ende Willem voors. daeroff quijt te scelden
mannen: Reynolt en Henric van Brederode, basterden, Foij voors. selve
hoofdtak
Arkel, van | 1381
A.R.A. Graf Rekenkamer 2146, los inliggend/Rentmeestersrekeningen van Arkel 1417-1418
Achternamenindex
"Wij Otte here van Arkel, richter, borghermeijsters ende scepen van Ghorinchem doen cond allen luden dat wi ghegheven hebben ende gheven Wouter van Delf ende Dirc sinen zoen den toern die staet teijnden der Corenbrugghen, ende gheheiten is Dumensteijn, hem beiden te ghebruiken also langhe als si leven zullen, of enich van hem beiden levet, in deser manieren, waert dattet die poert van Ghorinchem te doen hadde van open oerloghes weghen, so souden die poerteren van Ghorinchem verburen ende besighen tot hoerrre nutscap alse solanghe alse open oerloghe waer. In .... des briefs bezeghelt met onser poerten zeghel van Ghorinchem. Vermeld wordt... Des had mijn genedige Here selichge gedachten [d.w.z. hertog Willem] Wouter daer ouer gegeven 1111 M steens van den ouden huze tot Gorinchem, dair Wouter een deel steens of wech had ende den anderen tegens hem quit gecoft so men tot Gorinchem aen der grafte ende opten huze vermetselen moest ende men anders en genen gurigen en conde 3 Eng nob".
Does, van der | 1427
Stadsrekening Leiden I p 161, 162
Achternamenindex
dit zijn degenen die geld geleend hebben tot de reijse voir die Eem: Heynric van der Does 5 scilde, Dirc van der Does 5 scilde
1e zijtak
Doem | 1592, 1595, 1598
Velius: Chronyk van Hoorn Schepenen p 27
Achternamenindex
schepen in Hoorn: Jacob Teunisz Doem
Steenhuysen, van | 1319-04~
R.A.H. no 33 Vriesland fol 50/Reg EL 10 fol 9
Achternamenindex
"voerd segghen wi dat Allaerd van den Stienhuze die kerke van Oestwoude besinghen doe, ende der koreland diken doe als hi ghelovet hevet toet onser wedercoemsten toe"
Herlaer, van | 1348~ (1345-1351)
Van Mieris II p 759/Matthaeus Chron Egm p 222, 223
Achternamenindex
twist over de tienden van Cole, Boekelsdyc en Bloemertsdyc met de abt van Egmond, die beweerde dat deze tienden als een recht leen aan hem vervallen waren bij de dood van de vrouwe van Rotterdam heer Dirk Boekelsdochter. Zij huwde met heer Simon van Teylinge die belening verzocht aan abt Hugo Mensenz (1326-1345); "daerna doe Haer Symon doot bleef, versochte sijn wijf die tiende, daer veel goede luden over waren, voor Haer Willaem van Rolland, die doe abt was, dies hij haer niet doen en woude"; "Daerna na sij Haer Gerrid van Harlaer te manne, die t oock mede aen Haer Willem van Rolland versochte" zonder resultaat; "Doe seyde Haer Gerrid van Harlaer dat elck man nam, dat hem besciten mochte. Daerna en versocht sij dat goet niet, also langhe alse levede, maer bleef daer in sitten met gewelt.... etc"