2729 resultaten
Boekel/Bokel | 1323-12-11
Reg Rotterdam en Schieland no 317
Achternamenindex
Adolf bisschop van Luik, verklaart dat voor hem terecht zittende in de tuin van zijn paleis te Luik, verscheen heer Johans de Chierf, ridder, die een brief deed lezen dat Johans del Donc, die van den bisschop van Luik de tienden der kerk van Ramesdonck met toebehoren in leen hield, huwde met Maha (Machteld) tevoren vrouw van Leo de Tule en moeder van Jehan le Voweit (Voogd), bij welke vrouw Johan del Donc een dochter (Machteld) verwekte, die haar vader en moeder overleefde en voor wie Williames de Uter Nesse, broer van Johan del Donc, als voogd dit leen ontving, dat deze dochter is overleden en Johan del Donc geen andere kinderen had, waarop Johan le Vouweis het gezegde leen heeft verzocht, dat hiertegen Thieris Boecle, heeft aangevoerd dat dit leen op hem was vervallen omdat hij een bloedverwant was van genoemde Johan del Donc, zijnde hij toch diens broeders zoon, en dat na lezing van deze brief, overeenkomstig het gevoelen van Johan le Chierf vonnis is gewezen ten gusnte van Johan le Voweis
Uytternesse
Steenberg, van | 1367
Quellen Stift Xanten p 201
Achternamenindex
uitgaven bursa Xantensis: dominis Hermanno Duvel et Mijs, equitantibus Gogh ad Henricum de Steijnbergh, 27d
Driel, van | 1326
Van Doorninck p 10
Achternamenindex
leenakten Gelre: - Otte van Driel houdt het halve dagelijks gerecht te Drijel, het gericht te Deyl en te Droempt en de wert boven de versloot te Vaudric, en al zijn goed te Herne en te Middelaer
Berwout | 1500~1600
Batavia Illustrata bl 881
Achternamenindex
N. Beerwouts in Brabant, vrouw, 16e eeuw x N. van Boschuysen, man. Hieruit: Adolph van Boschuysen x N. van Berkel
Borre | 1422-12-28
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 119v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Jan Borre Claes Bannenz draagt op tbv Gherijd Zoes, ½ hoeve land op Seldert, strekkende van de Seldertsche wech tot aan de Baer[n]sschen lodijck, belend boven: Gysbrecht van Lodensteyn, Bertout Duwer en Jans kinder uiten Haghe, beneden: Jan Borre; vervolgens wordt Gherijt Zoes beleend; "item dit selve goet heeft Geryd Zoes [aan] Jan Borre Claes Bannenz weder opgedragen en overgegeven"
mannen: Gysbrecht Goedscalc, Peter van Duvensteyn
Deyl, van | 1347
Inv Arch Heren van Voorne p 120 no 195, 196
Achternamenindex
Gijsbert van Deyl zegt aan de vrouwe van Voorne toe om de achterstallen in het land van Asperen te innen; 1351: rekening van Gysbert van Driel van het goed te Beesd en Rhenoy, verhuurd voor Machteld vrouwe van Voorne
Mersch, van | 1300~1400
De Raadt II p 472
Achternamenindex
le blason de heer Jan van Mehertsce, homme del' évêque de Cologne
Donk, van der | 1466-01-22
Ons Voorgeslacht 07/08-1988 p 297
Achternamenindex
leen van Vianen: no 665) te Lexmond: een viertel in Cortenover, waarvan 2 morgen gemeen met Jan Symonsz, belend boven: Jan van Lakerveld, beneden: Pieter Mathysz, 2 morgen gemeen met Luitgen Roelofsz, belend boven: Aleid van de Eem, beneden: de heren van Oudmunster; 1466-01-22: Wouter van Ingen [= van der Donk] na overdracht door zijn broer Jan van der Donk, neven van de leenheer; 1509-10-09: Goye van der Donk, na overdracht door haar vader Wouter van der Donk; 1543-12-18: Hendrik van der Donk voor zijn vader Hubert van der Donk, die oud en ziek is, na dode van diens nicht Goye van der Donk; gesplitst: 665BA) het eerste perceel 1545-09-14: Hubert Hendricksz van der Donk en zijn vader Hubert dragen dit leen over aan Cornelis Arnoutsz, voor zijn dochter Anna, belend boven: de erven Wouter van der Donk, beneden: de erven Arnoud Jansz; 665B) het tweede perceel, 1545-09-14: Gysbert Arnoutsz voor zijn zoon Jan, na overdracht door Hendrik van der Donk en zijn vader Hubert; 1569: Jan Gysbertsz
Bocholt, van | 1367
Quellen Stift Xanten p 200
Achternamenindex
uitgaven bursa Xantensis: nuncio eunti Morse ad Johannem de Morse et Hermannum Duvel in causa Gerardi de Boycholt, 18d; nuncio misso Ambro et Dulken in causa Gerards de Buycholt, 2 sol 8d; en ad dominum Budel de Wyenhorst cum littera Hermanni Duvel in causa Gerardi de Buijcholt et ad dominum Wilhelmum de Elmt, 3½ sol