31389 resultaten

Dalem, van | 1409~

R.A.U. Leenregister Ysselsteijn (1409) leen no 17
Achternamenindex

leen Ysselsteijn: Jan van Dalem Florensz 9 morgen gelegen in Dalem geheten des Rovers kinderen land, belend boven: Coppaert Neutraedsz kinderen, beneden: de heer van Asperen; "dits onversocht van mijns heren doot"

Rossem, van | 1333-05-04

Van Mieris II p 545
Achternamenindex

graaf Willem beslist de twist betreffende de renten van het land gelegen te Vlairdinghe in het ambacht van heer Jan van Vlaardingen, die eerder van jvr Willem van Teylingen waren. Voorts had de vrouwe van Haghesteyne zes kinderen, die het land van jvr Willem van Teylingen erfden, waarvan ⅙ deel kwam op de vrouw van Goewijn van Rossem, en waarvan Dirc van den Wale 4/6 deel kocht: één van Janne uytten Goye, één van Ghizebrecht uten Goye, één van Stasekyn van Brakel en één van heer Jacobsdochter van Lichtenberg; deze 4/6 delen verkocht Dirc van den Wale aan Willem van Engheland, dus deze Willem heeft er recht op

Wassenaer, van | 1418-01-08

R.A.H. Coll Aanw 84 fol 23v
Achternamenindex

gravin Jacoba beveelt heer Henrick van Wassenaer, houtvester van Haarlemmerhout en Willem van Brederode, "dat si onse dune after Tetrode ende Aelbrechtsberge sullen doen bepoten als hun dat nutste ende oirbaerlicser dunken sal ende so wes dat costen sal te bepoten daer sel toe gelden enen ygelicke die geland is tusschen Breedsloot ende den dunen"

Arkel, van | 1381

A.R.A. Graf Rekenkamer 2146, los inliggend/Rentmeestersrekeningen van Arkel 1417-1418
Achternamenindex

"Wij Otte here van Arkel, richter, borghermeijsters ende scepen van Ghorinchem doen cond allen luden dat wi ghegheven hebben ende gheven Wouter van Delf ende Dirc sinen zoen den toern die staet teijnden der Corenbrugghen, ende gheheiten is Dumensteijn, hem beiden te ghebruiken also langhe als si leven zullen, of enich van hem beiden levet, in deser manieren, waert dattet die poert van Ghorinchem te doen hadde van open oerloghes weghen, so souden die poerteren van Ghorinchem verburen ende besighen tot hoerrre nutscap alse solanghe alse open oerloghe waer. In .... des briefs bezeghelt met onser poerten zeghel van Ghorinchem. Vermeld wordt... Des had mijn genedige Here selichge gedachten [d.w.z. hertog Willem] Wouter daer ouer gegeven 1111 M steens van den ouden huze tot Gorinchem, dair Wouter een deel steens of wech had ende den anderen tegens hem quit gecoft so men tot Gorinchem aen der grafte ende opten huze vermetselen moest ende men anders en genen gurigen en conde 3 Eng nob".

Does, van der | 1469-09-23

R.A.H. Coll Aanw 465 fol 25v/Leenregister Brederode (oud) fol 12v
Achternamenindex

Rynolt heer tot Brederode oorkondt dat Fueij van der Does hem heeft opgedragen een camp land van 4 ½ morgen in het ambacht van Leiderdorp, bij de hofstede van der Does, belend tussen de Does wetering en heer Willem Jacobsz, priester, streckende van den lande die Fueij van ons te lene houdende is tot achter an enen camp lant, die geheten is den Derwer. Willem van der Does wordt er vervolgens mee beleend tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een rode sperwer of 5 schell Holl. Mit vorwerden, waert sake dat dit voors. lant ijet becommert waer of belast dat soude Willem voors. voirt mogen verhalen op alsulcke goeden ende landen als Fueij voers. noch van ons te lene hout, sonder enich weer van recht daer tegens te doen of doen doen in eniger manieren hoet genoemt mocht wesen. Item tot welcker tijt Fueij van der Does Willem van der Does voors. vernuecht heeft van alsulcke brieve als Fueij van Willem heeft, soe sellen wij willich wesen Fueyen voors. dit voors. lant wederomme te belenen ende Willem voors. daeroff quijt te scelden

mannen: Reynolt en Henric van Brederode, basterden, Foij voors. selve

hoofdtak

Cannegieter | 1414

De Raadt II p 178, 255
Achternamenindex

Theeus Cannegieter en Jean Corensnider, "raetslude" des deux " meister van den ghesworen scutten van der stat van Triecht, die waren in den lande van Lutsenburch"

Endegeest, van | 1422-02-08

Br vd Gesch Abdij Rijnsburg noot 1 bij regest 669
Achternamenindex

Gillis van Cralinge, baljuw van der Goude, en Ysbrant van Alkemade, baljuw te Oistgeest, doen, in overleg met Aernd van Alkemade, schout te Oistgeest en Pieter Florysz, op verzoek van Willem van den Dam en Machteld Jacobsdochter een arbitrale uitspraak, inhoudende dat het huis op den Ouden Vliet, aan Willem van den Dam vermaakt door zijn tante wijlen Lijsbet van Endegeest, diens vrije eigendom is. 1422-03-20: Lysbeth Jacobs dochter van den Dam staat aan Willem van Dam al haar aanspraken op dit huis af. Nogmaals over dit huis: 1422-05-07 en 1421-07-22, 1422-11-30

abdij Rijnsburg (niet gecoll)

Cleve, van | 1393

De Raadt I p 271
Achternamenindex

Roger van den Boetzelaer, chevalier, déclare avoir assisté à la renonciation d'Elisabeth de Clèves, dame de Borne et Sittard à tous les biens d'Adolphe comte de Clèves avant le mariage avec sire Renoud de Rauquemont, sire des dits lieux

Bosch, van den | 1458 (1459)

Thesauriersrekening Haarlem
Achternamenindex

Jan Willemsz de botemaker van de boom te bewaren daer men te Sparendam vaart, 1 jaar 4 £ 6sc 8d (fol 31v IV); (fol 34) Pieter van den Bosch, "die die wete dede an degenen die geland zyn onder de sluysen van Sparendam dat men nyeu gat maken soude in den dijc deur Sparendam ende daer een nye grote sluys leggen, voor zyn cost en arbeyt 2£ 16sc"; 1451-1452: (fol 3) Martyn Dircsz van de visserij van Sparendam ½ jaar 501£ 8sc 8d; Jan Claes Symonsz.z van idem 1 jaar lang 383£ 16sc 8d

Boekel/Bokel | 1323-12-11

Reg Rotterdam en Schieland no 317
Achternamenindex

Adolf bisschop van Luik, verklaart dat voor hem terecht zittende in de tuin van zijn paleis te Luik, verscheen heer Johans de Chierf, ridder, die een brief deed lezen dat Johans del Donc, die van den bisschop van Luik de tienden der kerk van Ramesdonck met toebehoren in leen hield, huwde met Maha (Machteld) tevoren vrouw van Leo de Tule en moeder van Jehan le Voweit (Voogd), bij welke vrouw Johan del Donc een dochter (Machteld) verwekte, die haar vader en moeder overleefde en voor wie Williames de Uter Nesse, broer van Johan del Donc, als voogd dit leen ontving, dat deze dochter is overleden en Johan del Donc geen andere kinderen had, waarop Johan le Vouweis het gezegde leen heeft verzocht, dat hiertegen Thieris Boecle, heeft aangevoerd dat dit leen op hem was vervallen omdat hij een bloedverwant was van genoemde Johan del Donc, zijnde hij toch diens broeders zoon, en dat na lezing van deze brief, overeenkomstig het gevoelen van Johan le Chierf vonnis is gewezen ten gusnte van Johan le Voweis

Uytternesse