29161 resultaten

Woude, van den | 1381-02-15

Van Mieris III p 366, 367
Achternamenindex

hertog Albrecht doet uitspraak over de doodslagen te Haarlem: - van Claas Mathysz quetsinge 12 £, dit sullen ghelden Roelof Bertoutsz van den Woude, Albrecht Gerrit Bertoutsz en Bertout de Coster, elk voor een derde; - quetsinge van Dirx van den Woude "sullen Ysebrant van Sparrewoude ende Heynric Pontiaen maken een beloken hant, ende zweren ten heyligen dat si hem ende sinen maghen daermede ghebetert hebben met dien dat si daer in brengen sullen ende oflaten; want si int openbaer niet bedreghen en zijn"

Haarlem

Zeelander, de | 1415-06-23

Van Mieris IV p 340
Achternamenindex

hertog Albrecht doet op enige punten nader uitspraak over de doodslag op Simon van Zaenden te Haarlem; "overeede" zullen doen van Simons dood, o.a. Claes Zeelander; als Claes en Dirc Symons bastaarden gekomen zijn en overede gedaan hebben, zullen zij elk uit de zoen 50 £ ontvangen en Willem Hagen, Simons bastaardzoon 25 £. Weigeren zij dit te doen dan zal dit geld bijven bij Claes van Ruyven tot zij zich bereid verklaard hebben. "Item die voirzoen zal hebben Claes Zeelander met een deel van Symons magen, die daer cost om gedaen hebben. Item die machzoen sal men smaldeelen, is dats die mage niet eens en worden, bi Vranc van Zenden, Dirc Wyntgensz, Jan van Sparnwoude, Claes Zeelander"

Does, van der | 1563-08-12 (07)

Holl Leenkamer no 274 Repert Egmond fol 210, 216v, 217
Achternamenindex

Werner van der Does doet hulde voor zijn vrouw Elisabeth Dever van Minnen, die door de heer van Brederode beleend wordt met 2 ackeren aan de Veerweg te Heemskerk; 1565-03-29: na dode van zijn vrouw wordt hijzelf beleend; 1569-05-07: na dode van Warnaer wordt dit leen blijkens diens testament gemaakt aan Adriaen van der Does, die hem "mijn oom" noemt. Vervolgens op Jan van der Does, daarna Steven van der Does

1e zijtak

Arkel, van | 1373-10-28

Van Mieris III p 284
Achternamenindex

hertog Albrecht geeft verlof aan de here van Arckel, de heer van Vyanen, de jvr van Ameyde en andere heren landen en luiden, hun sluizen "te ligghen alsoe menich, als hem nuttelic si in der sytwinde twisken der nuwer inlaghe die si ghemaect hebben, roerende aen dan dam ter Ameyden ende den Leckendyck. Ende des slusen sellen utgaen in der Lecke doer die Leckendyc tot horen verbaer"

Teylingen, van~ | 1410-07-13

Wapenheraut jg 1904 p 271
Achternamenindex

"doe quam Herman van Afferden weder, so hi in den lande van Gelre gesent was, mit Ghyskin Fey ende mit meer gesellen ende namen Symon Teylinc ut der meynte after Lederdam (…) ende reden doir Reynoy, duer Besde ende duer den lande van Gelre bi Oechten over ende voert tot Afferden dair si II mergen vercoften.."

Does, van der | 1394-09-21

Grafelijke Commissieboeken dl I bl 14
Achternamenindex

"idem van het watergraefscip vanden Vijf ambachten en van t dycgraefscip van 500 roeden dijcs van den Nuwen dijc van den oestende ende van den dike benorder der veren westwaert streckende, die wi nu bi genoegen dien van Vijf ambachten toegeset hebben te diken etc, op Mouwerijn van der Does" (aan wie de hertog C nobel en 700 Dordr gld schuldig is )

hoofdtak

Haerlem, van | 1288-08-16

v.d. Bergh II no 641
Achternamenindex

graaf Floris V maakt met Diederic van Breedderode, baljuw van Kenemerland met Willem van Harlem enige bepalingen over de dijk tussen Outgotskoghe en Limmen, "bi der heemrader eyt ende met al den recht dat recht es. Voirt so sel diken al dat erve dat desen voirseyden dijc plach te diken met dien van Limmen in haren dyc twisken Heyligheloe ende Boekel"

Brederode, van | 1288-08-16

v.d. Bergh II no 641
Achternamenindex

graaf Floris V maakt met Diederic van Breedderode, baljuw van Kenemerland met Willem van Harlem enige bepalingen over de dijk tussen Outgotskoghe en Limmen, "bi der heemrader eyt ende met al den recht dat recht es. Voirt so sel diken al dat erve dat desen voirseyden dijc plach te diken met dien van Limmen in haren dyc twisken Heyligheloe ende Boekel"

Cannegieter | 1414

De Raadt II p 178, 255
Achternamenindex

Theeus Cannegieter en Jean Corensnider, "raetslude" des deux " meister van den ghesworen scutten van der stat van Triecht, die waren in den lande van Lutsenburch"

Loper, de | 1290-01-08

v.d. Bergh II no 685
Achternamenindex

graaf Floris oorkondt dat hij "des Loipers moeder ver Vrousten die stiefdochter was heren Hughen van Zierixzee hebben ghelovet van hare moederlicke erve recht te done bi onsen mannen …"