28465 resultaten

Cannegieter | 1414

De Raadt II p 178, 255
Achternamenindex

Theeus Cannegieter en Jean Corensnider, "raetslude" des deux " meister van den ghesworen scutten van der stat van Triecht, die waren in den lande van Lutsenburch"

Diert | 1470-09-20

Bijdr Bisdom Haerlem IV p 261
Achternamenindex

Aelbrecht Ottenzvan Egmond schenkt land aan de pastoor te Heemskerk om daarvoor memorie te houden voor hem en zijn familie: "In den eersten de helft van een hoeff lants legghende in den ban Heemskerck bij der Duyn, twisken cyen voer Baert Jan Michielzoons huys, daer lenden off zijn: an t westeynde die grote cye, an die noertzijde Dirc Gherytsz, ant oesteynd die grote cye ende an die zuytzijde Aeff Michiel Diertsdochter. Item noch in denzelven ban voirseyt die helft van de 1 ½ hoeff legghende bij der Duyn bijnoerden den ouden dyck, twisschen cyen, daer lenden off sijn Dirc Mathysz an die zuytzyde ende Aeff Michiel Diertsdochter an de noertzijde. Item noch in denzelven van voorseyt bij der Duyn die helft van een stucke lants twisschen cyen, bijzuden den ouden dijck ende is gheheten "dat block" daer lenden off zijn an die zuytzijde Aeff Michiel Diertsdochter ende an die noertzijde Dirck Michielsz"

Enkhuizen, van | 1319-04

R.A.H. no 33 Vriesland fol 54/Reg EL 10
Achternamenindex

item want wi verstaen hebben dat Pieter van Enghuzen ende sijn gheselscip die sluze opghesparret hadden, ende Doede Janinc die dore van der sluze opghesparret hadde van Oesterblockweer sonder varent op den dike ghehaelt hadde, ende Vordenaer Gerbrandssone die sluze bi Oesterleke opghesparret hadde, ende dat Jan Veeren Gheertrudensoen die sluze bi Scellinchout opghesparret hadde, ende dat Martyn van der Nieuwerwike die sluze te Hoerne bi sinen huze opghesparret hadde, ende dat Willam Hughe die sluse te Wrsem opghesparret hadde, ende dat Pieter van Wormaer ende Didde(..)aren Wolfaerdssoen die sluzen in Haren Hugendike ende Outorperdike opgesparret hadden, soe ghebreder wi hem van ons Heeren weghen des graven dat si dat verbeteren bi den rentmeester ende bi den dycgrave hof dat si te ghizel varen daer si se wisen sullen, ende Willaem Hughe salt verbeteren Jan van Berghe. (Peter van Enghuizen had sluizen geopend te Oosterblokker, er vindt een zoen plaats te Medemblik en hij moet te Leiden in gijzeling komen)

Schoten, van | 1393-1394

R.G.P. 174 p 31/Rek Baljuw Den Haag fol 2
Achternamenindex

"Item alsoe hem Dirc van Scoeten an die een side ende Claes verLoren an die ander zijde verwilkoerden an des baljuws hant op een peen van 50 oude sc, wiet op den anderen eerst begon de dat dadinc dat si onderlinge hadden, daerof Dirc voors. verwonnen wordt met rechte, daer die bailliu zijn goede dede antasten ende deedse pachten ende worden ghepacht voor 3£ "

Saij | 1422-09-20

Memoriale XIII fol 44
Achternamenindex

heer Hendrik van Wassenaer en Willem van Dorp beloven dat zij Dirc Say Goeswynsz leveren zullen morgen over 8 dagen, te weten op 28 september, in de Voorpoort in den Hage [Dirc Say van der Lee Goeswynsz was baljuw van Schiedam geworden bij beveling van 1409-04-30, en is dit blijkbaar gebleven tot 1419-12-24 toen Goeswyn Michielsz commissie kreeg. Vermoedelijk heeft Dirc Saij zich aan ambtsmisdrijven schuldig gemaakt]; 1422-10-03: Bertout Say en Willem van den Dorpe beloven Dirc Say over 8 dagen, in allen schyn als hij daar geweest is, op een boete van 3000 cronen; 1422-10-24: Dirc Say moet aan de thesaurier 600 Wilh scilden betalen. Borgen: heer Henric van Wassenaer, Daniel van Cralingen, Bertout Say en Willem van Dorp. Beide eerstgenoemden beloven dat Dirc Say zal blijven in Pelgrims huys 6 dagen lang

Jode, de | 1468-07-24

Coll Aanw 240 fol 986, 1003, 1019v, 1073
Achternamenindex

de jvr van Hardinxvelt en haar zoon Aernt contra Aernt van der Duijn (opschrift: Daem); 1468-07-27: Aernt die Juede contra Daem van der Duyn over het veer te Hardinxvelt door Aernt geerfd van zijn oude vader heer Arent van Gent; idem 1468-07-28 en 1468-08-11

Bennebroek, van | 1418-08-26

Arch Nassau Domeinraad I 2 reg 1074
Achternamenindex

Hertog Johan van Brabant en Jacoba van Beyeren beloven hun moeder Margriete van Bourgondië en hun Raden schadeloos te zullen houden en verbinden hiertoe hun tollen in Holland en Zeeland. De Raden zijn: Willem van den Berge, Gheryt van Poelgeest, Florys van Tol, Jan van der Bouchorst, Reynout van Brakel, Dirc van Santhurst, Claes van Diepenberth, Geryt van Bennenbroek, Jan van Dorp, Adriaen v Mathenesse, Willem van der Does, Costyn van der Does,Philips die Blote; Jan Eggert; Wolfaert van der Duyn; Dirc Saij van der Bede [= Lede], Harman Beyntjer; Lourens van Overvest; Willem van den Couster en Jacob Leen, die zich borg gesteld hebben voor de steden Haarlem, Delft, Leiden, Amsterdam en Gouda voor 2000 nobels jaars en die deze ten behoeve van de hertogen verkocht hebben aan lijfrenten

Baer, van | 1356~

dr v Veen: Reg Lenen Bannerheerlijkheid Baer p 9
Achternamenindex

een tiende te Dyer [Dieren], geheten der Nevelinge tiende: Ricolt van Baer [het andere afschrift heeft: Nycolae van Baer, misschien heeft deze afschrijver R gelezen in plaats van N; in verband met de verwantschap met de "van Ochtens" is de naam Ricolt te verklaren]

Herlaer, van | 1348~ (1345-1351)

Van Mieris II p 759/Matthaeus Chron Egm p 222, 223
Achternamenindex

twist over de tienden van Cole, Boekelsdyc en Bloemertsdyc met de abt van Egmond, die beweerde dat deze tienden als een recht leen aan hem vervallen waren bij de dood van de vrouwe van Rotterdam heer Dirk Boekelsdochter. Zij huwde met heer Simon van Teylinge die belening verzocht aan abt Hugo Mensenz (1326-1345); "daerna doe Haer Symon doot bleef, versochte sijn wijf die tiende, daer veel goede luden over waren, voor Haer Willaem van Rolland, die doe abt was, dies hij haer niet doen en woude"; "Daerna na sij Haer Gerrid van Harlaer te manne, die t oock mede aen Haer Willem van Rolland versochte" zonder resultaat; "Doe seyde Haer Gerrid van Harlaer dat elck man nam, dat hem besciten mochte. Daerna en versocht sij dat goet niet, also langhe alse levede, maer bleef daer in sitten met gewelt.... etc"

Witte, (de) | 1315

Van Mieris II p 140
Achternamenindex

"also dat om dese vryheden te hebben die voorsz luyden onse dycken sullen besorgen, alsoo dat di van Werckendam ende die van Houweningen den dyck, die hoort toe tot Geert die Witten lande, ende een deel van 't slijck, dat hem aencoemt, ende die bij Giessenmonde den dijk bij Robbertshouve met een deel van 't slijck die hem aencoemt"