24171 resultaten

Doude | 1697

Index J. A. Jaeger p 19
Achternamenindex

Gerrit Jansz Doude te Leiden vraagt aan de Staten van Holland venia aetatis

Duin | 1582-12-12

Ms van Benthem III p 657
Achternamenindex

vogelkooi in Wijkerbroek [Beverwijk]: vroegen de regenten van het St Elisabethsgasthuis te Haarlem aan de prins van Oranje, die toen te Antwerpen vertoefde, vergunning om als schadevergoeding door hen geleden tijdens het beleg van Haarlem, ongeveer 30 morgen slijk en ondiep water in de Wycker- en Assendelver meeren tot rietland of vogelkooi te mogen maken zoals dit het beste voorkwam. Ouden van dagen herinneren zich nog dat in de Wykerbroekpolder, waar de vogelkooi werd opgericht en waarvan de sporen nog zijn te herkennen, vroeger vele eenden werden gevangen. De laatste kooier daar was Jan Duin, wonende op het Hofland onder Beverwijk

Beverwijk

Duvel | 1363-1364

Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex

Claes Duvel: afterstal van 1362 van Burhem (Vronen) 19sc 9d (811 fol 2v); 1359-1360 (807 fol 9v), 1360-1361 (808 fol 16v), 1361-1362 (809 fol 12v), 1362-1363 (810 fol 7v): land te Vronen 5 £ 6sc 7d; 1366-1367: (812 fol 3v, 11, 16) Claes Duvels wijf, afterstal van 1362, 6sc, land te Vronen 5£ 6sc 2d 2x

Dyvel | 1337-1340

Grafelijk Rek I p 264
Achternamenindex

afterstallen van de smaltienden in Amstelland, te Muden: Jan Dyvel en Melis 56sc 4d; van de tins in Amstelland, in Muden: 3 £ 7sc 6d; van de corentiende in Amstelland, van de oostzijde van Muden: Claes Lepelaer, van de westzijde: Volmer Jansz en Daem Ghenenz 3£, in Keveren: Gerrit Wilding 6£, in Muderveen: Lambrecht Aerntsz 16sc

Dyvel | 1337-1340

Grafelijk Rek I p 268
Achternamenindex

afterstallen van de marcttollen te Muden 20sc; 1342-1343: afterstallen van 1341 te Muden: Dirc Jacobsz van sire misdaet 5 £ 19sc 4d; innemen baljuwschap in Muden: Dirc Rolle, van lanttughe 8sc, Jan Dyvel van wantalen 6sc 8d, Jan Dyer van vechten 6sc, Gheret Alidez, van vechten 5sc 10d

Delf | 1311-02-05

Cartul Marienweerd no 137
Achternamenindex

Rodolphus dictus Delf de Driel verkoopt voor 100 £: - land, Ghere genoemd, te Afterdike, tussen Jacobus de Veltdriel en tussen land geheten Dijparc; - 7 jugera boven Pulssteghe te Driel tussen Gerardus Beyer en Wilhelmus Pinacker aan Henricus Fey junior de Bomel; tegen betaling van 4£ per jaar krijgt hij het land weer in erfpacht

borgen: Nicholaus Moront en Alardus zoon van Gerardus Loy de Driele; schepenen in Santbomel: Johannes Weryn en Petrus Moliart

Teylingen, van~ | 1410-07-13

Wapenheraut jg 1904 p 271
Achternamenindex

"doe quam Herman van Afferden weder, so hi in den lande van Gelre gesent was, mit Ghyskin Fey ende mit meer gesellen ende namen Symon Teylinc ut der meynte after Lederdam (…) ende reden doir Reynoy, duer Besde ende duer den lande van Gelre bi Oechten over ende voert tot Afferden dair si II mergen vercoften.."

Dever | 1380-02-02-1381-02-02

Codex Dipl Neerl serie 2 dl 2 p 77
Achternamenindex

oudste kameraarsrekening der stad Utrecht: opgeboert van borgherscap. Dit sijn die nye borghers: Jan Dever

Dalem, van | 1484-01-16 (1483)

R.A.H. Coll Aanw 108 Caput Zeeland fol 5/Reg Max. Philips fol 5
Achternamenindex

Max. en Philips belenen Cornelis Pietersz van Dalem, na dode van zijn vader Pieter Cornelisz van Dalem met 1/24 deel van de heerlijkheid van het land van Vosmair, tot een onversterfelijk erfleen, behalve het 1/24 deel van de tienden van Oude Vosmaer, dat in deze belening niet begrepen is, na overgifte van Pieter in zijn leven onlangs gedaan, mee beleend is Anthonis Jansz van Wissekerke. Daar Cornelis nog onmondig is doet zijn oom en voogd Jacob van Dalem hulde voor hem; 1494-10-15: doet hij zelf de eed

Beer, de | 1446-07-02

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 145v, 151
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Rutger die Beer Jacobsz met zijn oom Jacob Nenninck Rutgersz als voogd, draagt over: 1) ¼ deel van der Locmaet, belend zeewaarts: Ver nonnensloet, landwaarts: Gherijt Jansz, 2) ½ van 2½ dachmaet hoylants in die Poelmaet, zeewaarts: Geryt Woutersz erfgenamen, landwaarts: Willam van den Doem; vervolgens worden zijn zuster Hildegart en Lysbeth elk voor de helft beleend en Jacob Nenninck Rutgersz doet hulde en eed; 1501: Jacop Gerritsz heeft dit leen ontvangen, na dode van zijn moeder Hildegont de Beer, met een acker land in die Schalbrinck tot Zoes, "dat een wyle tyts van der abdije verdwaelt was", voor 2 gouden Koervorster R gld

mannen: Jhan van Hamelenberge, Willam Heinricsz, Goesen van Scadick; Jan van der Anxter, Dirc van der Beeck