20181 resultaten

Duyk |

Batavia Illustrata bl 1148, 751, 932
Achternamenindex

genoemd: Gysen Duyk, ridder, dochter Catharina Duyk; 1466: edelen van Holland Snellard en Willem Duyk; … Duyk x Dirk van der Does

Boedberg, van | 1349

Quellen Stift Xanten p 170, 176
Achternamenindex

uitgaven bursa Xantensis: aan Konebir eunti cum littera capituli ad ducem Gelrensem, super incendio domini Wilhelmi de Bodebergh, 4 sol; Wilhelmo eunit ad Johannem de Boydberge cum litteris ducis

Dale | 1299-07-11

De Fremery no 328
Achternamenindex

Symon, persoenre van Delf, Jacob heer Cyzemansz, Jan die Witte en Gherlof Dalenz, schepenen in Delf, oorkonden dat de proost van Koningsveld een molen op de Made verpacht heeft aan Alebrecht van Ockenberghe, Gherard van Delft, Clais ver Conigondenz en Willem van den Kerchove

Alphen, van | 1361

Rek Rentmeester Kennemerland 1475-1476 no 907 achterin fol 5v
Achternamenindex

Daniel van Alphen, broer van Florens: "van 4 dode manne te graven opt kerkhof die ter zee (te Noortich) anquamen, van dne manne 8 gr, facit 21 sc 4d"

Camerouwer, de | 1359-06-11

Van Mieris III bl 98
Achternamenindex

hertog Albrecht oorkondt de verpanding van het ambacht Schroelshoek in Zwijndrecht door Dirk van Oosterhout aan Roelof Duyk

jussu domini ducis Alberti per dominum de Lec et H. Molnaer, Theodericus Vopponis, S. P. Camerouwer van Haytsteyn, Fricus Fopponus

Bronkhorst, van | 1312

Livre Feudataires du Brabant p 161, 283
Achternamenindex

le livre feudataires de Jean II Duc de Brabant: - Johanna domina de Batembourch, 15 libras turonenses annuatim; - bona apud Dunghen prope Buscum Ducis; - Wilhelmus dominus de Bronchorst et Batembourgh de 4 hovis sitis supra Donc juxta Buschum Ducis, et 20 libras quas dicit quod dominus de Batemborgh tenuit a duce ex theloneo Litthensi, unde se asserit habere litteras ducis

Zuijden, van | 1547-01-28

R.A.H. Coll Aanw 517 fol 142/Egmond D
Achternamenindex

Claes Jansz van Zuijden wordt door Lamoraal van Egmond beleend met 3 acker land minus ⅓ deel, hem aanbestorven van zijn vader Jan Jansz Suijden, gelegen in de ban van Sevenhoven, belend zuid: de moeder van Willem Gerritsz, nood: willem Gerritsz c.s., strekkende van de dijk tot aan de Ennip toe; daar Jan Jansz van Zuyden verzuimd had dit leen te verzoeken na dode van zijn moeder Wyntgen Jan Claeszdochter, wordt dit goed gemaakt met 2 Kar gld dubbel verlij

getuigen: mr Pieter van Rotterdam, advocaat, Pieter van Halmale, leenmannen van Holland

Zuylen, van | 1250~

Sloet no 725
Achternamenindex

lijst der leenmannen van de graaf van Gelre in het gebied van Utrecht: Giselbertus de Zulen contulit Zulenbruck, et duos mansos cum domo sua et de domo sua versus Renum tendentes

Batenburg, van | 1312

Livre Feudataires du Brabant p 161, 283
Achternamenindex

Johanna domina de Batembourch, 15 libras turonenses annuatim; - goed bij Dunghen bij 's Hertogenbosch; -Wilhelmus dominus de Bronchorst et Batembourgh de 4 hovis sitis supra Donc juxta Buschum Ducis; - 20 libras quas dicit quod dominus de Batemborgh tenuit a duce ex theloneo Litthensi, unde se asserit habere litteras ducis

Boekel/Bokel | 1323-12-11

Reg Rotterdam en Schieland no 317
Achternamenindex

Adolf bisschop van Luik, verklaart dat voor hem terecht zittende in de tuin van zijn paleis te Luik, verscheen heer Johans de Chierf, ridder, die een brief deed lezen dat Johans del Donc, die van den bisschop van Luik de tienden der kerk van Ramesdonck met toebehoren in leen hield, huwde met Maha (Machteld) tevoren vrouw van Leo de Tule en moeder van Jehan le Voweit (Voogd), bij welke vrouw Johan del Donc een dochter (Machteld) verwekte, die haar vader en moeder overleefde en voor wie Williames de Uter Nesse, broer van Johan del Donc, als voogd dit leen ontving, dat deze dochter is overleden en Johan del Donc geen andere kinderen had, waarop Johan le Vouweis het gezegde leen heeft verzocht, dat hiertegen Thieris Boecle, heeft aangevoerd dat dit leen op hem was vervallen omdat hij een bloedverwant was van genoemde Johan del Donc, zijnde hij toch diens broeders zoon, en dat na lezing van deze brief, overeenkomstig het gevoelen van Johan le Chierf vonnis is gewezen ten gusnte van Johan le Voweis

Uytternesse