25972 resultaten
Duvel | 1363-1364
Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex
Claes Duvel: afterstal van 1362 van Burhem (Vronen) 19sc 9d (811 fol 2v); 1359-1360 (807 fol 9v), 1360-1361 (808 fol 16v), 1361-1362 (809 fol 12v), 1362-1363 (810 fol 7v): land te Vronen 5 £ 6sc 7d; 1366-1367: (812 fol 3v, 11, 16) Claes Duvels wijf, afterstal van 1362, 6sc, land te Vronen 5£ 6sc 2d 2x
Dyvel | 1337-1340
Grafelijk Rek I p 264
Achternamenindex
afterstallen van de smaltienden in Amstelland, te Muden: Jan Dyvel en Melis 56sc 4d; van de tins in Amstelland, in Muden: 3 £ 7sc 6d; van de corentiende in Amstelland, van de oostzijde van Muden: Claes Lepelaer, van de westzijde: Volmer Jansz en Daem Ghenenz 3£, in Keveren: Gerrit Wilding 6£, in Muderveen: Lambrecht Aerntsz 16sc
Dyvel | 1337-1340
Grafelijk Rek I p 268
Achternamenindex
afterstallen van de marcttollen te Muden 20sc; 1342-1343: afterstallen van 1341 te Muden: Dirc Jacobsz van sire misdaet 5 £ 19sc 4d; innemen baljuwschap in Muden: Dirc Rolle, van lanttughe 8sc, Jan Dyvel van wantalen 6sc 8d, Jan Dyer van vechten 6sc, Gheret Alidez, van vechten 5sc 10d
Doos | 1356-1357
G.A.Amsterdam fam Arch Bicker 719 fol 69
Achternamenindex
stamreeks Meyndert Bartelmeusz Doos, schepen van Amsterdam
Teylingen, van~ | 1410-07-13
Wapenheraut jg 1904 p 271
Achternamenindex
"doe quam Herman van Afferden weder, so hi in den lande van Gelre gesent was, mit Ghyskin Fey ende mit meer gesellen ende namen Symon Teylinc ut der meynte after Lederdam (…) ende reden doir Reynoy, duer Besde ende duer den lande van Gelre bi Oechten over ende voert tot Afferden dair si II mergen vercoften.."
Bot | 1472-06-06
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 296, 296v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Aelbert Dier als gemachtigde van Herman Andries Botsz wordt na dode van diens oudevader Lambert Pijl, beleend met: 1) 8 schaerweijen in de Kriecxkamp, strekkende uit de Eem tot aan de Bisschopswech, noord: Beert Ricout Willemsz.dochter met ⅓ deel van dezelfde kamp, zuid: die schut en Peter Willemsz, 2) Gerbrant Noijdenz husinge, hofstede en berch, boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Evert van den Doem, strekkende van de Brinck tot aan de overen wech, 3) land boven de overen wech, geheten "dat Brede", boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Evert van den Doem, 4) een dwarsstuk, 1½ scepel land, boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Jan Stuep Ricoutsz, 5) aen die Schoenberch 10 schepel land, aan de Bareweg gelegen [Baernseweg], boven: Goede Scilt, beneden: Evert van den Doem, 6) ½ scepel land in Zindelberch, boven: Wouter Mors, beneden: Geryt Rutger Gerytsz, 7) 1½ scepel land in Heeckacker, boven: Henric Cuper, beneden: nakomelingen van de heren van Abcoude, en het engelant dat hij heeft in het kerspel van Zoes; Herman ontvangt dit alles tot een goed onversterfelijk erfleen
mannen: Geryt van Rijn, Peter Dier, Jan Zaell
Zuylen, van | 1250~
Sloet no 725
Achternamenindex
lijst der leenmannen van de graaf van Gelre in het gebied van Utrecht: Giselbertus de Zulen contulit Zulenbruck, et duos mansos cum domo sua et de domo sua versus Renum tendentes
Does, van der | 1469-10-20
R.A.H. Coll Aanw no 60 fol 13/Inv Gasthuizen Leiden regest 763, 776 en 780
Achternamenindex
Florijs van Cralingen beleent jvr Janne van Amerongen Dirx weduwe van der Does met een stuk land te Ysselmonde, dat zij aan hem heeft opgedragen, daar zij nagelaten schulden heeft van haar man en kinderen; zij krijgt de vrije eigendom van de helft van 18 morgen etc in het ambacht van Leiderdorp, die Dirck van der Does en zijn voirsaten van hem gehouden hebben, belend noord: de Lantkae, zuid: de Cartuysers van St Geerdenberg; 1471-02-05 (1470): dit ontslag uit het leenverband bevestigd door hertog Karel; 1471-04-19: waarbij jvr Janna en Florys van Wyngairden dit land overdragen aan gasthuismeesters
hoofdtak
Dever | 1380-02-02-1381-02-02
Codex Dipl Neerl serie 2 dl 2 p 77
Achternamenindex
oudste kameraarsrekening der stad Utrecht: opgeboert van borgherscap. Dit sijn die nye borghers: Jan Dever
Beer, de | 1446-07-02
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 145v, 151
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Rutger die Beer Jacobsz met zijn oom Jacob Nenninck Rutgersz als voogd, draagt over: 1) ¼ deel van der Locmaet, belend zeewaarts: Ver nonnensloet, landwaarts: Gherijt Jansz, 2) ½ van 2½ dachmaet hoylants in die Poelmaet, zeewaarts: Geryt Woutersz erfgenamen, landwaarts: Willam van den Doem; vervolgens worden zijn zuster Hildegart en Lysbeth elk voor de helft beleend en Jacob Nenninck Rutgersz doet hulde en eed; 1501: Jacop Gerritsz heeft dit leen ontvangen, na dode van zijn moeder Hildegont de Beer, met een acker land in die Schalbrinck tot Zoes, "dat een wyle tyts van der abdije verdwaelt was", voor 2 gouden Koervorster R gld
mannen: Jhan van Hamelenberge, Willam Heinricsz, Goesen van Scadick; Jan van der Anxter, Dirc van der Beeck