27636 resultaten

Steenhuysen, van | 1319-04~

R.A.H. no 33 Vriesland fol 50/Reg EL 10 fol 9
Achternamenindex

"voerd segghen wi dat Allaerd van den Stienhuze die kerke van Oestwoude besinghen doe, ende der koreland diken doe als hi ghelovet hevet toet onser wedercoemsten toe"

Zuylen, van | 1250~

Sloet no 725
Achternamenindex

lijst der leenmannen van de graaf van Gelre in het gebied van Utrecht: Giselbertus de Zulen contulit Zulenbruck, et duos mansos cum domo sua et de domo sua versus Renum tendentes

Dever | 1380-02-02-1381-02-02

Codex Dipl Neerl serie 2 dl 2 p 77
Achternamenindex

oudste kameraarsrekening der stad Utrecht: opgeboert van borgherscap. Dit sijn die nye borghers: Jan Dever

Aalst, van | 1251

H Pirenne: Livre Abbé St Truyen p 229, 195, 204, 212
Achternamenindex

genoemd: Jordanus de Alste dictus Magister, met zijn broers Egidius, Werner en Henricus castellanus de Duras; 1252-10-10: Arnoldus de Alste; 1262: onrecht gedaan aan de abdij, Godefridus de Alste habet duo feoda

Donk, van der | 1466-01-22

Ons Voorgeslacht 07/08-1988 p 297
Achternamenindex

leen van Vianen: no 665) te Lexmond: een viertel in Cortenover, waarvan 2 morgen gemeen met Jan Symonsz, belend boven: Jan van Lakerveld, beneden: Pieter Mathysz, 2 morgen gemeen met Luitgen Roelofsz, belend boven: Aleid van de Eem, beneden: de heren van Oudmunster; 1466-01-22: Wouter van Ingen [= van der Donk] na overdracht door zijn broer Jan van der Donk, neven van de leenheer; 1509-10-09: Goye van der Donk, na overdracht door haar vader Wouter van der Donk; 1543-12-18: Hendrik van der Donk voor zijn vader Hubert van der Donk, die oud en ziek is, na dode van diens nicht Goye van der Donk; gesplitst: 665BA) het eerste perceel 1545-09-14: Hubert Hendricksz van der Donk en zijn vader Hubert dragen dit leen over aan Cornelis Arnoutsz, voor zijn dochter Anna, belend boven: de erven Wouter van der Donk, beneden: de erven Arnoud Jansz; 665B) het tweede perceel, 1545-09-14: Gysbert Arnoutsz voor zijn zoon Jan, na overdracht door Hendrik van der Donk en zijn vader Hubert; 1569: Jan Gysbertsz

Bennebroek, van | 1409

R.A.U. Leenreg Ysselsteyn 1409 no 1 leen XVI b
Achternamenindex

Gerrit Dever Jan Aerntsz van Bennebroek: " die woeninge te Bennebroeke metten heemwerf alst begrepen heeft, ende voirt dat 1/3 deel van den lande te Bennenbroek, dat Brune in huerware te hebben plach, tot enen onversterfelijken lene krijgt "

Does, van der | 1415-03-26 (1414)

R.A.H. Coll Aanw 53 fol 212v
Achternamenindex

Lysbetten, dochter van Symon van der Does bij Maryen van der Wateringhen, wordt beleend, vanwege de verdiensten van haar vader, met 22 morgen land in Maeslanderambacht, hem aangekomen bij dode van Jan van den Werve, en een woninge en 12 morgen in Voerburgerambacht, die tot de hofstad van der Lee behoorde en Claes Doe nu ter tijd in huur heeft, mede aangekomen van Jan van den Werve

Voorburg

Doorn, van | 1410~

Leenregister Culemborg fol 7v, 64, 80v
Achternamenindex

leenregister van Culemborg: - Ghysbrecht Goijersz te Buesinchem: op t Weydervelt after Splinteshofstede van Voern 1 acker, belend boven: Jans kinder van Doern en beneden: de heren van den Werde; - Henrick Heynendochter van Enspick vrouw van Dierck Meynart, 10 hont land in den Afterkoep tot Buesinchem, die Johan van Dorn opdroeg, belend boven: Willem Meynart en zijn zoon Dierck, beneden: Henrick Coppier Dircksz en zijn zuster Aleid; - Henric van der Wade Lambertsz die hij had bij Henrics dochter van Riebeeck, heeft ontvangen dat Roelof die Goyer Henricsz opdroeg, o.a. 1 acker in den Hout. Belend boven: Jan die Vette, Alijt van Dorn, Claes van Dorn, Kerstken van der Mere, Alijt Zasse en Jutte van der Damme, beneden: die heren van den Weerde

Does, van der~ | 1635-05-19

G.A.Amsterdam DTB 765 fol 35
Achternamenindex

huwelijk Amsterdam: te Weesp ingetekend: Reijnier Hercksz van der Does [Doos?], Spaense stoelmaker, wonend in de Annenstrate en Lammertie Mathews, wonende te Weesp. Hij tekent: Reijniers Harck. "puije"

Zael | 1423

Rechtspraak Graaf van Holland I p 210
Achternamenindex

"van den seventuych van den lande dat den dyckgrave aff gewijst wort dat Jan Claeszoon van der Beke was [bij Wognem?]: mortuus Jacob Pietersz en Matheeus Pietersz van Hoerne, Jacob Jan Alijtz van Aemsterdam, noch een van daen: Melys Claes Zalenz was de zevende mar die en tuychde niet"