24732 resultaten

Teylingen, van~ | 1410-07-13

Wapenheraut jg 1904 p 271
Achternamenindex

"doe quam Herman van Afferden weder, so hi in den lande van Gelre gesent was, mit Ghyskin Fey ende mit meer gesellen ende namen Symon Teylinc ut der meynte after Lederdam (…) ende reden doir Reynoy, duer Besde ende duer den lande van Gelre bi Oechten over ende voert tot Afferden dair si II mergen vercoften.."

Zuylen, van | 1250~

Sloet no 725
Achternamenindex

lijst der leenmannen van de graaf van Gelre in het gebied van Utrecht: Giselbertus de Zulen contulit Zulenbruck, et duos mansos cum domo sua et de domo sua versus Renum tendentes

Dever | 1380-02-02-1381-02-02

Codex Dipl Neerl serie 2 dl 2 p 77
Achternamenindex

oudste kameraarsrekening der stad Utrecht: opgeboert van borgherscap. Dit sijn die nye borghers: Jan Dever

Donk, van der | 1466-01-22

Ons Voorgeslacht 07/08-1988 p 297
Achternamenindex

leen van Vianen: no 665) te Lexmond: een viertel in Cortenover, waarvan 2 morgen gemeen met Jan Symonsz, belend boven: Jan van Lakerveld, beneden: Pieter Mathysz, 2 morgen gemeen met Luitgen Roelofsz, belend boven: Aleid van de Eem, beneden: de heren van Oudmunster; 1466-01-22: Wouter van Ingen [= van der Donk] na overdracht door zijn broer Jan van der Donk, neven van de leenheer; 1509-10-09: Goye van der Donk, na overdracht door haar vader Wouter van der Donk; 1543-12-18: Hendrik van der Donk voor zijn vader Hubert van der Donk, die oud en ziek is, na dode van diens nicht Goye van der Donk; gesplitst: 665BA) het eerste perceel 1545-09-14: Hubert Hendricksz van der Donk en zijn vader Hubert dragen dit leen over aan Cornelis Arnoutsz, voor zijn dochter Anna, belend boven: de erven Wouter van der Donk, beneden: de erven Arnoud Jansz; 665B) het tweede perceel, 1545-09-14: Gysbert Arnoutsz voor zijn zoon Jan, na overdracht door Hendrik van der Donk en zijn vader Hubert; 1569: Jan Gysbertsz

Does, van der~ | 1635-05-19

G.A.Amsterdam DTB 765 fol 35
Achternamenindex

huwelijk Amsterdam: te Weesp ingetekend: Reijnier Hercksz van der Does [Doos?], Spaense stoelmaker, wonend in de Annenstrate en Lammertie Mathews, wonende te Weesp. Hij tekent: Reijniers Harck. "puije"

Budel | 1367

Quellen Stift Xanten p 200
Achternamenindex

uitgaven bursa Xantensis: nuncio eunti ad dominum Budel de Wyenhorst cum littera domini Hermanni Duvel in causa Gerardi de Buycholt et ad dominum Wilhelmum de Elmt, 3 ½ sol; 1375: pro sextario vini domino Budel de Wyenhorst 6 sol 8d (p 215)

Oem van Bochoven | 1467

Taxandria jg 34 p 83/Arch Heerlijkheid Bochoven in Arch Heerlijkheid Loon op Zand
Achternamenindex

Jan Oom woonde te 's Hertogenbosch en stierf daar, "doe hij een nerlaghe int landt van Gulick hadde gehadt, van date 1467

Aa, van der | 1290

De Raadt I p 343
Achternamenindex

leenakte waarin genoemd: Dame Mahant castellaine de Bruxelles et Gerard de Marbais, fil a le dite castellaine, met zegelbeschrijving

Dever | 1429-05-16

Ons Voorgeslacht 05-1988 p 217
Achternamenindex

leen van Honthorst: no O) 1 morgen te Alphen, belend noord: Pieter Dever Hendriksz met 2 morgen roerende van Brederode, zuid: dwarswetering, oost: Dirc van Egmond, west: een capelrie die de graaf van Holland begeeft, beleend Pieter Dever Henricsz; 1490-03-27: Gerrit Boije Jacobsz na dode van Gerrit Dever Pietersz, zoon van zijn oudoom, die hield van Honthorst

Boekel/Bokel | 1323-12-11

Reg Rotterdam en Schieland no 317
Achternamenindex

Adolf bisschop van Luik, verklaart dat voor hem terecht zittende in de tuin van zijn paleis te Luik, verscheen heer Johans de Chierf, ridder, die een brief deed lezen dat Johans del Donc, die van den bisschop van Luik de tienden der kerk van Ramesdonck met toebehoren in leen hield, huwde met Maha (Machteld) tevoren vrouw van Leo de Tule en moeder van Jehan le Voweit (Voogd), bij welke vrouw Johan del Donc een dochter (Machteld) verwekte, die haar vader en moeder overleefde en voor wie Williames de Uter Nesse, broer van Johan del Donc, als voogd dit leen ontving, dat deze dochter is overleden en Johan del Donc geen andere kinderen had, waarop Johan le Vouweis het gezegde leen heeft verzocht, dat hiertegen Thieris Boecle, heeft aangevoerd dat dit leen op hem was vervallen omdat hij een bloedverwant was van genoemde Johan del Donc, zijnde hij toch diens broeders zoon, en dat na lezing van deze brief, overeenkomstig het gevoelen van Johan le Chierf vonnis is gewezen ten gusnte van Johan le Voweis

Uytternesse