29718 resultaten

Zaenden, van | 1404-03-11

G.A. Alkmaar Klooster Oude Hof no 15 (in dorso no 4)/naar Vangassen no 255 p 134
Achternamenindex

Claes van Saenden Willemsz erkent dat "den baghinen den eyghendom toebehoirt van der muere en van den erve daer die muer op staet die strect twischen den baghynhove ende der hofstede die hair Gheryt van Delf zijn broeder ruemede metter doot mar dat die timmering die hair Gheryt op ter muer hadde doen timmeren sal blijven staen ende dat men in der tymmering gheen op en vensteren houden en sal thegen den baghynhove"

Stecke | 1470~

Quellen Stift Xanten p 501, 504
Achternamenindex

Stiftshöfe in Rindern: achter Ryneren tussen der lantweren end den dorp Ryneren een stuck land, daer die alde straet doer geet, gelegen mitter eenre syde lanx lant dat Roesselen, end dat nu is Wilhelmus van Ophuysen, ende mitter ander eynde allanx Goessen Stecken land"; Goessen Steck of zijn zuster, belending aldaar

Dale, van | 1353

Batavia Illustrata bl 1167
Achternamenindex

genoemd: Diderik van Dale, hoveling van Willem V; … van den Dale uit Brabant; Pieter van Daal, heer van Lillo en Berlaar, begin 17e eeuw x Margaretha van de Werve

Zaemslach, van | 1330

De Raadt III p 294/Chap Notre Dame, à Courtrai; CCB Acquits de Lille 1.42
Achternamenindex

Philippe van Zaemschlacht, chevalier; 1431-1435: Jehan de Saemslach donne au bailli de Bruges des quittances relatives aux gages de Denis del Porte, chapelain du duc de Bourgogne, dans son hotel à Bruges

Wilde, de | 1424~

Rechtspraak Graaf van Holland dl II p 60, 61/Memoriale XVI ingeschoven in fol 142
Achternamenindex

vervolg II: "item een ander clage als dat Aernt voirn. gecomen is met vergadering van mannen ende heeft Jan Jacob, mynen oem, daer hij een scout van Alcmair was, ter doot gequetst over een vrede die binnen 4 uren gemaect was, dair hij van die quetsinge doot gebleven is en mynen lieven genadigen heer van Bourgongien en synen Hogen Raet niet en ontsiet van der groter misdaet die hij daer an misdaen heeft. Ende lieve heer Roelant [van Uytkerke], want dese Aernt die Wilde veel andere feyten gedaen heeft, die men u wel onderwysen sal, soe bid ic u vriendelic om God ende om genade, dat ghij dese saken wilt berechten want ic dez niemant te clagen en weet dan u, want ghij ruwairt van dese lande van myns genad. heren wegen ghesett sijt"

Herwijnen, van | 1357-09-10

De Raadt II p 114/Chartes Duc de Brabant 1385
Achternamenindex

Chrétien van Herwijnen, reçoit du Brabant 1978 vieux écus, "van coste dien ie ghedaen hebbe op den huse van Lilloe ende in den lande aldaer, soe binnen den tide dat her Goedevert van der Delf dar ruwaert was ende oec anders, van den beghinne des orloeghs teghen Vlaenderen tot nu toe"

Byland, van | 1373, 1393, 1395

De Raadt I p 255/Düss Clèves Mark no 413, 580, 581
Achternamenindex

Othon van Bijlant scelle un acte de son frère Gerard, qui à pris en fermage, du comte de Clèves, zinen Kijfweert, op 't gene zide des Waels, beneden sinen halve deen Heyn van den Dike plach to bouwen; 1393: Henri van Bylant, canoine de Cambrai; 1395: Jean van Bilant scelle des acte du duc de Gueldre; 1395: Othon van Bylant, se porte garant pour le duc de Geldre

Cock, de | 1409-07-11, 08-08

Reg Rotterdam en Schieland no 1760, 1763
Achternamenindex

schepenen in Rotterdam: 1409 Claes van Delft, schout, Jacob Dirc Spitsz, Heynric van der Dune, Dirc Willem Cockenz, Claes Hobbenz; 08-08: Claes van Delf, schout, Jacob Dirc Spitsz, Heynric van der Duun, Dirc Wille Willem Koxs, Dirc Jacobsz

Wyffliet, van | 1374

De Raadt IV p 65
Achternamenindex

leen van Philippe [?] van Tudekem: "drie dachwant lants liggende bynnen den byvange van Tuydekem ende den wijndt van eenre wintmoelen op een halff buender eygens, dat driessch is, dair die voorscreven wintmoelen opgestaen heeft, liggende tusschen die erven wijlen Petes Wyfflet aen deen zyde, ende wijlen Jans van der Borch erve, aen dandere, streckende mitten eenen eynde aan die heerstrate van Wezemale te Herent weert gaende"

Boekel/Bokel | 1323-12-11

Reg Rotterdam en Schieland no 317
Achternamenindex

Adolf bisschop van Luik, verklaart dat voor hem terecht zittende in de tuin van zijn paleis te Luik, verscheen heer Johans de Chierf, ridder, die een brief deed lezen dat Johans del Donc, die van den bisschop van Luik de tienden der kerk van Ramesdonck met toebehoren in leen hield, huwde met Maha (Machteld) tevoren vrouw van Leo de Tule en moeder van Jehan le Voweit (Voogd), bij welke vrouw Johan del Donc een dochter (Machteld) verwekte, die haar vader en moeder overleefde en voor wie Williames de Uter Nesse, broer van Johan del Donc, als voogd dit leen ontving, dat deze dochter is overleden en Johan del Donc geen andere kinderen had, waarop Johan le Vouweis het gezegde leen heeft verzocht, dat hiertegen Thieris Boecle, heeft aangevoerd dat dit leen op hem was vervallen omdat hij een bloedverwant was van genoemde Johan del Donc, zijnde hij toch diens broeders zoon, en dat na lezing van deze brief, overeenkomstig het gevoelen van Johan le Chierf vonnis is gewezen ten gusnte van Johan le Voweis

Uytternesse