14613 resultaten

Duyk |

Batavia Illustrata bl 1148, 751, 932
Achternamenindex

genoemd: Gysen Duyk, ridder, dochter Catharina Duyk; 1466: edelen van Holland Snellard en Willem Duyk; … Duyk x Dirk van der Does

Duvel | 1363-1364

Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex

Claes Duvel: afterstal van 1362 van Burhem (Vronen) 19sc 9d (811 fol 2v); 1359-1360 (807 fol 9v), 1360-1361 (808 fol 16v), 1361-1362 (809 fol 12v), 1362-1363 (810 fol 7v): land te Vronen 5 £ 6sc 7d; 1366-1367: (812 fol 3v, 11, 16) Claes Duvels wijf, afterstal van 1362, 6sc, land te Vronen 5£ 6sc 2d 2x

Dyvel | 1337-1340

Grafelijk Rek I p 264
Achternamenindex

afterstallen van de smaltienden in Amstelland, te Muden: Jan Dyvel en Melis 56sc 4d; van de tins in Amstelland, in Muden: 3 £ 7sc 6d; van de corentiende in Amstelland, van de oostzijde van Muden: Claes Lepelaer, van de westzijde: Volmer Jansz en Daem Ghenenz 3£, in Keveren: Gerrit Wilding 6£, in Muderveen: Lambrecht Aerntsz 16sc

Dyvel | 1337-1340

Grafelijk Rek I p 268
Achternamenindex

afterstallen van de marcttollen te Muden 20sc; 1342-1343: afterstallen van 1341 te Muden: Dirc Jacobsz van sire misdaet 5 £ 19sc 4d; innemen baljuwschap in Muden: Dirc Rolle, van lanttughe 8sc, Jan Dyvel van wantalen 6sc 8d, Jan Dyer van vechten 6sc, Gheret Alidez, van vechten 5sc 10d

Delf | 1311-02-05

Cartul Marienweerd no 137
Achternamenindex

Rodolphus dictus Delf de Driel verkoopt voor 100 £: - land, Ghere genoemd, te Afterdike, tussen Jacobus de Veltdriel en tussen land geheten Dijparc; - 7 jugera boven Pulssteghe te Driel tussen Gerardus Beyer en Wilhelmus Pinacker aan Henricus Fey junior de Bomel; tegen betaling van 4£ per jaar krijgt hij het land weer in erfpacht

borgen: Nicholaus Moront en Alardus zoon van Gerardus Loy de Driele; schepenen in Santbomel: Johannes Weryn en Petrus Moliart

Doos | 1356-1357

G.A.Amsterdam fam Arch Bicker 719 fol 69
Achternamenindex

stamreeks Meyndert Bartelmeusz Doos, schepen van Amsterdam

Hombout | 1425-10-09

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 64v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Janna Johan Homboutsdochter verzocht ⅓ deel van ½ van de tiende op Emenesse, hulde doet voor haar Roloff van Wisschel; Lysbeth Jan Homboutsdochter verzocht het andere ⅓ deel vab ½ tiende op Eemnes, voor haar doet hulse Jacob Johan Walmersz "Item des Manendages na omnium Sanctiorum 14125 dede de abt een opsetten van den leen dat joufroue Margriet hoerde te versoeken van dode Jan Hombouts hoers vaders, bi Willem van Alendorp ende Jacop de Voecht"

Zaemslach, van | 1330

De Raadt III p 294/Chap Notre Dame, à Courtrai; CCB Acquits de Lille 1.42
Achternamenindex

Philippe van Zaemschlacht, chevalier; 1431-1435: Jehan de Saemslach donne au bailli de Bruges des quittances relatives aux gages de Denis del Porte, chapelain du duc de Bourgogne, dans son hotel à Bruges

Cuyk, van | 1343-11-11

Van Mieris II p 680
Achternamenindex

"Ic oorconde ende tughe ver Hasetiaen vrouwe van Raephorst, als dat die Borchgrave Dirc ende ver Justine Haren Hughen des Gouwersdochter rechte eerste lid waren als in maechschap, bij deser redenen als hierna beschreven staet: want heren Dirc die Borchgrave van Leyden een broeder was te Kuucq, die [nl heer Dirk] des Borchgraven Dircx die leste was sijn oudevader was [dwz deze 1e heer Dirk was grootvader van heer Dirk die nu pas overleden was]. Ende heren Hughe van Heenvliet, dat hi deser ver Justinen oudevader was. Ende dat die Borchgrave Dirc die broeder was te Kuucq ende Haren Hughe van Heenvliet waren suster kynder ende broeder" [dwz kinderen van een zuster en een broer, dus volle neven]

Drupt, van | 1475-1500

Quellen Stift Xanten
Achternamenindex

confinationes curtis Ossenbergh: - 20 cleyn mergen aen enen stuck gelegen tussen Johan van Dript ende dat vaeqt van Ossenbergh (p 344); - 6 morgen in den Sande tussen Johan van Drupt en Henrick Hagen; -6 morgen mijds in den velde tussen Johan van Drupt en de heren van Xanten; - 16 morgen aen den Busch, ende schut op Johann van Drupt; - 10 morgen opten Vriesenacker tussen Johan van Drupt en dat gasthuys (p 345)